Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

5 DECEMBER 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2013 ten laste van het "Fonds ter financiering van sommige verrichte uitgaven die verbonden zijn aan de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel, evenals van uitgaven voor veiligheid en preventie die verbonden zijn aan de nationale en internationale hoofdstedelijke functie van Brussel" aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten aangerekend op de basisallocatie 10.007.27.02.43.22 van de ordonnantie van 21 december 2012 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013, wordt voor 2013 een financiële tussenkomst van 7.500.000 euro toegekend aan de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese Toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken.
  Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan de strijd tegen druggebruik : een bedrag van 300.000 euro wordt hiervoor voorbehouden. Dat bedrag wordt toegekend aan de stad Brussel.
  De verdeling van het saldo (7.200.000 euro) tussen de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt volgens de volgende sleutel : 50 % aan de Brusselse gemeenten met een strategische veiligheids- en preventieplannen met federaal luik naar rato van de in dat kader ontvangen bedragen en 50 % in gelijke delen verdeeld tussen de 19 gemeenten, met name :


Anderlecht 555.271,51 EUR
Ouderghem 221.879,05 EUR
Sint-Agatha-Berchem 189.473,68 EUR
Brussel 1.374.321,77 EUR
Etterbeek 297.404,62 EUR
Evere 296.350,78 EUR
Vorst 361.829,44 EUR
Ganshoren 189.473,68 EUR
Elsene 323.004,31 EUR
Jette 189.473,68 EUR
Koekelberg 327.436,66 EUR
Sint-Jans-Molenbeek 474.477,21 EUR
Sint-Gillis 444.076,90 EUR
Sint-Joost-ten-Node 444.995,76 EUR
Schaarbeek 672.099,38 EUR
Ukkel 270.010,51 EUR
Watermaal-Bosvoorde 189.473,68 EUR
Sint-Lambrechts-Woluwe 189.473,68 EUR
Sint-Pieters-Woluwe 189.473,68 EUR
Overeenkomstig artikel 13, 5° alinea 2 van de ordonnantie van 21 december 2012 houdende de algemene begroting der uitgaven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013, worden de gemeenten gemachtigd om bewijsstukken voor te leggen voor de acties die zich hebben afgespeeld, voor de datum van ondertekening van het huidig besluit, dw. vanaf 1 januari 2013.

Art.2. § 1. Om deze subsidies te kunnen genieten, moeten de gemeenten zich ertoe verbinden de nodige schikkingen te treffen voor de indienstneming van geschikt personeel en dit personeel de nodige middelen ter beschikking te stellen om de bepaalde doelstellingen in het koninklijk besluit van 6 december 2007 betreffende de overeenkomsten inzake Europese toppen te verwezenlijken.
  § 2. De gemeenten verbinden zich er ook toe systematisch alle informatie aan het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Directie Specifieke Initiatieven) door te geven die betrekking heeft op de uitvoering van de acties die voorzien zijn. De elementen die doorgegeven moeten worden betreffen in het bijzonder de budgettaire gegevens en het personeelskader (contracten, begin- en einddata van de activiteit, diploma's, uittreksels uit het strafregister, gemeentelijke beslissingen).

Art.3. § 1. De subsidies worden in twee schijven uitbetaald, in functie van het voor het betrokken jaar toegekend bedrag, op de bankrekening van de gemeenten :
  - een voorschot van 95 % van het subsidiebedrag na ondertekening van het huidig besluit;
  - een saldo na ontvangst en analyse van de bewijsstukken bedoeld in de bijlage van het koninklijk besluit van 6 december 2007 betreffende de overeenkomsten inzake Europese toppen. Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle. De schuldvordering vermeldt de reden van de betaling, het als saldo toegekende eindbedrag, het visumnummer voor de vastlegging en het bankrekening waarop dit bedrag gestort moet worden. Deze schuldvordering moet gericht worden aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 2 binnen een termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen.
  § 2. Alle schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Comptabiliteit, CCN, 8e verdieping, lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel.
  § 3. Het gebruik van de financiële tussenkomst, de controle er op evenals de evaluatie van de ontwikkelde projecten gebeurt overeenkomstig de modaliteiten die in het koninklijk besluit van 6 december 2007 betreffende de overeenkomsten inzake Europese toppen bepaald zijn.
  Uit de controle van voornoemde stukken door de beherende administratieve dienst moet blijken dat alle vastgelegde uitgaven beantwoorden aan de in de overeenkomst voorziene uitgavesoorten en daadwerkelijk verricht werden om de acties te verwezenlijken waarvoor de subsidie verleend wordt.
  De verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 31 maart 2014 ingediend worden bij het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Specifieke Initiatieven, City Center, 1e verdieping, Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel.

Art.4. De bevoegde minister of zijn administratie kan de gemeentelijke overheden alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van de dossiers en kan ter plaatse elke daartoe aangewezen stap ondernemen om deze te bekomen.

Art.5. De directie Specifieke Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

Art. 7. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 5 december 2013.
  Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid,
  R. VERVOORT