11 JULI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en de invordering van de milieubelasting bedoeld in de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-09-2013 en tekstbijwerking tot 23-12-2016)
Art. 1-5
Artikel 1.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 wordt, in het kader van de toepassing van het artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, belast met de opstelling van de kohieren overeenkomstig het artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is, in het kader van de toepassing van het artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, belast met de inning van de milieuheffing overeenkomstig artikel 15 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij is bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van een dwangbevel zoals voorzien in het voornoemde artikel 15.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art.3.§ 1. De Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 is bevoegd voor de oplossing van moeilijkheden die kunnen rijzen met betrekking tot de inning van de milieubelasting, zoals bedoeld in artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [1 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 3. De in § 1 of § 2 bedoelde ambtenaar moet zijn beslissing in dit kader per post of per mail meedelen aan de schuldenaar die, overeenkomstig artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing een vraag tot hem richtte.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.4.De kennisgeving van de overdracht van het voorwerp van een gewestbelasting, voorzien in artikel 28 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dient, in het kader van de toepassing van het artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, te gebeuren aan de Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, dan dient deze kennisgeving te worden gedaan aan de eerste attaché of aan de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 5. De artikelen van dit besluit treden in werking op het ogenblik van de inwerkingtreding van de artikelen waarvan zij de uitvoering zijn.