2 MEI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2009 betreffende de steun voor stedelijke integratie
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2009 betreffende de steun voor stedelijke integratie worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° 4°, eerste streepje, wordt vervangen als volgt :
" - inrichtingen voorzien van een kalibersysteem, met dubbele overloop; ";
2° de bepalingen onder 8°, 9° en 10° worden toegevoegd, luidende :
" 8° Beveiliging : investeringen in verband met de beveiliging van een gebouw, door middel van een alarmsysteem, een systeem voor mechanische bescherming of een systeem van camerabewaking;
9° Verandering van bestemming : investeringen in verband met de verandering van kantoorruimten in ruimten voor een andere economische activiteit, voor zover deze verandering van bestemming het voorwerp is geweest van een administratieve goedkeuring inzake stedenbouwkunde en/of milieu;
10° Mobiliteit van het personeel : investeringen in verband met de invoering van een pendeldienstprogramma voor werknemers van een of meer ondernemingen via de aankoop van een of meer aangepaste voertuigen door een onderneming of door een groepering van verschillende ondernemingen van dezelfde zone of via een beroep op onderaanneming. De financieringshuur van deze voertuigen is toegelaten. Indien de onderneming een bedrijfsvervoerplan, bedoeld in Titel III van de ordonnantie van 14 mei 2009 betreffende de vervoerplannen en haar uitvoeringsmaatregelen, dient op te stellen, neemt zij het pendeldienstprogramma er in op.
Onder het beroep doen op onderaanneming wordt verstaan het feit dat de investering verwezenlijkt wordt door een derde onderneming, gespecialiseerd in het wegvervoer van reizigers of de verhuur van voertuigen, die deze voertuigen vervolgens ter beschikking stelt van een of meer ondernemingen die een pendeldienstprogramma willen invoeren voor hun werknemers.
De vergoeding bepaald voor deze terbeschikkingstelling is in ieder geval lager dan de normale tarieven die op de markt gelden voor dat soort dienstverlening.
In het geval van onderaanneming, dient de derde onderneming de voorafgaande aanvraag om toelating en het steunaanvraagdossier in.
De toekenning van een steun aan deze derde onderneming is in ieder geval afhankelijk van het aangaan van een overeenkomst van minstens drie jaar met de ondernemingen die een pendeldienstprogramma voor hun werknemers willen invoeren. Deze voertuigen worden enkel gebruikt ten voordele van de ondernemingen die deze overeenkomst hebben ondertekend. ".
Art.2. In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zin " De aanvaardbare investering moet betrekking hebben op een bedrag van tenminste 7.500 euro " aangevuld met de woorden " , met uitzondering van de investeringen inzake beveiliging, bedoeld in artikel 5, 8°, die minstens 5.000 euro bedragen. " .
Art.3. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de woorden " , met uitzondering van de investeringen bedoeld in artikel 5, 10° ; ";
2° de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de woorden " , met uitzondering van de voertuigen bedoeld in artikel 5, 10° ; ".
Art.4. In artikel 12, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste streepje worden de woorden " 50 % " vervangen door de woorden " 45 % ";
2° in het tweede streepje worden de woorden " 30 % " vervangen door de woorden " 25 % ".
Art.5. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste streepje worden de woorden " 45 % " vervangen door de woorden " 40 % ";
2° in het tweede streepje worden de woorden " 25 % " vervangen door de woorden " 20 % ".
3° er wordt een derde streepje toegevoegd, luidende :
" - voor de investeringen bedoeld in artikel 5, 10°, ongeacht de omvang van de onderneming, 60% van het bedrag van de aanvaardbare investering. ".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 15/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 15/1. Ongeacht de omvang van de onderneming, wordt het maximum van de steun voor de toepassing van artikel 5, 8°, vastgesteld op 10.000 euro per onderneming en per kalenderjaar. ".
Art.7. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden " aanvraag voor de voorafgaande toelating " vervangen door de woorden " voorafgaande aanvraag om toelating ".
Art.8. In artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden " op straffe van niet-ontvankelijkheid " ingevoegd tussen de woorden " toelating moet " en de woorden " worden ingediend ".
Art.9. In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " dertig dagen " vervangen door de woorden " vijftien dagen ";
2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden " Zodra hij dit document ontvangen heeft, " vervangen door de woorden " Vanaf de datum vermeld in dat bericht van ontvangst, ";
3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "honderdtachtig dagen " vervangen door de woorden " honderdtwintig dagen ";
4° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden " dertig dagen " vervangen door de woorden " vijftien dagen ";
5° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden " dertig dagen " vervangen door de woorden " vijftien dagen ";
6° in paragraaf 3, vierde lid, wordt de eerste zin vervangen als volgt :
" Indien het aanvraagdossier volledig is, neemt het Bestuur de beslissing tot toekenning binnen de negentig dagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs. ";
7° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende :
" § 3/1. Indien het aanvraagdossier niet volledig is, somt het in § 3, derde lid, bedoelde bewijs van ontvangst de ontbrekende elementen op. De aanvrager beschikt over dertig dagen vanaf de datum van dat bewijs van ontvangst om zijn dossier aan te vullen.
Indien de aanvrager zijn dossier correct aanvult, stuurt het Bestuur hem binnen de vijftien dagen na de ontvangst van de ontbrekende elementen een bewijs van ontvangst. De in § 3, vierde en vijfde lid, beschreven procedure vindt dan toepassing.
Het Bestuur beslist over de aanvraag op basis van de elementen waarover het beschikt indien, aan het einde van de termijn bedoeld in het eerste lid, het dossier onvolledig is, of bij stilzwijgen van de aanvrager. ";
8° in paragraaf 4, eerste lid, inleidende zin, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de woorden " In afwijking op " worden vervangen door de woorden " In afwijking van ";
b) het woord " pricipebeslissing " wordt vervangen door het woord " principebeslissing ";
c) het woord " vorkomen " wordt vervangen door het woord " voorkomen ";
9° in paragraaf 4, eerste lid, 2°, a), wordt het woord " of " vervangen door het woord " en ";
10° in paragraaf 4, derde en vierde lid, worden de woorden " 24 maanden " vervangen door de woorden " twaalf maanden ".
Art.10. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden "binnen de twee jaar " vervangen door de woorden " binnen de twaalf maanden ".
Art.11. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende :
" 3° de controle van de naleving, door de onderneming, van de verplichting om haar vacatures aan de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling mede te delen, overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de organieke ordonnantie. ".
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2013. Het is van toepassing op alle dossiers waarvan de voorafgaande aanvraag om toelating vanaf de dag van de inwerkingtreding werd ingediend.
Art. 13. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 mei 2013.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel, en Wetenschappelijk Onderzoek,
Mevr. C. FREMAULT