31 JANUARI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de ambtenaren bedoeld in de artikelen van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-02-2013 en tekstbijwerking tot 02-03-2017)
Art. 1-5, 5bis, 6, 6bis, 7-8, 8bis, 9, 9bis, 10
Artikel 1.De ambtenaren die deel uitmaken van de Directie Inkohiering [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 zijn belast van de ontvangst en het nazicht van de belastingaangifte van de belastingplichtigen zoals omschreven in artikel 7 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 wordt belast met de opstelling van de kohieren overeenkomstig artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.3. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is belast met de inning van de gewestbelastingen zoals omschreven in artikel 15 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij is dus bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van een dwangbevel zoals voorzien in voornoemd artikel.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art.4.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 is bevoegd voor de ondertekening van het aanstellingsbewijs zoals bedoeld in artikel 21, § 3, van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.§ 1. De Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 is bevoegd voor de oplossing van moeilijkheden die kunnen rijzen met betrekking tot de inning van de gewestbelasting, zoals bedoeld in artikel 23 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [1 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [1 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 5bis.[1 § 1. De schriftelijke bezwaren, zoals bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten worden ingediend bij de Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ]2.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ]2, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2016-03-10/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6.De kennisgeving van de overdracht van het voorwerp van een gewestbelasting, voorzien in artikel 28 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dient te gebeuren aan de Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, dan dient deze kennisgeving te worden gedaan aan de eerste attaché of aan de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 6bis. [1 § 1. De Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit is bevoegd om de boetes zoals bedoeld in artikel 28/1 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op te leggen.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché of attaché van deze Directie, die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché of attaché van deze Directie, die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-02-23/03, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 12-03-2017>
Art.7.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 is, in het kader van de toepassing van de artikelen 14 en 26 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, bevoegd voor de ondertekening van het aanstellingsbewijs zoals bedoeld in artikel 21, § 3, van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.8.§ 1. De Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 is, in het kader van de toepassing van de artikelen 14 en 26 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, bevoegd voor de oplossing van moeilijkheden die kunnen rijzen met betrekking tot de inning van de gewestbelasting, zoals bedoeld in artikel 23 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [1 van de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [1 van de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 8bis.[1 § 1. In het kader van de toepassing van de artikelen 14 en 26 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, moeten de schriftelijke bezwaren bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden ingediend bij de Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ]2.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ]2 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ]2, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2016-03-10/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.9.De kennisgevingen, bedoeld in de artikelen 6, 10, 15, 21, 25, en 37 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, moeten gebeuren aan de Directeur van de Directie Inkohieringen [1 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]1
In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, dan dienen deze kennisgevingen te worden gedaan aan de eerste attaché of aan de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.
----------
(1)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 9bis.[1 § 1. De Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2 is bevoegd voor de oplegging van de boetes, zoals bedoeld in artikel 30/2 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2 niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal [2 van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door [2 de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2016-03-10/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2016>
(2)<BESL 2016-12-15/06, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 10. De artikelen van dit besluit treden in werking op het ogenblik van de inwerkingtreding van de artikelen waarvan zij de uitvoering zijn.