17 JULI 2013. - Decreet betreffende de financiering van het Onderzoek door het Fonds national de la Recherche scientifique(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-08-2013 en tekstbijwerking tot 13-02-2024)
HOOFDSTUK I. - Financiering van het Fonds national de la Recherche scientifique
Art. 1-7
HOOFDSTUK II. - Financiering van de programma's voor collectief fundamenteel onderzoek
Art. 8-10
HOOFDSTUK III. - Financiering van de opleiding van vorsers in de nijverheid en de landbouw
Art. 11-12, 12bis, 13-14
HOOFDSTUK IV. - Specifieke financiering van het onderzoek inzake menswetenschappen
Art. 15-16, 16bis, 17-18
HOOFDSTUK IV. I [1 - Financiering van het programma inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek ]1
Art. 18/1, 18/2, 18/3, 18/4
HOOFDSTUK IV/2. [1 Specifieke financering van het kunstonderzoek ]1
Art. 18/5, 18/6, 18/7, 18/8, 18/9
HOOFDSTUK V. - Algemene bepaling betreffende de verloven
Art. 19
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 20-25
HOOFDSTUK I. - Financiering van het Fonds national de la Recherche scientifique
Artikel 1.Er wordt een jaarlijkse subsidie toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique (F.R.S. - FNRS).
Deze subsidie bedraagt minimum 70.569.000 euro.
Elk jaar wordt het basisbedrag bepaald bij het vorige lid aan de schommelingen aangepast van het gezondheidsindexcijfer door het te vermenigvuldigen met een aanpassingsratio berekend volgens de formule:
Gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het betrokken begrotingsjaar: Gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2013.
[1 Voor de begrotingsjaren 2015 en 2016, betreft de in het derde lid bedoelde indexering alleen 90 % van het bedrag van de in het tweede lid bedoelde subsidie.]1
[2 Vanaf het jaar 2017 wordt het bedrag van de subsidie berekend door het definitieve bedrag van de subsidie van het jaar voorafgaand aan het betrokken begrotingsjaar aan te passen aan de gezondheidsindex (GI) volgens de formule : GI van januari van het betrokken begrotingsjaar / GI van januari van het vorige begrotingsjaar.]2
[3 Met ingang van het jaar 2018, wordt een bijkomend bedrag van 8.000.000 euro toegevoegd aan het bedrag verkregen door toepassing van de vorige leden. Met ingang van het jaar 2019, wordt dat bedrag geïndexeerd volgens het mechanisme voorzien in paragraaf 5.]3
[4 Vanaf 2019 wordt een bijkomend bedrag van 6.000.000 euro toegevoegd aan het bedrag dat overeenkomstig de voorgaande leden wordt verkregen. Vanaf 2020 wordt dit bedrag geïndexeerd conform het in het 5e lid voorziene mechanisme]4
[5 Vanaf het jaar 2023, 250.000 euro, toe te kennen aan klinische onderzoekers, worden toegevoegd aan het bedrag dat op grond van de vorige leden is verkregen. Vanaf het jaar 2024 wordt dit bedrag geïndexeerd volgens het stelsel van lid 5.]5
[6 Vanaf het jaar 2024 wordt een aanvullend bedrag van 194.000 euro dat toegewezen moet worden aan clinici-onderzoekers toegevoegd aan het bedrag verkregen met toepassing van de vorige leden. Vanaf het jaar 2025 wordt dit bedrag geïndexeerd overeenkomstig het mechanisme bedoeld in het vijfde lid.]6
----------
(1)<DFG 2014-12-18/21, art. 87, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<DFG 2016-12-14/17, art. 43, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<DFG 2018-07-11/21, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(4)<DFG 2018-12-12/21, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(5)<DFG 2022-12-14/15, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(6)<DFG 2023-12-20/14, art. 16, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.2. De jaarlijkse subsidie toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique wordt bestemd om het wetenschappelijke onderzoek te bevorderen op initiatief van de vorsers in het geheel van de gebieden van de academische kennis, door:
1° de toekenning en het beheer:
a) van mandaten en onderzoeksbeurzen;
b) van kredieten aan de vorsers in de vorm van werkingssubsidies en subsidies voor wetenschappelijke uitrusting;
c) van mandaten van onderzoekslogistici.
2° de toekenning en het beheer van kredieten voor:
a) onderzoeksprojecten;
b) wetenschappelijke opdrachten;
c) deelnemingen aan in het buitenland ingerichte wetenschappelijke congressen;
d) wetenschappelijke verblijven in het buitenland;
e) organisatie van congressen, colloquia en vergaderingen van wetenschappelijke aard;
f) contactgroepen onder vorsers, derde universitaire cyclus;
g) samenwerking op internationaal wetenschappelijk niveau;
h) activiteiten voor de ontwikkeling van fundamenteel onderzoek;
i) wetenschappelijke infrastructuren en uitrusting.
3° de promotie bij vorsers van Europese programma's voor onderzoek en innovatie waaraan de Franse Gemeenschap deelneemt, en de steun aan vorsers voor de deelname aan deze programma's.
Het Fonds national de la Recherche scientifique besteedt minstens 55% van de subsidie bedoeld bij het vorige artikel aan de financiering van onderzoeksmandaten van het postdoctorale niveau en met onbepaalde duur in de universitaire instellingen.
Art.3. De bestemming van de jaarlijkse subsidie toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique krachtens artikel 1 behoort tot de bevoegdheid van zijn raad van bestuur. De Raad van bestuur bepaalt de regels betreffende zijn samenstelling. Deze bevat, inzonderheid, de rectoren, twee vorsers gekozen onder de titularissen van een mandaat of een beurs van het F.R.S. - FNRS en van de hoge wetenschappelijke personaliteiten. De rectoren beschikken over de absolute meerderheid van de stemmen.
Het dagelijkse beheer van het Fonds national de la Recherche scientifique wordt door een secretaris-generaal waargenomen, aangewezen voor een mandaat van vijf jaar door de raad van bestuur.
Nochtans, behoudt de persoon die het ambt bedoeld bij het vorige lid uitoefent op de datum van inwerkingtreding van dit decreet zijn aanwijzing voor onbepaalde duur. Hij maakt het voorwerp uit van een periodieke evaluatie door de raad van bestuur, volgens de nadere regels en de frequentie bepaald door de Regering.
Art.4. Het toezicht op de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie bedoeld bij artikel 1 wordt door een commissaris van de Regering uitgeoefend, voorgedragen door de minister bevoegd voor het Wetenschappelijk onderzoek.
De commissaris van de Regering woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij. Hij kan uitgenodigd worden aan de vergaderingen van het bureau van de raad van bestuur deel te nemen.
Behoudens voor de inzonderheid met redenen omklede dringende gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris tien dagen voor de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsook alle documenten voor de punten die betrekking hebben op zijn bevoegdheid. Hij heeft recht op het verkrijgen van de dossiers die voor deze punten om beslissing aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd.
Hij oefent een recht van beroep uit bij de minister bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek tegen elke beslissing van de raad van bestuur die hij in strijd acht met de wetten, decreten en besluiten of het algemeen belang.
Het beroep wordt binnen de vijf volle dagen na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing aan de commissaris van de Regering uitgeoefend.
Van het beroep wordt simultaan kennisgegeven aan de voorzitter van de raad van bestuur.
De uitvoering van de beslissing wordt geschorst door het beroep.
Binnen de dertig dagen van het beroep laat de raad van bestuur de minister weten welke zijn op- en aanmerkingen zijn over het beroep.
Binnen de dertig dagen van de ontvangst van de op- en aanmerkingen van de raad van bestuur kan de minister zijn onevenheid betuigen met de beslissing van de raad van bestuur.
In dat geval brengt de raad van bestuur verslag uit over zijn beslissing tijdens de eerstvolgende vergadering, en is hij ertoe gehouden alternatieve oplossingen aan de minister voor te stellen alvorens elke nieuwe beslissing te treffen.
Art.5. Op de voordracht van de minister bevoegd voor de Begroting wijst de Regering ook een afgevaardigde aan bij de raad van bestuur van het Fonds national de la Recherche scientifique.
Hij beschikt over een recht van beroep bij de minister bevoegd voor de Begroting volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Art.6.§ 1. Het F.R.S. - FNRS kent doctorale beurzen, postdoctorale mandaten met bepaalde duur en postdoctorale mandaten met onbepaalde duur toe. De selectie van de voor financiering in aanmerking komende projecten geschiedt op basis van de rangschikking verwezenlijkt door wetenschappelijke commissies, die een evaluatie maken inzonderheid van de kwaliteiten van de kandidaat (academische loopbaan, beroepservaring en publicaties), de kwaliteiten van het project (originaliteit, doenbaarheid, en de onderzoeksmethodologie) en het onderzoeksmilieu.
De raad van bestuur van het F.R.S. - FNRS stelt het reglement vast met betrekking tot de toekenning van beurzen en mandaten.
§ 2. [1 De kandidaat voor een doctoraatsbeurs moet houder zijn van een academische mastergraad of in aanmerking komen voor een gelijkwaardigheidsbesluit dat toegang geeft tot studies van de derde cyclus. Een student die zich in het laatste jaar van de studie bevindt dat tot deze graden leidt, kan ook een doctoraatsbeurs aanvragen. De doctoraatsbeurs wordt toegekend voor een periode van maximaal zes jaar.]1
[1 In afwijking van het vorige lid kent het F.R.S. - FNRS doctoraatsbeurzen toe voor een maximale duur van zes jaar aan leerkrachten uit het secundair onderwijs om hen in staat te stellen een onderzoeksproject te voltooien met het oog op het behalen van een bekwaamheidsbewijs van doctorandus in een van de universiteiten van de Franse Gemeenschap.]1
In afwijking van het eerste lid kent het F.R.S. - FNRS halftijdse mandaten toe van kliniekdierenarts - vorser doctorandus [1 aan houders van een academische graad in de diergeneeskunde die een halftijdse ziekenhuisactiviteit uitoefenen]1. [1 Deze mandaten worden verleend voor een periode van ten hoogste zes jaar.]1
[1 In afwijking van het eerste lid kent het F.R.S. - FNRS halftijdse mandaten van kandidaat-specialist doctorandus toe aan houders van een academische graad van doctor die een halftijdse ziekenhuisactiviteit uitoefenen, terwijl zij studies uitvoeren die leiden tot het behalen van een diploma van doctorandus in één van de domeinen van de gezondheidszorg. Deze mandaten worden verleend voor een periode van maximaal acht jaar]1
[1 In afwijking van het eerste lid verleent het F.R.S. - FNRS halftijdse mandaten van specialist doctorandus toe aan houders van een academisch diploma van arts, die in het bezit zijn van een diploma van medische specialisatie en een halftijdse ziekenhuisactiviteit uitoefenen. Deze mandaten worden verleend voor een periode van maximaal zes jaar.]1
§ 3. De kandidaat voor een mandaat van vorser van postdoctoraal niveau voor bepaalde duur moet titularis zijn van de academische graad van doctor [1 ...]1, verkregen na de verdediging van een these, uitgereikt door een universitaire instelling. [1 Ambtstermijnen worden toegekend voor ten hoogste acht jaar.]1
[1 In afwijking van het vorige lid verleent de F.R.S.-F.N.R.S. een halftijds mandaat van postdoctoraal specialist aan houders van een academische graad in de geneeskunde die een medisch specialisatiediploma hebben behaald en die een halftijdse ziekenhuisactiviteit uitoefenen. Na een proefperiode van maximaal zes jaar kunnen postdoctorale specialisten hun onderzoeksactiviteit als klinisch onderzoeker voortzetten en om de vier jaar worden vernieuwd.]1
§ 4. De kandidaat voor een mandaat van vorser van het postdoctorale niveau voor onbepaalde duur moet titularis van de academische graad van doctor, verkregen na de verdediging van een these, uitgereikt door een universitaire instelling.
----------
(1)<DFG 2021-07-19/10, art. 53, 009; Inwerkingtreding : 14-09-2021>
Art.7. Voor het beheer van de financiering van het strategische fundamentele onderzoek en volgens de nadere regels bepaald door de Regering in overleg met hem, richt het Fonds national de la Recherche scientifique in zijn midden het Fonds de la Recherche fondamentale stratégique (FRFS) op dat boekkundig autonoom is.
Onder " strategisch fundamenteel onderzoek " wordt verstaan elk wetenschappelijk onderzoek dat geen rechtstreekse toepassingen tot doel heeft en waarvan de thematiek bepaald wordt in overleg met het FRFS door de overheid die het financiert. Het gaat om vrij, totaal autonoom, onderzoek, binnen een welbepaalde strategische as.
Niettegenstaande de controlesystemen ingericht door de geldschieters, wordt het toezicht op dit fonds door een commissaris van de Regering uitgeoefend die door de minister belast met het Wetenschappelijk Onderzoek wordt voorgedragen. De commissaris van de Regering woont de vergaderingen bij van de raad van bestuur van het FRFS.
Behoudens voor de inzonderheid met redenen omklede dringende gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris tien dagen voor de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsook alle documenten voor de punten die betrekking hebben op zijn bevoegdheid. Hij heeft recht op het verkrijgen van de dossiers die voor deze punten om beslissing aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd.
De commissaris van de Regering oefent een recht van beroep uit volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Op de voordracht van de minister bevoegd voor de Begroting wijst de Regering ook een afgevaardigde aan. De afgevaardigde woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij. Hij beschikt over een recht van beroep bij de minister bevoegd voor de Begroting volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
HOOFDSTUK II. - Financiering van de programma's voor collectief fundamenteel onderzoek
Art.8.Met het oog op de financiering van de programma's voor collectief fundamenteel onderzoek uitgaande van het initiatief van vorsers, en onafhankelijk van de financiering van de programma's voor collectief fundamenteel onderzoek uitgaande van het initiatief van de minister bevoegd voor het Wetenschappelijk Onderzoek, worden jaarlijkse subsidies toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique.
Onder " collectief fundamenteel onderzoek " wordt verstaan elk wetenschappelijk onderzoek dat geen rechtstreekse toepassingen tot doel heeft, in team ingericht onder de leiding van één of meerdere vorsers.
De som van deze subsidies wordt vastgesteld op minimum 15.751.950 euro. De Raad van bestuur van het F.R.S. - FNRS bepaalt de verdeling van deze middelen over het fonds en het Instituut bedoeld bij artikel 9, § 1.
Elk jaar wordt het basisbedrag bepaald bij het vorige lid aan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer aangepast door het te vermenigvuldigen met een aanpassingsratio berekend volgens de formule:
Gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het betrokken begrotingsjaar: Gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2013.
[1 Voor de begrotingsjaren 2015 en 2016, betreft de in het vierde lid vastgestelde indexering alleen 90 % van het in het vierde lid vastgestelde bedrag.]1
[2 Vanaf het jaar 2017 wordt het bedrag van de subsidies berekend door het definitieve bedrag van de subsidies van het jaar voorafgaand aan het betrokken begrotingsjaar aan te passen aan de gezondheidsindex (GI) volgens de formule : GI van januari van het betrokken begrotingsjaar / GI van januari van het vorige begrotingsjaar.]2
----------
(1)<DFG 2014-12-18/21, art. 88, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<DFG 2016-12-14/17, art. 44, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.9. § 1. Voor het beheer van de subsidies bedoeld bij het vorige artikel en volgens de nadere regels bepaald door de Regering, richt het Fonds national de la Recherche scientifique in zijn midden het Fonds de la Recherche scientifique médicale (FRSM) en het Fonds de la Recherche fondamentale collective (FRFC), die boekkundig autonoom zijn.
Het FRSM heeft tot doel het bevorderen van het wetenschappelijk onderzoek uitgaande van het initiatief van vorsers, dat essentieel gericht is op het behoud en het herstel van de gezondheid van de mens. De kredieten van het FRSM worden toegekend zowel voor programma's met een klinisch doel als voor deze met betrekking tot basisvakken, maar waarvan men op resultaten kan hopen die toepasselijk zullen zijn op het behoud of het herstel van de gezondheid van de mens.
Het FRFC heeft tot doel het bevorderen van het collectieve fundamentele wetenschappelijke onderzoek uitgaande van het initiatief van vorsers, met uitsluiting van medisch onderzoek en nucleair onderzoek.
Het Fonds national de la Recherche scientifique geeft aan het Institut interuniversitaire des sciences nucléaires (IISN) delegatie voor het beheer van de subsidies die hem worden toegekend met als doel de toekenning van een financiële hulp aan de programma's voor collectief fundamenteel onderzoek op het gebied van de nucleaire wetenschappen.
§ 2. Het toezicht op de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie bedoeld bij het vorige artikel wordt door een commissaris van de Regering uitgeoefend, voorgedragen door de minister bevoegd voor het Wetenschappelijk onderzoek. De commissaris van de Regering woont de vergaderingen bij van de beheerscomités voor de fondsen en van de raad van bestuur van het Institut internuniversitaire des sciences nucléaires.
Behoudens voor de inzonderheid met redenen omklede dringende gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris tien dagen voor de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsook alle documenten voor de punten die betrekking hebben op zijn bevoegdheid. Hij heeft recht op het verkrijgen van de dossiers die voor deze punten om beslissing aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd
De commissaris van de Regering oefent een recht van beroep uit volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Op de voordracht van de minister bevoegd voor de Begroting wijst de Regering ook een afgevaardigde aan. De afgevaardigde woont de vergaderingen van de beheerscomités voor de fondsen en van de raad van bestuur bij. Hij beschikt over een recht van beroep bij de minister bevoegd voor de Begroting volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Art.10. Met behulp van de subsidies die ze toegekend worden, kunnen het FRSM, het FRFC en het IISN een financiële hulp verlenen aan de promotors van onderzoeksprogramma's waarvan deze kennis hebben genomen.
HOOFDSTUK III. - Financiering van de opleiding van vorsers in de nijverheid en de landbouw
Art.11.Met het oog op de financiering van de beurzen voor de opleiding tot onderzoek in de nijverheid en de landbouw, wordt een jaarlijkse subsidie toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique.
Deze subsidie wordt vastgesteld op minimum 12.274.000 euro.
Elk jaar wordt het basisbedrag bepaald bij het vorige lid aan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer aangepast door het te vermenigvuldigen met een aanpassingsratio berekend volgens de formule:
Gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het betrokken begrotingsjaar: Gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2013.
[1 Voor de begrotingsjaren 2015 en 2016, betreft de in het derde lid bedoelde indexering alleen 90 % van het bedrag van de in het derde lid bedoelde subsidie.]1
(NOTA : Tijdelijk bepaling : zie art. 24)
[2 Vanaf het jaar 2017 wordt het bedrag van de subsidie berekend door het definitieve bedrag van de subsidie van het jaar voorafgaand aan het betrokken begrotingsjaar aan te passen aan de gezondheidsindex (GI) volgens de formule : GI van januari van het betrokken begrotingsjaar / GI van januari van het vorige begrotingsjaar.]2
----------
(1)<DFG 2014-12-18/21, art. 89, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<DFG 2016-12-14/17, art. 45, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.12. Voor het beheer van deze subsidie, en volgens de nadere regels bepaald door de Regering, richt het Fonds national de la Recherche scientifique in zijn midden het Fonds pour la formation à la recherche scientifique dans l'industrie et dans l'agriculture (FRIA), dat boekkundig autonoom is.
De subsidie bedoeld het vorige artikel wordt exclusief aangewend voor de toekenning van beurzen en de betaling van de ermee gepaard gaande sociale bijdragen, behoudens twee percent van de subsidie, uitgetrokken door het Fonds national de la Recherche scientifique om zijn administratieve lasten en de werkingskosten van het FRIA te dekken.
Het toezicht op de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie bedoeld bij het vorige artikel wordt door een commissaris van de Regering uitgeoefend, voorgedragen door de minister bevoegd voor het Wetenschappelijk onderzoek. De commissaris van de Regering woont de vergaderingen bij van de raad van bestuur.
Behoudens voor de inzonderheid met redenen omklede dringende gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris tien dagen voor de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsook alle documenten voor de punten die betrekking hebben op zijn bevoegdheid. Hij heeft recht op het verkrijgen van de dossiers die voor deze punten om beslissing aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd
De commissaris van de Regering oefent een recht tot beroep uit volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Op de voordracht van de minister bevoegd voor de Begroting wijst de Regering ook een afgevaardigde aan. De afgevaardigde woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij. Hij beschikt over een recht van beroep bij de minister bevoegd voor de Begroting volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Art. 12bis. [1 Onverminderd de subsidie bedoeld in artikel 11, wordt jaarlijks een bedrag toegekend overeenkomstig artikel 47 van het programmadecreet van 18 december 2019 houdende diverse maatregelen met betrekking tot Schoolgebouwen, Begrotingsfondsen, Gezondheid, Hoger Onderwijs, Onderzoek, Sport, Universitaire Ziekenhuizen, Onderwijspersoneel, Onderwijs en WBE.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2019-12-18/15, art. 48, 008; Inwerkingtreding : 15-09-2019>
Art.13.§ 1. De [1 doctoraatsbeurzen]1 van het FRIA worden voorbehouden voor de gediplomeerden van het universitair onderwijs die zich bestemmen voor een loopbaan in het onderzoek, de nijverheid of de landbouw en die, daartoe, studies voorzetten die leiden tot een doctoraat in een [1 universiteiten]1 van de Franse Gemeenschap.
[1 De raad van bestuu]1 bepaalt het reglement met betrekking tot de toekenning van beurzen voor de opleiding tot het onderzoek in de nijverheid en de landbouw.
[1 ...]1
§ 2. [1 ...]1
----------
(1)<DFG 2021-07-19/10, art. 54, 009; Inwerkingtreding : 14-09-2021>
Art.14.
<Opgeheven bij DFG 2021-07-19/10, art. 55, 009; Inwerkingtreding : 14-09-2021>
HOOFDSTUK IV. - Specifieke financiering van het onderzoek inzake menswetenschappen
Art.15.Met het oog op de financiering van de doctorale beurzen en de postdoctorale mandaten, alsook voor de infrastructuren, uitrustingen of de projecten voor samenwerkingsonderzoek die andere uitgaven met zich meebrengen dan personeelskosten, op de gebieden van de sector van de mens- en sociale wetenschappen, wordt een jaarlijkse subsidie toegekend aan het Fonds national de la Recherche scientifique.
Deze subsidie wordt vastgesteld op minimum 5.221.000 euro.
Elk jaar wordt het basisbedrag bepaald bij het vorige lid aan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer aangepast door het te vermenigvuldigen met een aanpassingsratio berekend volgens de formule:
Gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het betrokken begrotingsjaar: Gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2013.
[1 Voor de begrotingsjaren 2015 en 2016, betreft de in het vierde lid vastgestelde indexering alleen 90 % van het in het tweede lid vastgestelde bedrag.]1
[2 Vanaf het jaar 2017 wordt het bedrag van de subsidie berekend door het definitieve bedrag van de subsidie van het jaar voorafgaand aan het betrokken begrotingsjaar aan te passen aan de gezondheidsindex (GI) volgens de formule : GI van januari van het betrokken begrotingsjaar / GI van januari van het vorige begrotingsjaar.]2
----------
(1)<DFG 2014-12-18/21, art. 90, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<DFG 2016-12-14/17, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.16. Voor het beheer van deze subsidie, en volgens de nadere regels bepaald door de Regering, richt het Fonds national de la Recherche scientifique in zijn midden het Fonds pour la recherche en sciences humaines (FRESH), dat boekkundig autonoom is.
Het toezicht op de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie bedoeld bij het vorige artikel wordt door een commissaris van de Regering uitgeoefend, voorgedragen door de minister bevoegd voor het Wetenschappelijk onderzoek. De commissaris van de Regering woont de vergaderingen van het beheerscomité bij.
Behoudens voor de inzonderheid met redenen omklede dringende gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris tien dagen voor de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsook alle documenten voor de punten die betrekking hebben op zijn bevoegdheid. Hij heeft recht op het verkrijgen van de dossiers die voor deze punten om beslissing aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd
De commissaris van de Regering oefent een recht van beroep uit volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Op de voordracht van de minister bevoegd voor de Begroting wijst de Regering ook een afgevaardigde aan. De afgevaardigde woont de vergaderingen van het beheerscomité bij. Hij beschikt over een recht van beroep bij de minister bevoegd voor de Begroting volgens de nadere regels bedoeld bij artikel 4.
Art. 16bis. [1 Onverminderd de subsidie bedoeld in artikel 15, wordt jaarlijks een bedrag toegekend overeenkomstig artikel 47 van het programmadecreet van 18 december 2019 houdende diverse maatregelen met betrekking tot Schoolgebouwen, Begrotingsfondsen, Gezondheid, Hoger Onderwijs, Onderzoek, Sport, Universitaire Ziekenhuizen, Onderwijspersoneel, Onderwijs en WBE.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2019-12-18/15, art. 49, 008; Inwerkingtreding : 15-09-2019>
Art.17.§ 1. De doctorale beurzen van het FRESH worden voorbehouden voor de gediplomeerden van het universitair onderwijs die zich, met behulp van de instrumenten van de mens- en sociale wetenschappen, bestemmen voor projecten inzake fundamenteel onderzoek met een sociale impact en die, daartoe,[1 ...]1 [1 ...]1 , studies voortzetten, die leiden tot een doctoraat, in een universiteit van de Franse Gemeenschap [1 ...]1.
Het beheerscomité bepaalt het reglement met betrekking tot de toekenning van beurzen en mandaten van het FRESH.
[1 ...]1
§ 2. [1 ...]1
----------
(1)<DFG 2021-07-19/10, art. 56, 009; Inwerkingtreding : 14-09-2021>
Art.18.
<Opgeheven bij DFG 2021-07-19/10, art. 57, 009; Inwerkingtreding : 14-09-2021>
HOOFDSTUK IV. I [1 - Financiering van het programma inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek ]1
----------
(1)
Art. 18/1. [1 § 1. Met het oog op de financiering van het programma inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek, wordt een jaarlijkse subsidie aan het "Fonds national de la recherche scientifique" toegekend.
Deze jaarlijkse subsidie bedraagt minimum 13.910.617 euro.
Voor het beheer van deze subsidie en volgens de nadere regels bepaald door de Regering, richt het "Fonds national de la recherche scientifique", in zijn midden, het "Fonds de la recherche scientifique pour les programmes de recherche fondamentale intercommunautaire", hierna "Fonds "EOS" genoemd, op, met boekhoudkundige autonomie, dat een beheerscomité bevat waarvan de samenstelling en de werking door de Regering bepaald worden.
De subsidie wordt bestemd om de uitgaven inzake personeel, uitrusting en werking te dekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bovenvermelde onderzoeksprogramma, met inbegrip van de deelneming aan de algemene kosten die mogelijk uitgetrokken kunnen worden door de onderzoeksinstellingen en het "F.R.S. - FNRS".
Het maximumaandeel van de financiering bestemd voor ieder van deze uitgaven kan door de Regering bepaald worden.
§ 2. Voor het begrotingsjaar 2019 en voor elk van de daarna volgende begrotingsjaren, wordt de subsidie bedoeld bij paragraaf 1, tweede lid, bepaald door het bedrag van de subsidie voor het vorige jaar aan te passen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het betrokken begrotingsjaar en aan de werkelijke groei van het bruto binnenlands product van het betrokken begrotingsjaar volgens de nadere regels bepaald bij artikel 33, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
De Regering bepaalt de nadere regels betreffende de stortingen van de subsidie, de overdracht van het mogelijk ongebruikte saldo, de begroting en de rekeningen.
De raad van bestuur van het "Fonds national de la Recherche scientifique (FRS - FNRS)" bedoeld bij artikel 3, eerste lid, kan jaarlijks tot een overdracht beslissen van middelen van het "FRS-FNRS" naar het bij dit hoofdstuk bedoelde Fonds om de financiering te verstevigen van programma's inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek. De overdracht van het saldo van het Fonds blijft verworven gedurende de hele periode van de programmering van programma's inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek. In dit kader, zal een omgekeerde overdracht geschieden naar het FRS - FNRS in geval van niet-gebruikte of onvolledig gebruikte bedragen op het einde van het programma.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-03-22/02, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 18/2. [1 Het toezicht op de inachtneming van de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie bedoeld bij het vorige lid wordt door een commissaris van de Regering uitgeoefend, die de vergaderingen van het beheerscomité van het fonds bijwoont.
Behoudens bij dringende met specifieke redenen omklede gevallen die hij aanvaardt, krijgt de commissaris, tien dagen voor de vergadering, de volledige agenda ervan alsook alle documenten voor de punten die tot zijn bevoegdheid behoren. Hij heeft het recht een afschrift te krijgen van de dossiers die voor deze punten aan de beraadslaging van de raad worden voorgelegd.
De Regeringscommissaris beschikt over een beroepsrecht volgens de nadere regels bepaald in artikel 4 van dit decreet.
De Regering stelt tevens een afgevaardigde aan die de vergaderingen van het beheerscomité van het fonds bijwoont. Hij beschikt over een beroepsrecht volgens de nadere regels bepaald bij artikel 4 van dit decreet. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-03-22/02, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 18/3. [1 § 1. Het Fonds "EOS" heeft tot doel de steun aan interuniversitaire en intercommunautaire consortiums van excellentieonderzoeksgroepen inzake fundamenteel onderzoek, om hun gemeenschappelijke bijdrage tot de generale vooruitgang van de wetenschap te verhogen.
De interuniversitaire en intercommunautaire consortiums onderzoeksgroepen bedoeld bij het eerste lid worden samengesteld uit minimum een wetenschappelijke groep van een Universiteit van de Franse Gemeenschap en uit minimum een wetenschappelijke groep van een Universiteit van de Vlaamse Gemeenschap.
Deze consortiums van onderzoeksgroepen kunnen de volgende partners bij hun onderzoek betrekken:
- wetenschappelijke Federale, internationale en/of gemeenschapsinstellingen;
- buitenlandse Universiteiten;
* andere mogelijke Instellingen waarvan de lijst door de Regering vastgesteld wordt.
§ 2. Het Fonds "EOS" heeft tot doel:
1° de stimulatie van intercommunautaire wetenschappelijke interacties en de versteviging van banden tussen universiteiten uit verschillende gemeenschappen om consortiums van onderzoeksgroepen op te bouwen rond onderzoeksprogramma's die verschillende jaren bestrijken;
2° het ontwikkelen of de creatie van medewerking binnen groepen voor fundamenteel onderzoek van verscheidene instellingen en het aanmoedigen van complementariteit binnen deze teams;
3° het steunen van de aanwezigheid van jonge onderzoekers in de groepen voor fundamenteel onderzoek bedoeld bij punt 2°.
§ 3. De onderzoeksprojecten die voor een financiering in aanmerking komen worden op basis van excellentiecriteria geselecteerd volgens een model dat vergelijkbaar is met dat bepaald door de Europese Onderzoeksraad en met inachtneming van de aanbevelingen van de Europese Commissie van 11 maart 2005 betreffende het Europese Handvest voor Onderzoekers en betreffende een Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers.
Deze selectie geschiedt met inaanmerkingneming van de grote principes die geldig zijn bij het FNRS, inzonderheid:
- een evaluatie in twee stappen: door externe internationale deskundigen voor ieder project en daarna door een wetenschappelijk comité voor het geheel van de projecten;
- een evaluatie van de dragers van projecten en van de projecten;
- een evaluatie enkel steunend op wetenschappelijke excellentie.
Alle wetenschappelijke vakken kunnen gekozen worden in het kader van het "EOS" programma inzake intercommunautair fundamenteel onderzoek. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-03-22/02, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 18/4.[1 Het beheerscomité bedoeld bij artikel 18/1 § 1, bepaalt het reglement betreffende de procedure voor de indiening, de evaluatie en de selectie van onderzoeksvoorstellen.
In afwijking van het eerste lid, wordt de procedure voor de oproep 2017 door de raad van bestuur van het FRS-FNRS goedgekeurd.
De onderzoeksprojecten gefinancierd door de subsidie bedoeld bij artikel 18/1 maken het voorwerp uit van een jaarlijks financieel verslag opgesteld door het beheerscomité. In dat comité zetelen een commissaris en een afgevaardigde van de Regering die verslag maken aan de Regering.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-03-22/02, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK IV/2. [1 Specifieke financering van het kunstonderzoek ]1
----------
(1)
Art. 18/5.[1 Voor de financiering van projecten van kunstonderzoek wordt een jaarlijkse subsidie toegekend aan het " Fonds national de la Recherche scientifique" volgens de nadere regels bepaald door de Regering.
Deze jaarlijkse subsidie wordt ten minste op 260.000 euro in 2018 vastgesteld.
Vanaf 2019 stemt het bedrag van de jaarlijkse subsidie overeen met het definitieve bedrag van het vorige begrotingsjaar dat aangepast is aan de schommeling van het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen berekend volgens de formule :
Gezondheidsindexcijfer van het betrokken begrotingsjaar / Gezondheidsindexcijfer van januari van het vorige jaar ]1
[2 Vanaf 2022 wordt een bedrag van 300.000 euro toegevoegd aan de krachtens leden 2 en 3 verkregen subsidie.
Vanaf 2023 wordt dit bedrag aangepast aan de schommeling van het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen, berekend volgens de formule: gezondheidsindexcijfer van januari van het betrokken begrotingsjaar / gezondheidsindexcijfer van januari 2022.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-04-19/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-05-2018>
(2)<DFG 2021-12-15/13, art. 59, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art. 18/6. [1 Voor het beheer van deze subsidie en volgens de nadere regels bepaald door de Regering richt het " Fonds national de la Recherche scientifique " het " Fonds de la recherche en art (FRArt) " met een boekhoudkundige autonomie en een raad van bestuur, op.
De subsidie is bestemd om de uitgaven inzake het personeel, uitrusting en werking te dekken voor projecten van kunstonderzoek behalve vier procent van de subsidie die afgetrokken wordt door het "Fonds national de la recherche scientifique" om zijn administratieve lasten en de werkingskosten van het FRArt te betalen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-04-19/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-05-2018>
Art. 18/7. [1 De controle op de naleving van de toekenningsvoorwaarden van de subsidie bedoeld in artikel 18/5 wordt uitgeoefend door een Regeringscommissaris die de vergaderingen van de raad van bestuur van FRArt bijwoont.
Behalve in binzonder gemotiveerde noodzakelijkheid krijgt de commissaris tien dagen vóór de vergadering de volledige agenda van de vergadering, alsook alle documenten van de punten die onder zijn bevoegdheid ressorteren. Hij heeft recht op de mededeling van de dossiers die voor deze punten onderworpen worden aan de beraadslagingen van de raad van bestuur.
De Regeringscommissaris beschikt over een beroepsrecht volgens de nadere regels bedoeld in artikel 4.
De Regering stelt ook een afgevaardigde aan die de vergaderingen van de raad van bestuur van Frart bijwoont. Hij beschikt over een beroepsrecht volgens de nadere regels bedoeld in artikel 4.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-04-19/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-05-2018>
Art. 18/8. [1 De projecten voor kunstonderzoek van het FRArt worden gevoerd door artiesten-onderzoekers die houder zijn van een diploma van het hoger kunstonderwijs of een gelijkwaardig diploma, of die het bewijs leveren van een erkende praktijk in kunstonderzoek. Ze worden individueel of collectief gevoerd, buiten enig doctoraat, en worden door één of meer Hogere kunstscholen goedgekeurd. De kunstonderzoeken kunnen gevoerd worden door pluridisciplinaire teams die ook samengesteld worden uit onderzoekers die houder zijn van een universitair diploma. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-04-19/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-05-2018>
Art. 18/9.[1 De Raad van bestuur van FRArt bepaalt het reglement betreffende de procedure voor de indiening, de evaluatie en de selectie van projecten voor kunstonderzoek.
Deze selectie gebeurt volgens de volgende grote beginselen :
- een evaluatie in twee stappen : door deskundigen gemandateerd door de Hogere Kunstscholen voor elk project en daarna door een internationaal kunstcomité voor het geheel van de projecten ;
- een evaluatie over de [2 projectontwerpers]2 en de projecten ;
- een evaluatie slechts gebaseerd op de excellentie van het kunstonderzoek.
Elk jaar stelt de raad van bestuur van het FRArt een verslag op over zijn activiteit en het gebruik van zijn middelen die door de Franse Gemeenschap ter beschikking gesteld worden.
De Raad van bestuur van het " Fonds national de la Recherche scientifique " neemt kennis van de reglementen en verslagen van het FRArt en bezorgt deze aan de minister die bevoegd is voor wetenschappelijk onderzoek. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DFG 2018-04-19/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-05-2018>
(2)<DFG 2018-12-12/21, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK V. - Algemene bepaling betreffende de verloven
Art.19. De beurs of het mandaat waarvan de uitvoering onderbroken wordt wegens een moederschaps-, vaderschaps- of adoptieverlof, ofwel wegens een ziekteverlof voor een duur die langer dan of gelijk is aan één maand, kan verlengd worden voor een duur gelijk aan deze van de onderbreking.
Het F.R.S. - FNRS bepaalt de praktische nadere regels met inachtneming van de toestand van de personen bedoeld bij het vorige lid in het tijdsschema van de oproepen met het oog op de toekenning of de vernieuwing van een beurs of een mandaat.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.20. In artikel 6, § 1, 22°, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, worden de woorden " in artikel 47 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen " vervangen door de woorden " in artikel 1 van het decreet van 17 juli 2013 betreffende de financiering van het onderzoek in de Franse Gemeenschap ".
Art.21. Artikel 47 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, wordt opgeheven.
Art.22. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 april 1998 betreffende de financiering van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de versteviging van het wetenschappelijk universitair potentieel en de financiering van programma's voor collectief fundamenteel onderzoek, wordt opgeheven.
Art.23. De artikelen 17 tot 31 van het decreet van 20 juli 2000 houdende maatregelen inzake het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, worden opgeheven.
Art.24. In afwijking, wordt het bedrag bepaald in het tweede lid van artikel 11 van dit decreet teruggebracht, voor het jaar 2014, op 6.903.000 euro.
Art. 25. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014.