Artikels:
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 2004 betreffende de organisatie van examens voor de toekenning van het getuigschrift van grondige kennis van een taal met het oog op het geven van taallessen door middel van onderdompeling, worden de laatste twee streepjes opgeheven.
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Het examen voor de toekenning van het getuigschrift kan elke persoon afleggen die het bewijs wil leveren van de grondige kennis van één van de taalbadtalen. ".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt opgeheven;
2° de tabel opgenomen bij het laatste lid wordt vervangen doorhetgeen volgt :
| PROEVEN | MAXIMALE DUUR | PUNTEN |
| 1. Schriftelijke proef : | 3 u 00 | 50 |
| 2. Mondelingen proef : | 30 minuten | 50 |
| | | 100 |
Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 4. § 1. De schriftelijke proef bestaat uit een schrijfoefening waarbij een samenvatting moet worden opgesteld en een commentaar gegeven over een conferentie die handelt over een onderwerp van algemeen belang of een pedagogisch onderwerp.
Het is toegestaan om aantekeningen te maken tijdens het beluisteren van de conferentie.
De duur van de conferentie wordt niet meegerekend om de duur van de proef vast te leggen.
De schrijfoefening van iedere kandidaat wordt verbeterd door minstens twee leden van de examencommissie.
§ 2. De mondelinge proef omvat een gesprek over een onderwerp van algemeen belang of een pedagogisch onderwerp.
Ze wordt minstens door twee leden van de examencommissie afgenomen.
§ 3. De schroftelijke en mondelinge proeven stellen de examencommissie in staat na te gaan of de kandidaat een kennis van de taalbadtaal heeft die minstens gelijk is aan deze van een houder van een diploma of studiegetuifschrift uitgereikt op het einde van het hoger secundair onderwijs in onderdompeling. ".
Art.5. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.7. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van de vierde afdeling vervangen door de woorden " Werking van de examencommissie ".
Art.8. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt door wat volgt, vervangen : " De examencommissie zetelt minstens éénmaal om het jaar ";
2° in het tweede lid worden de woorden " De data van de proeven, de plaats waar zij afgenomen worden en de betalingsmodaliteiten voor de inschrijving " vervangen door de woorden " De nadere regels voor de inschrijving ".
Art.9. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door drie leden, luidend als volgt :
" Aan de kandidaten die op elke proef minstens 50 % van de punten hebben behaald en op het geheel van genoemde proeven een gemiddelde van minstens 60 % hebben behaald, wordt het getuigschrift toegekend.
De kandidaat die een examencijfer van 12/20 heeft behaald op één van beide proeven van een zittijd ingericht gedurende de vijf jaren die voorafgaan ana dat van de nieuwe inschrijving kan aanvragen om van deze proefafneming vrijgestelde te worden. Deze vrijstelling moet het onderwerp uitmaken van een aanvraag via een inschrijvingsformulier.
De kandidaat die de proef opnieuw beslist af te leggen, verzaakt defintief op het hierboven bedoelde examencijfer. ".
Art.10. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden " ten minste twee derde van de leden " vervangen door de woorden " minstens de helft van de leden ".
Art.11. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" De minister bevoegd voor het Leerplichtonderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. ".
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Art. 13. De minister bevoegd voor het Leerplichtonderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 maart 2013.
De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie,
Mevr. M.-D. SIMONET