24 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2009, wordt aangevuld met een 11° luidende als volgt :
"11° Titel van niveau 2 : een bijzondere beroepstitel voorbehouden aan de titularissen van een diploma van arts zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde;
12° Titel van niveau 3 : bijzondere beroepstitel voorbehouden aan de titularissen van een titel van niveau 3, zoals bedoeld in artikel 2 van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991.".
Art.2. In artikel 4bis (Justel leest "artikel 4, 2°") van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011, worden de woorden "de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts" vervangen door de woorden "titels van niveau 2".
Art.3. In artikel 4bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "de bijzondere beroepstitels, zoals door Ons bepaald, voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel zoals door Ons bepaald." vervangen door de woorden "titels van niveau 3.";
2° in het tweede lid worden de woorden "bijzondere beroepstitels" vervangen door de woorden "titels van niveau 3".
Art.4. In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen door de volgende bepaling : "3° wanneer krachtens artikel 4bis, tweede lid, een in artikel 4, 2°, bedoelde commissie door de Minister ook wordt belast met taken met betrekking tot een van de titels van niveau 3, wordt, met het oog op de uitvoering van die taken, de samenstelling van elke kamer van die commissie uitgebreid met ten minste een lid houder van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts, die een academische functie bekleedt of heeft bekleed, erkend voor die titel van niveau 3 en voorgedragen op een dubbele lijst door de faculteiten geneeskunde en met een lid houder van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts, erkend voor die titel van niveau 3 en voorgedragen op een dubbele lijst door de beroepsverenigingen.
Die leden kunnen enkel in de Erkenningscommissie zetelen om de taken met betrekking tot de titel van niveau 3 uit te voeren en waarvoor ze door de Minister zijn benoemd.
Elke kamer kan tevens leden met een raadgevende stem tellen.";
2° in de bepaling onder 4° worden de woorden "bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel" vervangen door de woorden "titels van niveau 3".
Art.5. In artikel 8, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "Indien, krachtens artikel 4bis, tweede lid, de bedoelde commissie door de Minister ook wordt belast met de taken met betrekking tot een van de titels van niveau 3, moet, wanneer de kamer in kwestie wordt opgeroepen om zich uit te spreken over vraagstukken of dossiers betreffende die titel van niveau 3, ten minste de helft van de voor die bewuste titel van niveau 3 erkende leden bedoeld in artikel 7, § 2, 3° ook aanwezig zijn opdat de kamer geldig zou kunnen beraadslagen.";
2° in het vijfde lid worden de woorden "bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel" vervangen door de woorden "titels van niveau 3".
Art. 6. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX