19 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 2000 houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven, het verschaffen en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 mei 2000 houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven, het verschaffen en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren wordt aangevuld als volgt :
" - geneesmiddelen vergund in een andere Lidstaat : de geneesmiddelen bedoeld in de artikelen 230, § 1, b), ii) en 231, § 1, b), ii), van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik. ".
Art.2. Bijlage I van hetzelfde besluit, wordt aangevuld als volgt :
" 4. alle inspuitbare vormen die tilmicosine bevatten. ".
Art.3. In bijlage II van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de rubriek " Voor toediening bij het varken " wordt aangevuld met een lid, luidende :
* " butyrofenone derivaten : azaperone ";
2° de rubriek " Geneesmiddelen met actieve substanties opgenomen in bijlage I, II en III van de Verordening 2377/90 " wordt vervangen als volgt :
" Geneesmiddelen met actieve substanties opgenomen in tabel 1 van de bijlage van de Verordening 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 :
* Prostaglandines met luteolytische werking;
* Geneesmiddelen die alpha-2-adrenergische stoffen bevatten die niet uitsluitend geregistreerd zijn voor intraveneuse toediening voor zover ze gebruikt worden aan kalmerende of licht sederende doses. ".
Art.4. Bijlage III van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" III. A. Lijst van de geneesmiddelen die voorschriftplichtig zijn, die de verantwoordelijke krachtens artikel 11, § 2, 1°, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde mag bezitten :
1. Anti-infectieuse geneesmiddelen;
2. Anti-parasitaire middelen (antiprotozoaire middelen, anthelmintica en anti-ectoparasitaire middelen);
3. Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen;
4. Geneesmiddelen voor oraal gebruik die alpha-2-adrenergische stoffen bevatten;
5. Geneesmiddelen vermeld in punten 1 tot 3, vergund in een andere Lidstaat.
III. B. Lijst van de geneesmiddelen die voorschriftplichtig zijn, die de verantwoordelijke mag bezitten krachtens artikel 11, § 2, 2°, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde :
1. Alle geneesmiddelen vermeld in bijlage II;
2. Alle geneemiddelen vermeld in bijlage III.A. "
Art. 5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE