Details





Titel:

1 MAART 2013. - Koninklijk besluit betreffende het welzijn van paarden en pony's op kermissen (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Gewest bij ORD2021-03-18/01, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 25-09-2021) (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2021-07-09/21, art. 5; Inwerkingtreding : 01-01-2023)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-03-2013 en tekstbijwerking tot 12-08-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Verzorging van de dieren
Art. 3-8
HOOFDSTUK III. - Werkomstandigheden van de dieren
Afdeling I. - Algemene voorwaarden
Art. 9-12
Afdeling II. - Uitrusting
Art. 13
Afdeling III. [1 Piste van de paardencarrousel ]1
Art. 14-15
HOOFDSTUK IV. - Verblijven van de dieren
Art. 16-22
HOOFDSTUK IV/1 [1 Registratie van de paardencarrousels ]1
Art. 22/1
HOOFDSTUK IV/2 [1 - Nadere regels over de toekenning van een premie]1
Art. 22/2
HOOFDSTUK IV/1. WAALS GEWEST.Art. 22/1. WAALS GEWESTHOOFDSTUK V. - SlotbepalingenArt. 23-25BIJLAGE BIJLAGE WAALS GEWEST. [1 Bijlage bij het koninklijk besluit van 1 maart 2013 betreffende het welzijn van paarden en pony's op kermissen



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019200725 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op paarden en pony's die bestemd zijn om te worden bereden door het publiek op kermissen en vergelijkbare evenementen, met uitzondering van maneges.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1°[1 ...]1
  2°[1 ...]1
  3° Dieren : de paarden en pony's die worden ingezet of bestemd zijn om te worden ingezet in een carrousel;
  4° Buitenverblijf : ruimte in open lucht waarvan de bovenkant open is en die ingericht is om de dieren erin onder te brengen;
  5° Binnenverblijf : stal of andere langs vier zijden afgesloten ruimte voorzien van een dak;
  6° Schuilplaats : kunstmatig gecreëerde of natuurlijke (bomen, hagen,...) ruimte die de dieren een efficiënte beschutting biedt tegen wind, regen en hitte (schaduwzone).
  [1 7° paardencarrousel: de paardencarrousel, vermeld in artikel 6ter, eerste lid, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;]1
  [1 8° verantwoordelijke van een paardencarrousel: de verantwoordelijke van een paardencarrousel, vermeld in artikel 6ter, eerste lid, 3°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-09/21, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>

HOOFDSTUK II. - Verzorging van de dieren
Art.3.Om een goede gezondheidstoestand en het welzijn van de dieren aanwezig op de kermis te garanderen, worden ze minstens twee keer per dag gecontroleerd door de verantwoordelijke van de [1 de paardencarrousel]1.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-09/21, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>

Art.4.§ 1. De dieren krijgen een voeding die afgestemd is op hun behoeften en hun fysiologische toestand.
  § 2. De dieren moeten vlot en voldoende toegang hebben tot drinkwater, ook wanneer ze aan het werk zijn in de [1 de paardencarrousel]1.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-09/21, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>

Art.5. Dieren die gewond zijn of zichtbare tekenen van een gezondheidsstoornis vertonen en die mogelijk lijden, worden onmiddellijk behandeld en zo nodig gescheiden van de rest van de groep. Telkens als het nodig is, wordt een dierenarts geconsulteerd.

Art.6. De hoeven moeten regelmatig gekapt en verzorgd worden.

Art.7. Er moet een bijzondere aandacht geschonken worden aan het bestrijden van insecten.

Art.8. De dieren moeten doeltreffend ontwormd worden.

HOOFDSTUK III. - Werkomstandigheden van de dieren
Afdeling I. - Algemene voorwaarden
Art.9. De dieren moeten geschikt zijn voor het werk. Hengsten, zogende merries of merries die meer dan acht maanden drachtig zijn, worden niet ingezet.

Art.10. Het gewicht van de ruiters moet aangepast zijn aan de bouw van de dieren.

Art.11. Tikken met de hielen, trekken aan de teugels, de dieren slaan, roepen of elk ander ongepast gedrag moet aan de ruiters verboden worden. Dit verbod is opgenomen in een reglement dat duidelijk zichtbaar moet zijn voor het publiek.

Art.12.§ 1. De ruiters mogen geen teugels verbonden met een bit gebruiken.
  § 2. Bitten worden zo weinig mogelijk en enkel om veiligheidsreden gebruikt en dit door bekwame personen onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke van de [1 de paardencarrousel]1.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-09/21, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>

Afdeling II. - Uitrusting
Art.13.Om elk risico op kwetsuren tijdens het werk in de [1 de paardencarrousel]1 te vermijden, is de uitrusting in goede staat en aangepast aan de bouw van de dieren. Onder uitrusting wordt verstaan het tuig (halsters, bitten, dekentjes, zadels, singels, stijgbeugels,...) en alle materialen van de attractie waarmee de dieren in contact kunnen komen.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-09/21, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>

Afdeling III. [1 Piste van de paardencarrousel ]1   ----------   (1)
Art.14. De bodem van de piste is vlak en bekleed met een dikke rubberen mat of, bij gebrek hieraan, bedekt met een laag zaagsel om de schokken op te vangen en overmatige slijtage van de hoeven te verhinderen.

Art.15. De diameter van de piste is minstens acht meter indien de schofthoogte van alle pony's kleiner is dan 1,20 meter en minstens tien meter in de andere gevallen.

HOOFDSTUK IV. - Verblijven van de dieren
Art.16. Tijdens de periodes van inactiviteit, wat zowel de periodes tijdens kermissen waarop de dieren niet werken als de periodes tussen twee kermissen in inhoudt, worden de dieren zoveel mogelijk ondergebracht in een weide of in buitenverblijven.

Art.17. Met uitzondering van agressieve, zieke of gewonde individuen worden de dieren niet individueel gehouden.

Art.18. De volgende huisvestingsnormen worden zowel overdag als 's nachts gerespecteerd :
  - 9 m2 per dier;
  - een kant van het verblijf moet een lengte hebben van ten minste twee keer de schofthoogte van het grootste dier;
  - het verblijf is minstens drie meter hoog.

Art.19. § 1. De binnenverblijven laten de dieren toe een ruim uitzicht naar buiten te hebben.
  § 2. De dieren worden niet vastgebonden in de verblijven.
  § 3. In de verblijven wordt verrijkingsmateriaal, zoals hooi of stro, ter beschikking gesteld van de dieren.

Art.20. Er moet een rookverbod gelden in de binnenverblijven waar dieren zijn ondergebracht.

Art.21. Wanneer de dieren in buitenverblijven gehouden worden, moeten ze opgestald kunnen worden of beschikken over een schuilplaats.

Art.22. De dieren kunnen zich niet kwetsen aan de omheiningen van de weiden en de buitenverblijven.

HOOFDSTUK IV/1 [1 Registratie van de paardencarrousels ]1   ----------   (1)
Art. 22/1. [1 Als de inrichting actief is geweest in het Vlaamse Gewest op datum van 1 januari 2021, kan elke verantwoordelijke van een paardencarrousel die paardencarrousel laten registreren.
   De verantwoordelijke van de paardencarrousel dient de registratieaanvraag uiterlijk vóór 1 september 2021 in bij de dienst met een behoorlijk ingevuld formulier waarvan de dienst het model op zijn website ter beschikking stelt.
   De aanvrager voegt bij het formulier, vermeld in het tweede lid, de nodige documenten die bewijzen dat de paardencarrousel actief was in het Vlaamse Gewest voor de datum, vermeld in het eerste lid.
   § 2. Binnen tien dagen na de dag waarop de dienst de registratieaanvraag heeft ontvangen, gaat de dienst na of de aanvraag volledig is en licht hij de aanvrager in voorkomend geval in over de ontbrekende gegevens.
   Als het dossier volledig is, brengt de dienst de verantwoordelijke van de paardencarrousel binnen dertig dagen na ontvangst van de volledige registratieaanvraag op de hoogte van een van de volgende beslissingen:
   1° de toekenning van de registratie, met vermelding van een registratienummer;
   2° een gemotiveerde weigering van registratie.
   De dienst bewaart de registratieaanvragen tot en met 31 december 2022. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-09/21, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>


HOOFDSTUK IV/2 [1 - Nadere regels over de toekenning van een premie]1   ----------   (1)
Art. 22/2. [1 Ter uitvoering van artikel 6ter van de wet van 14 augustus 1986 van de wet van 14 augustus 1986 kunnen de verantwoordelijken van een paardencarrousel aanspraak maken op een premie van 60.000 euro.
   De verantwoordelijken van een paardencarrousel maken aanspraak op de premie, vermeld in het eerste lid, als ze voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, van het decreet van 29 januari 2021 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wat betreft de invoering van een verbod op paardachtigen op kermissen en aanverwante evenementen.
   De premie, vermeld in het eerste lid, wordt verleend in de vorm van de-minimissteun en onder de voorwaarden, vermeld in verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PB L 352, 24 december 2013, p. 1-8.
   § 2. De verantwoordelijke van de paardencarrousel dient een premie-aanvraag in bij de dienst met het formulier dat de dienst op zijn website ter beschikking stelt.
   De aanvrager voegt bij het formulier, vermeld in het eerste lid, de nodige bewijsdocumenten.
   Binnen tien dagen na de dag waarop de dienst de premie-aanvraag heeft ontvangen, gaat de dienst na of de aanvraag volledig is en licht hij de aanvrager in voorkomend geval in over de ontbrekende gegevens.
   Als het dossier volledig is, brengt de dienst de verantwoordelijke van de paardencarrousel binnen dertig dagen na ontvangst van de volledige premie-aanvraag op de hoogte van haar beslissing. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-09/21, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2021>


HOOFDSTUK IV/1._WAALS_GEWEST.   - Registratie van de poneycarrousels
Art. 22/1._WAALS_GEWEST. [1 § 1. Voor zover de inrichting in het Waalse Gewest voor 1 januari 2019 in bedrijf is geweest, kan elke verantwoordelijke zijn poneycarrousel laten registreren.   De registratieaanvraag wordt voor uiterlijk 1 mei 2019 door de verantwoordelijke van de poneycarrousel ingediend bij de Directie Kwaliteit en Dierenwelzijn van het Departement Ontwikkeling van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst middels het behoorlijk ingevuld formulier waarvan het model als bijlage 1 is opgenomen. Het formulier is toegankelijk op de portaalwebsite dierenwelzijn van de Waalse Overheidsdienst.   De aanvraag voegt bij het formulier bedoeld in lid 1 een bewijs dat de poneycarrousel in het Waalse Gewest voor 1 januari 2019 in bedrijf was.   § 2. Binnen de tien dagen na ontvangst van de registratieaanvraag gaat de Directie bedoeld in paragraaf 1 na of de aanvraag volledig is en licht de aanvrager in voorkomend geval over de ontbrekende gegevens in.   Wanneer het dossier volledig is, geeft de Directie bedoeld in paragraaf 1 kennis aan de verantwoordelijke van de poneycarrousel binnen de dertig dagen kennis van ofwel :   1° een registratienummer wanneer dit artikel in acht wordt genomen;   2° een gemotiveerde weigering van registratie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2019-02-07/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>


HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art.23. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft conform de bepalingen van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

Art.24. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 15 dat in werking treedt op 1 januari 2016.

Art.25. De minister bevoegd voor Dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.



BIJLAGE
BIJLAGE WAALS_GEWEST.[1 Bijlage bij het koninklijk besluit van 1 maart 2013 betreffende het welzijn van paarden en pony's op kermissen   Bijlage. Registratieformulier van de ponycarrousels   Directie Kwaliteit en Dierenwelzijn   Chaussée de Louvain, 14   5000 Namur   1. Vak voorbehouden voor de Administratie:     Volledig formulier ontvangen op:  Datum en registratienummer: 2. Naam, adres en telefoonnummer van de verantwoordelijke van de ponycarrousel:

3. Naam, adres en telefoonnummer van de dierenarts:
4. Informatie betreffende de ponycarrousel:
Aantal gehouden paardachtigen op de datum van dit formulier:
Ponycarrousel actief in Wallonië: Ja, sinds . . . . . (dd/mm/jjj)
Geprogrammeerde of geplande beurzen/feesten uiterlijk op 31 december 2022:
  
5. Eventuele commentaar:
Ondergetekende, verantwoordelijke van de ponycarrousel, verklaart dat de hierbovenvermelde gegevens correct zijn.    Op ............../............../................. te ......................................................    Ondertekening van de verantwoordelijke:    De aanvrager voegt bij zijn registratieformulier een bewijs dat de ponycarrousel actief was in het Waalse Gewest vóór 1 januari 2019.]1   ----------   (1)