28 MAART 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
" § 3. De registratie van de minimale ziekenhuisgegevens heeft eveneens tot doel de opdrachten van het Observatorium voor patiëntenmobiliteit te helpen verwezenlijken, meer bepaald de opdrachten omschreven in artikel 4, § 2, 1°, 2° en 5°, van de wet van 4 juni 2007 tot wijziging van de wetgeving met het oog op de bevordering van de patiëntenmobiliteit. ".
Art.2. Artikel 11, 3°, A, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de bepaling onder i), luidende :
" i) voor bepaalde verstrekkingen die door de Minister worden vastgesteld, de datum waarop contact werd opgenomen met het ziekenhuis om een afspraak voor een behandeling vast te leggen. ".
Art.3. Artikel 11, 3°, C., van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder e), luidende :
" e) voor de patiënten waarvoor de facturatie niet gebeurt met tussenkomst van het R.I.Z.I.V., ook de pseudocode en het bedrag dat gefactureerd werd aan de patiënt of een derde. ".
Art.4. Artikel 12, 3°, van hetzelfde besluit, waarvan de bepaling die volgt op de vermelding " 3° Beddenkenletter " de bepaling onder a) zal vormen, wordt aangevuld met een bepaling onder b), luidende :
" b) in afwijking van a), voor de patiënten waarvoor de facturatie niet gebeurt met tussenkomst van het R.I.Z.I.V., alle verstrekkingen en leveringen, gecodeerd volgens de R.I.Z.I.V.-nomenclatuur, met inbegrip van de verstrekkingen inzake revalidatie, weefsels van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten, farmaceutische producten, implantaten en prothesen, radio-isotopen, parenterale voeding, diagnostische middelen en behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen, alle forfaitaire honoraria inzake klinische biologie, de medische beeldvorming en de geneesmiddelen, alle pseudocodes, forfaits en supplementen, alle niet-terugbetaalbare producten en leveringen, alsook de bedragen die gefactureerd werden aan de patiënt of een derde. ".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2013.
Art. 6. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Vallelunga Pratameno, 28 maart 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen,
Mevr. L. ONKELINX