Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B en van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs



Inhoudstafel:


Art. 1-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998014078  2006014162 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B wordt vervangen als volgt :
  "Art. 3. § 1. De kandidaat voor het rijbewijs van de categorie B die geslaagd is voor het theoretisch examen ontvangt een voorlopig rijbewijs B dat hem toelaat om te rijden met de bijstand van een begeleider die beantwoordt aan de voorwaarden voorzien in § 2. Dit voorlopig rijbewijs is geldig voor zesendertig maanden.
  Het voorlopig rijbewijs B stemt overeen met het model in bijlage 1.
  § 2. De houder van het voorlopig rijbewijs B moet vergezeld zijn van een begeleider die aan de volgende voorwaarden voldoet :
  a) hij moet beantwoorden aan de in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bedoelde voorwaarden om een rijbewijs te verkrijgen;
  b) hij moet sedert ten minste 8 jaar houder en drager zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs geldig om een voertuig van de categorie B te besturen. De bestuurder die, overeenkomstig artikel 44, § 5 of artikel 45 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, enkel een speciaal aan zijn handicap aangepast voertuig mag besturen, mag niet als begeleider bij de scholing optreden, behalve indien de kandidaat aan dezelfde handicap lijdt en eveneens een speciaal aan deze handicap aangepast voertuig bestuurt;
  c) hij mag niet vervallen zijn of mag gedurende de laatste drie jaar niet vervallen geweest zijn van het recht om een motorvoertuig te besturen en moet voldaan hebben aan de examens en onderzoeken die eventueel krachtens artikel 38 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer werden opgelegd;
  d) de begeleider mag, behalve voor dezelfde kandidaat, niet op een ander voorlopig rijbewijs als begeleider vermeld geweest zijn binnen het jaar vóór de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs. Dit verbod is niet van toepassing voor de begeleiding van eigen kinderen, kleinkinderen, zussen, broers of pleegkinderen of die van zijn/haar wettelijke partner;
  e) hij moet op het voorlopig rijbewijs vermeld worden en vooraan in het voertuig plaatsnemen.
  § 3. Een tweede begeleider, die voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 2 mag, door de overheid bedoeld in artikel 10, op het voorlopig rijbewijs vermeld worden hetzij op het ogenblik van de afgifte hetzij tijdens de scholing.
  In geval van verandering van begeleider tijdens de scholing wordt een nieuw voorlopig rijbewijs afgegeven door de overheid bedoeld in artikel 10; dit nieuw document heeft dezelfde uiterste geldigheidsdatum als het oorspronkelijk voorlopig rijbewijs.
  Als een van de op het voorlopig rijbewijs vermelde begeleiders niet langer één van de in § 2 vermelde voorwaarden vervult, moet de kandidaat van begeleider veranderen overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid. Het voorlopig rijbewijs verliest zijn geldigheid niet.
  § 4. De houder van een voorlopig rijbewijs B mag enkel begeleid worden door de ene of de andere of door de twee begeleiders bedoeld in §§ 2 en 3, en/of door een gebrevetteerde rij-instructeur, met uitsluiting van alle andere passagiers".

Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het derde lid wordt vervangen als volgt :
  "De houder van het voorlopig rijbewijs B zonder begeleider mag vergezeld zijn van ten hoogste twee personen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3, § 2, a), b) en c)." ;
  2° het vierde lid wordt opgeheven.

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 5/1. § 1. Na het verstrijken van de geldigheid van het voorlopig rijbewijs B, moet de kandidaat de scholing in een rijschool voortzetten en moet hij, om zich aan te bieden voor het praktisch examen, zes uur praktische lessen in een rijschool volgen.
  De kandidaat kan echter, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, een nieuw voorlopig rijbewijs B bekomen indien de geldigheid van het voorlopig rijbewijs B waarvan hij houder is geweest sinds meer dan drie jaar verstreken is.
  § 2. De houder van een geldig voorlopig rijbewijs B met begeleider kan, een enkele keer, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, een voorlopig rijbewijs B zonder begeleider krijgen en omgekeerd. De scholing die gevolgd wordt onder dekking van het vorig voorlopig rijbewijs B wordt in aanmerking genomen voor het berekenen van de termijn voorgeschreven in artikel 8, eerste lid.".

Art.4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 7. Met uitzondering van de gebrevetteerde rij-instructeurs die in dienst zijn van verenigingen zonder winstoogmerk en daarvan het bewijs leveren, mag niemand de houder van een voorlopig rijbewijs B tegen betaling begeleiden.
  De gebrevetteerde rij-instructeur moet niet op het voorlopig rijbewijs als begeleider vermeld worden.
  Artikel 3, § 2, d) is niet van toepassing op de gebrevetteerde rij-instructeur.".

(NOTA : bij arrest nr. 227/479 van 20 mei 2014 (B.St. 25-08-2014,p. 63745) heeft de Raad van State de tenuitvoerlegging van dit artikel geschorst , in zovere het artikel 7 van het voormeelde koninklijk besluit van 10 juli 2006 vervangt, evenwel beperkt tot het eerste lid van dit nieuwe artikel 7).Bekendmaking bij uittreksel voorgeshreven bij artikel 39 van de procedureregeling op dezelfde wijze als jet gedeeltelijk geschorste besluit

Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de tweede zin van het eerst lid word vervangen als volgt :
  "De kandidaat moet sinds minder dan drie jaar geslaagd zijn voor het theoretisch examen of ervan vrijgesteld zijn krachtens artikel 28 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.";
  2° een lid wordt ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid, luidende :
  "De kandidaat legt een geldig voorlopig rijbewijs B waarvan hij sinds minstens drie maanden houder is of een getuigschrift van praktisch onderricht afgegeven door een rijschool voor ten bewijs dat de lessen bedoeld in het artikel 5/1, § 1 werden gevolgd; in dat laatste geval, legt hij een attest voor, afgegeven door de overheid bedoeld in artikel 10 waaruit blijkt dat hij een scholing van ten minste drie maanden heeft gevolgd onder dekking van een voorlopig rijbewijs B.";
  3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende :
  "De kandidaat die geen houder is van een voorlopig rijbewijs B legt het praktisch examen af onder de voorwaarden bedoeld in het vierde lid.".

Art.6. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Niettemin worden de mislukkingen voor het praktisch examen die vóór de afgifte van het voorlopig rijbewijs bedoeld in artikel 5/1, § 1, tweede lid werden afgelegd, niet meegerekend.".

Art.7. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden ", artikel 34 en artikel 69, § 7, derde lid" vervangen door de woorden "en artikel 34".

Art.8. Artikel 45 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 3 april 2013, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  "De bepalingen van dit besluit die van kracht waren vóór 3 februari 2014 blijven van toepassing op de voorlopige rijbewijzen B afgegeven vóór deze datum.
  Na het verstrijken van de geldigheid van het voorlopig rijbewijs bedoeld in het eerste lid, is de kandidaat onderworpen aan de bepalingen van artikel 5/1.".

Art.9. In hetzelfde besluit wordt bijlage 1, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, bijlage 5 en wordt bijlage 2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, bijlage 6.

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 1 ingevoegd die als bijlage 1 is gevoegd bij dit besluit.

Art.11. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 ingevoegd die als bijlage 2 is gevoegd bij dit besluit.

Art.12. In artikel 32, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, paragraaf 6, opgeheven door het koninklijk besluit van 15 juli 2004, wordt hersteld als volgt :
  " § 6. Na twee opeenvolgende niet geslaagde theoretische examens, mag de kandidaat voor het rijbewijs geldig voor categorie B slechts een nieuwe theoretisch examen afleggen op vertoon van een getuigschrift van theoretisch onderricht afgegeven door een rijschool.
  De in het eerste lid voorgeschreven verplichting is niet van toepassing op :
  1° de kandidaten die een attest van een keel-, neus- en oorarts voorleggen waarin bevestigd wordt dat ze een zodanige gehoorhandicap hebben dat ze het onderricht bedoeld in het eerste lid niet in normale omstandigheden kunnen volgen;
  2° de kandidaten bedoeld in paragraaf 5.".

Art.13. In artikel 39, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 2006 en 1 september 2006, worden de woorden "van een persoon van minstens 24 jaar die houder is en in het bezit van een rijbewijs dat ten minste geldig is voor voertuigen van categorie B" vervangen door de woorden "van een persoon die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B".

Art.14. Dit besluit treedt in werking op 3 februari 2014.

Art.15. De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET KAARTMODEL VAN HET VOORLOPIG RIJBEWIJS MODEL 36
  1. De fysieke kenmerken van de kaart van het voorlopig rijbewijs zijn in overeenstemming met ISO-norm 7810.
  De kaart is gemaakt van polycarbonaat.
  De methodes voor toetsing van de kenmerken van de rijbewijzen aan de internationale normen zijn in overeenstemming met ISO-norm 10373.
  2. Het voor voorlopige rijbewijzen gebruikte materiaal wordt door middel van de volgende technieken tegen vervalsing beveiligd :
  - de bestanddelen van de kaart zijn optisch dood;
  - beveiligingsondergrond in de vorm van een patroon dat zodanig is ontworpen dat het niet kan worden vervalst door scannen, drukken of kopiëren, door middel van irisdruk met meerkleurige veiligheidsinkt en positieve en negatieve guillochedruk. Het patroon bestaat niet uit de primaire kleuren (cyaan/magenta/geel/zwart) en bevat zowel complexe patroonvormen in ten minste twee speciale kleuren als micro-opschriften;
  - optisch variabele elementen die adequate bescherming bieden tegen kopiëren of vervalsen van de foto;
  - lasergravure;
  - in de zone voor de foto moeten het patroon van de beveiligingsondergrond en de foto zelf ten minste aan de zijkant van de foto samenvallen (verflauwend patroon);
  - inkt met kleuromslag;
  - aangepaste hologrammen;
  - variabele laserbeelden;
  - ultraviolette fluorescerende inkt, zichtbaar en transparant;
  - voelbare karakters, symbolen of patronen.
  3. Het voorlopig rijbewijs heeft twee zijden :
  Bladzijde 1 bevat :
  a) de vermelding "voorlopig rijbewijs", in hoofdletters;
  b) de tekst "Enkel geldig in België";
  c) het onderscheidingsteken "B" van België;
  d) het onderscheidingsteken "M36" van model 36;
  e) de gegevens die specifiek zijn voor het afgegeven voorlopig rijbewijs, met de volgende nummers :
  1. de naam van de houder;
  2. de voornaam van de houder;
  3. geboortedatum en -plaats van de houder;
  4. a. de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs;
  b. de datum waarop de geldigheidsduur van het voorlopig rijbewijs afloopt;
  c. de naam van de bevoegde instantie die het voorlopig rijbewijs afgeeft;
  5. nummer van het voorlopig rijbewijs;
  6. de foto van de houder;
  7. de handtekening van de houder;
  8. de voertuigcategorie die de houder gerechtigd is te besturen;
  f) referentiekleur: licht lila.
  Bladzijde 2 bevat :
  a) de datum van afgifte van het eerste voorlopig rijbewijs van categorie B;
  b) naam en voornaam van de eerste en de tweede begeleider;
  c) de tekst "De houder mag niet sturen van tweeëntwintig uur tot zes uur 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen en de wettelijke feestdagen.";
  d) de tekst "Als de houder tweemaal na elkaar niet geslaagd is voor het praktisch examen moet hij zes uren praktische lessen volgen in een rijschool, alvorens aan een nieuw praktisch examen deel te nemen.";
  e) de eventuele aanvullende of beperkende gegevens in code, overeenkomstig bijlage 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
  f) een toelichting bij de genummerde rubrieken op de bladzijden 1 en 2 van het voorlopig rijbewijs (ten minste voor de rubrieken 1, 2, 3, 4a, 4b, 4c, 5 en 8).
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-12-2013, p. 98621)

Art. N2. Bijlage 2. - VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET KAARTMODEL VAN HET VOORLOPIG RIJBEWIJS MODEL 18
  1. De fysieke kenmerken van de kaart van het voorlopig rijbewijs zijn in overeenstemming met ISO-norm 7810.
  De kaart is gemaakt van polycarbonaat.
  De methodes voor toetsing van de kenmerken van de rijbewijzen aan de internationale normen zijn in overeenstemming met ISO-norm 10373.
  2. Het voor voorlopige rijbewijzen gebruikte materiaal wordt door middel van de volgende technieken tegen vervalsing beveiligd:
  - de bestanddelen van de kaart zijn optisch dood;
  - beveiligingsondergrond in de vorm van een patroon dat zodanig is ontworpen dat het niet kan worden vervalst door scannen, drukken of kopiëren, door middel van irisdruk met meerkleurige veiligheidsinkt en positieve en negatieve guillochedruk. Het patroon bestaat niet uit de primaire kleuren (cyaan/magenta/geel/zwart) en bevat zowel complexe patroonvormen in ten minste twee speciale kleuren als micro-opschriften;
  - optisch variabele elementen die adequate bescherming bieden tegen kopiëren of vervalsen van de foto;
  - lasergravure;
  - in de zone voor de foto moeten het patroon van de beveiligingsondergrond en de foto zelf ten minste aan de zijkant van de foto samenvallen (verflauwend patroon);
  - inkt met kleuromslag;
  - aangepaste hologrammen;
  - variabele laserbeelden;
  - ultraviolette fluorescerende inkt, zichtbaar en transparant;
  - voelbare karakters, symbolen of patronen.
  3. Het voorlopig rijbewijs heeft twee zijden :
  Bladzijde 1 bevat :
  a) de vermelding "voorlopig rijbewijs", in hoofdletters;
  b) de tekst "Enkel geldig in België";
  c) het onderscheidingsteken "B" van België;
  d) het onderscheidingsteken "M18" van model 18;
  e) de gegevens die specifiek zijn voor het afgegeven voorlopig rijbewijs, met de volgende nummers :
  1. de naam van de houder;
  2. de voornaam van de houder;
  3. geboortedatum en -plaats van de houder;
  4. a. de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs;
  b. de datum waarop de geldigheidsduur van het voorlopig rijbewijs afloopt;
  c. de naam van de bevoegde instantie die het voorlopig rijbewijs afgeeft;
  5. nummer van het voorlopig rijbewijs;
  6. de foto van de houder;
  7. de handtekening van de houder;
  8. de voertuigcategorie die de houder gerechtigd is te besturen;
  f) referentiekleur: licht lila
  Bladzijde 2 bevat :
  a) de datum van afgifte van het eerste voorlopig rijbewijs van categorie B.
  b) de tekst "De houder mag vergezeld zijn van één of twee personen die sinds ten minste 8 jaar houder zijn van een rijbewijs categorie B, dat zij bij zich hebben."
  c) de tekst "De houder mag niet sturen van tweeëntwintig uur tot zes uur 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen en de wettelijke feestdagen.";
  d) de tekst "Als de houder tweemaal na elkaar niet geslaagd is voor het praktisch examen moet hij zes uren praktische lessen volgen in een rijschool, alvorens aan een nieuw praktisch examen deel te nemen.";
  e) de eventuele aanvullende of beperkende gegevens in code, overeenkomstig bijlage 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
  f) een toelichting bij de genummerde rubrieken op de bladzijden 1 en 2 van het voorlopig rijbewijs (ten minste voor de rubrieken 1, 2, 3, 4a, 4b, 4c, 5 en 8).
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-12-2013, p. 98627)