15 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 22 maart 2004, 10 juli 2006, 1 september 2006, 13 februari 2007, 4 mei 2007, 24 augustus 2007, 23 december 2008, 10 september 2010, 28 april 2011, 20 september 2012 en 10 januari 2013 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 6°, worden de woorden " B, B+E, " ingevoegd tussen het woord " A, " en het woord " C1 " en de woorden " van het personeel " tussen de woorden " de leden " en de woorden " van de lokale politie ";
b) de bepaling onder 6° wordt aangevuld met een zin als volgt :
" Deze vrijstelling geldt eveneens tijdens de proeven georganiseerd na de opleiding; ";
c) in de bepaling onder 9°, worden de woorden " van het personeel " ingevoegd tussen de woorden " de leden " en de woorden " van de federale politie ";
d) de bepaling onder 9° wordt aangevuld met een zin als volgt :
" Deze vrijstelling geldt eveneens tijdens de proeven georganiseerd na de opleiding; ".
Art.2. In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 juli 2004, 4 mei 2007 en 28 april 2011, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
" 4° geslaagd zijn voor de theoretische en praktische proeven georganiseerd na de opleiding bedoeld in artikel 4, 6° en 9°, geldig voor de voertuigcategorie waarvoor het rijbewijs wordt aangevraagd. ".
Art.3. In artikel 35, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 2006, 1 september 2006, 24 augustus 2007, 28 april 2011 en 3 april 2013, wordt de bepaling onder d) opgeheven.
Art.4. In artikel 35/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, wordt de bepaling onder c) opgeheven;
2° in het tweede lid, 2°, wordt de bepaling onder d) opgeheven.
Art.5. In artikel 36, 3°, c), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 2004, 28 april 2011 en 3 april 2013, worden de woorden " , 6° " en " , 9° " opgeheven.
Art. 6. De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 november 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET