5 JULI 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 december 2010 betreffende de procedure, de vorm en de inhoud van de vergunning voor het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 3, § 1, laatste lid van het ministerieel besluit van 16 december 2010 betreffende de procedure, de vorm en de inhoud van de vergunning voor het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, wordt het laatste woord " aangetekende " opgeheven.
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 2 als volgt vervangen :
" § 2. Voor een sleep van uitzonderlijke voertuigen waarvan de massa's beantwoorden aan het Technisch reglement, kan de gebruiker enkel het trekkend voertuig aanduiden. De keuze van het getrokken voertuig is vrij. ".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 4/1. § 1. Voor de enkelvoudige uitzonderlijke voertuigen van de categorieën 1 en 2, zoals bedoeld in artikel 4, 1° of 2° van het koninklijk besluit, mag, in afwijking van artikel 4, de door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer erkende constructeur of bouwer, houder van een inschrijving "proefritten" krachtens artikels 5 tot 10 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, het geheel van de uitzonderlijke voertuigen dat voldoet aan de technische eigenschappen bepaald in de vergunning, aanduiden door middel van deze inschrijving "proefritten".
§ 2. De vergunning is geldig voor het in het verkeer brengen van uitzonderlijke voertuigen zoals aangeduid in paragraaf 1, voor zover de voertuigen worden gebruikt voor een van de volgende verplaatsingen :
a) na montage of herstelling om ze af te stellen of om hun goede werking na te gaan;
b) voor demonstratie;
c) voor hun parkeren;
d) om ze voor te rijden bij een instelling belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen;
e) om ze voor te rijden voor proefnemingen, evenals tijdens deze proefnemingen, te verrichten in het kader van de goedkeuring van een voertuig van een type dat het voorwerp dient uit te maken van een goedkeuringsprocedure.
§ 3. De uitzonderlijke voertuigen zoals bedoeld in paragraaf 1, mogen enkel onder de volgende voorwaarden gebruikt worden :
a) ze mogen, in de gevallen bedoeld in de bepalingen onder § 2, a), d) en e), enkel rijden binnen een straal van 25 km van de bouw- of assemblageplaats en, in de gevallen bedoeld in de bepalingen onder § 2, b) en c), enkel binnen een straal van 15 km van deze plaats;
b) voor de uitzonderlijke voertuigen van categorie 2, mag de verplaatsing enkel gebeuren op maximum twee alternatieve voorgeschreven reiswegen;
c) ze rijden niet tezelfdertijd op de openbare weg. ".
Art.4. In artikel 7, § 1, ii van hetzelfde besluit, wordt het woord " aangetekende " opgeheven ".
Art. 5. In artikel 10 van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, wordt vermelding f) aangevuld met de woorden "waarvan de massa's niet voldoen aan het technisch reglement";
2° in paragraaf 1, wordt vermelding g) aangevuld met de woorden "of het nummer van de proefrittenplaat in de gevallen bedoeld in artikel 4/1";
3° paragraaf 2 wordt vervangen door het volgende :
" De technische karakteristieken van het uitzonderlijk voertuig en de gedetailleerde reisweg, evenals elk ander document dat bij de vergunning is gevoegd of moet worden gevoegd, maken wezenlijk deel uit van de vergunning. ".
Brussel, 5 juli 2013.
De Minister van Binnenlandse zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET