Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005014182 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 januari 2007 en 7 april 2007, wordt de bepaling onder 22° /1 ingevoegd, luidende :
  "


22° /1 De bestuurder en de passagiers van auto`s die aan het verkeer deelnemen, moeten de veiligheidsgordel dragen, op de plaatsen die ermee zijn uitgerust.35.1.1, lid 1
De bestuurder en de passagier van motorvoertuigen die aan het verkeer deelnemen andere dan auto`s, moeten de veiligheidsgordel dragen op de plaatsen die ermee zijn uitgerust.35.1.1, lid 6, eerste zin
De veiligheidsgordel wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden.35.1.3
Het aantal inzittenden van een auto mag niet meer bedragen dan de som van het aantal plaatsen uitgerust met een veiligheidsgordel en van het aantal plaatsen die daarmee niet behoeven te zijn uitgerust.44.1, lid 3
De plaatsen uitgerust met veiligheidsgordels moeten bij voorrang worden ingenomen.44.1, lid 4
"

Art.2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 2006 en 7 april 2007, worden de bepalingen onder 20° /1, 33° /1 en 49° ingevoegd, luidende :
  "


20° /1 In auto`s die aan het verkeer deelnemen, moeten kinderen van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem.35.1.1, lid 2
Op de zitplaatsen die niet zijn uitgerust met een veiligheidsgordel worden geen kinderen vervoerd van minder dan 3 jaar. Op de zitplaatsen voorin die niet zijn uitgerust met een veiligheidsgordel worden geen kinderen vervoerd van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm.35.1.1, lid 3
In taxi`s waarin geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is, worden kinderen van minder dan 18 jaar en die kleiner zijn dan 135 cm op een andere zitplaats dan een van de zitplaatsen voorin in het voertuig vervoerd.35.1.1, lid 4, tweede zin
Kinderen van minder dan 18 jaar worden niet in een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een passagierszitplaats met een voorairbag vervoerd, tenzij deze airbag is uitgeschakeld of automatisch op toereikende wijze wordt uitgeschakeld.35.1.1, lid 5
In motorvoertuigen die aan het verkeer deelnemen, andere dan auto`s, moeten de kinderen van minder dan 3 jaar vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. Kinderen van 3 jaar of meer en minder dan 8 jaar moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem, of de veiligheidsgordel dragen.35.1.1, lid 6
Op een tweewielige bromfiets of een motorfiets met een maximale cilinderinhoud van 125 cm3, moeten kinderen van drie jaar of meer en minder dan acht jaar worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem.35.1.1, lid 7
Kinderen onder de drie jaar mogen niet worden vervoerd op een tweewielige bromfiets of op een motorfiets; kinderen van drie jaar of meer en minder dan acht jaar mogen niet worden vervoerd op een motorfiets met een cilinderinhoud van meer dan 125 cm3.35.1.1, lid 8
Op een motorfiets met zijspanwagen moeten kinderen van minder dan acht jaar worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem dat geplaatst is in de zijspanwagen van de motorfiets.35.1.1, lid 9
In voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en in voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 3,5 ton, wanneer het na installatie van twee kinderbeveiligingssystemen niet mogelijk is nog een derde kinderbeveiligingssysteem te installeren en deze beveiligingssystemen in gebruik zijn, mag op de andere zitplaatsen dan de zitplaatsen voorin in het voertuig een derde kind van 3 jaar of ouder en kleiner dan 135 cm worden vervoerd, indien het de veiligheidsgordel draagt.35.1.2, lid 1
In geval van incidenteel vervoer over korte afstand, in voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en in voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 3,5 ton waarin geen of een onvoldoend aantal kinderbeveiligingssystemen beschikbaar is, mogen op de andere zitplaatsen dan de zitplaatsen voorin in het voertuig, kinderen van 3 jaar of ouder en kleiner dan 135 cm worden vervoerd, indien zij de veiligheidsgordel dragen. Dit geldt niet met betrekking tot kinderen waarvan een ouder het voertuig bestuurt.35.1.2, lid 2
Het kinderbeveiligingssysteem wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden.35.1.3


33° /1 Het aantal inzittenden van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm van een auto mag niet meer bedragen dan de som van het aantal plaatsen dat is uitgerust met een veiligheidsgordel of een goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem en van het aantal plaatsen die daarmee niet behoeven te zijn uitgerust.44.1, lid 3
De plaatsen uitgerust met kinderbeveiligingssystemen moeten door inzittenden van minder dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm bij voorrang worden ingenomen.44.1, lid 4


49° Het is verboden kinderbeveiligingssystemen te gebruiken die niet beantwoorden aan de vanaf 1 september 2006 van toepassing zijnde normen.85.3, lid 1
 
"

Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2013.

Art. 4. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor het Wegverkeer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 9 januari 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  Mevr. J. MILQUET
  De Minister van Justitie,
  Mevr. A. TURTELBOOM
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  M. WATHELET