17 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij de droogte van de lente 2011 als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld
Art. 1-7
Artikel 1. De schade aan de volgende teelten veroorzaakt door de droogte van de lente 2011, wordt beschouwd als een landbouwramp die de toepassing verantwoordt van artikel 2, § 1, 2° van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen :
- vlas;
- spinazie;
- zomergranen : haver, zomertarwe of wisseltarwe, zomergerst, brouwgerst, zomerrogge.
Art.2. De geografische omvang van deze ramp omvat :
- het geheel van het Belgische grondgebied voor wat vlas en spinazie betreft;
- de volgende gemeenten voor wat de zomergranen betreft : Bredene, De Haan, Blankenberge, Knokke-Heist, Zuienkerke met uitzondering van het grondgebied dat overeenstemt met de landbouwstreek 'Vlaamse zandstreek', Damme met uitzondering van het grondgebied dat overeenstemt met de landbouwstreek 'Vlaamse zandstreek', Brugge met uitzondering van het grondgebied dat overeenstemt met de landbouwstreek 'Vlaamse zandstreek', Jabbeke met uitzondering van het grondgebied dat overeenstemt met de landbouwstreek 'Vlaamse zandstreek', Oudenburg met uitzondering van het grondgebied dat overeenstemt met de landbouwstreek 'Vlaamse zandstreek'.
Art.3. De bedragen per hectare van de in aanmerking genomen schade zijn de volgende :
- vlas : 1.120 EUR
- spinazie : 1.090 EUR
- zomergranen : 690 EUR.
De minister bevoegd voor Landbouw stelt de modaliteiten van de indiening van de aanvragen vast alsmede de wijze van hun onderzoek.
Art.4. Voor de tegemoetkoming worden de bedragen bedoeld in artikel 3 verminderd met 50 % als de geteisterde geen verzekering afgesloten heeft tegen de klimaatrisico's voor ten minste 50 % van zijn productie.
Art.5. Voor de berekening van de tegemoetkoming van het Nationaal Fonds voor Landbouwrampen wordt elke feitelijke vereniging van natuurlijke personen die onder eenzelfde producentennummer of eenzelfde BTW-nummer geïdentificeerd is, beschouwd als één enkele uitbater van het geteisterde goed.
Art.6. Schadeloosstelling is enkel mogelijk indien de schade tijdig werd vastgesteld en het schadepercentage minstens 30 % bedraagt. Het schadepercentage wordt berekend op de totale oppervlakte per teelt.
Art. 7. De minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE