26 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot uitvoering van artikel 2, 6°, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten en en tot uitvoering van artikel 23bis, laatste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 1, 4°, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot uitvoering van artikel 2, 6°, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten wordt aangevuld als volgt :
"De pagina `Contactgegevens slachtoffer' van de slachtofferverklaring wordt in een aparte map bewaard die geen deel uitmaakt van het strafuitvoeringsdossier."
Art.2. In het opschrift "Afdeling 1 - Specifieke bepaling ten aanzien van de slachtoffers bedoeld in artikel 2, 6°, a), van de wet" van Hoofdstuk III, van hetzelfde besluit, wordt het woord "a)" vervangen door de woorden "a) en b)".
Art.3. In het opschrift "Afdeling 2 - Specifieke bepaling ten aanzien van de slachtoffers bedoeld in artikel 2, 6°, b) en c) van de wet" van Hoofdstuk III, van hetzelfde besluit worden de woorden "b) en c)" vervangen door de woorden "c), d), en e)".
Art.4. In artikel 7, van hetzelfde besluit, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
"De griffie waakt er over dat, wanneer de veroordeelde een afschrift van het dossier vraagt of telkens wanneer het dossier voor inzage ter beschikking wordt gesteld van de veroordeelde en zijn raadsman, de map die de pagina `Contactgevens slachtoffer' bevat, zich niet in het dossier bevindt."
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende :
"Art. 7bis. Het slachtoffer dat in persoon wenst te verschijnen op de zitting om te worden gehoord over de slachtoffergerichte voorwaarden en dat de taal van de rechtspleging niet begrijpt, deelt dit bij ontvangst van de gerechtsbrief waarmee het in kennis wordt gesteld van de dag, het uur en de plaats van de zitting, onverwijld mee aan het openbaar ministerie via het snelst mogelijke schriftelijke communicatiemiddel. Het openbaar ministerie neemt de gepaste maatregelen opdat het slachtoffer op de zitting kan worden bijgestaan door een beëdigd tolk."
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 7. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 26 december 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM