Details





Titel:

14 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de externe mobiliteit van de militairen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-2013 en tekstbijwerking tot 23-09-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Gemeenschappelijke bepalingen aan de beziging, de overplaatsing en de beroepsomschakeling
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - De beziging
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - De beroepsomschakeling
Art. 6-7
HOOFDSTUK 4. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 8-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006007116  2006007285  2006007286  2011007103 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017012169  2019041963 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Gemeenschappelijke bepalingen aan de beziging, de overplaatsing en de beroepsomschakeling
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet onder "de wet" verstaan worden : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.

Art.2. De kandidatuur voor een beziging, een overplaatsing en een beroepsomschakeling moet met een formulier "model B" ingediend worden bij de directeur-generaal human resources of de overheid die hij aanwijst, vóór de datum die deze overheid bepaalt. De datum van indiening van dit formulier geldt als bewijs.

Art.3.De directeur-generaal human resources of de overheid die hij aanwijst :
  1° aanvaardt of weigert de kandidaturen bedoeld in [1 de artikelen 146, 152, eerste lid, 1°,]1 158, eerste lid, 1°, en 163/1, eerste lid, 1°, van de wet;
  2° bepaalt het model van het in artikel 2 bedoelde formulier.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-12/04, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 03-10-2019>

Art.4.Het minimum aantal jaren dienstanciënniteit dat een militair moet tellen om in aanmerking te komen voor een beziging, een overplaatsing en een beroepsomschakeling, bedraagt 15 jaar.
  [1 Behoudens uitzonderlijke redenen waarover de minister van Defensie oordeelt, voor elke aanvraag ingediend vanaf 1 januari 2017 tot 1 januari 2022, bedraagt het minimum aantal jaren dienstanciënniteit evenwel 20 jaar.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-04-28/19, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 12-06-2017>

HOOFDSTUK 2. - De beziging
Art.5. De toelagen bedoeld in artikel 156/15, eerste lid, 5°, van de wet zijn, in voorkomend geval :
  1° de toelage voor geselecteerde bedoeld in artikel 30 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier;
  2° de staffunctietoelage bedoeld in artikel 31, § 2, van hetzelfde besluit;
  3° de commandotoelage bedoeld in artikel 31, § 3, van hetzelfde besluit;
  4° de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit;
  5° de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit.

HOOFDSTUK 3. - De beroepsomschakeling
Art.6. De duur van de oriëntatiefase wordt vastgesteld op één maand.
  De maximale duur van de reclasseringsfase wordt vastgesteld op elf maanden.

Art.7. De toelagen die het karakter van een toebehoren van de wedde hebben, zoals bedoeld in artikel 170, derde lid, van de wet zijn :
  1° de haard- of standplaatstoelage bedoeld in het koninklijk besluit van 26 november 1997 tot vervanging, voor het personeel van sommige overheidsdiensten, van het koninklijk besluit van 30 januari 1967 houdende toekenning van een haardtoelage of een standplaatstoelage aan het personeel der ministeries;
  2° de toelage voor geselecteerde, bedoeld in artikel 30 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier;
  3° de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit;
  4° de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit.

HOOFDSTUK 4. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.8. Opgeheven worden :
  1° het koninklijk besluit van 1 april 2006 betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 2007 en 25 september 2007;
  2° het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 betreffende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 februari 2011;
  3° het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 betreffende de professionele heroriëntering van de militairen;
  4° het koninklijk besluit van 12 mei 2011 tot uitvoering van de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de krijgsmacht.

Art.9. Op 31 december 2013 treden in werking :
  1° de artikelen 144 tot 170/3, 216/1, 237/6 tot 238/1, 241, 241/1 en 271/1 van de wet, zoals gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013;
  2° dit besluit.

Art. 10. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.