15 DECEMBER 2013. - [Koninklijk besluit van 15 december 2013 tot vaststelling van de functies bij de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen waarvan de uitoefening afhankelijk kan worden gesteld van een veiligheidsverificatie] <KB2018-07-06/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-12-2013 en tekstbijwerking tot 18-07-2018)
Art. 1-9
Artikel 1.[1 Als de overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheids-machtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, hierna genoemd de Nationale Veiligheidsoverheid, besloten heeft dat een veiligheidsverificatie gerechtvaardigd is, hebben personeelsleden slechts toegang tot een functie bedoeld in het tweede lid bij de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, nadat zij een positief veiligheidsadvies, zoals bedoeld in artikel 22quinquies/1, §§ 2 en 3, van de wet, hebben verkregen van deze overheid.
De kandidaten voor een hierna vermelde functie zullen het voorwerp uitmaken van een verzoek tot veiligheidsverificatie:
1° een functie bij de regiekamers;
2° een functie bij de controleregies;
3° een functie bij de Dienst Ketentoezicht;
4° een functie bij de Dienst SEDA;
5° een functie die het dragen van een vuurwapen inhoudt;
6° een functie uitgeoefend op de luchtvaartterreinen en hun aanhorigheden, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 houdende regeling van de Burgerluchtvaart;
7° een functie die het omgaan met beeldanalyses inhoudt.]1
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.2.Als de Nationale Veiligheidsoverheid besloten heeft dat de veiligheidsverificatie gerechtvaardigd is, met het oog op de toekenning van een functie [1 bedoeld in artikel 1, tweede lid,]1 dan is het verkrijgen van een positief veiligheidsadvies een toelaatbaarheidsvereiste in de zin van artikel 17, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel.
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.3.In uitvoering van artikel 1, eerste lid, kunnen ambtenaren die bij wege van mobiliteit, zoals bedoeld in koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het Federaal Administratief Openbaar Ambt, kandidaat zijn voor een functie [1 bedoeld in artikel 1, tweede lid,]1 slechts benoemd worden bij de Federale Overheidsdienst Financiën indien een positief veiligheidsadvies werd verstrekt.
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.4.Ambtenaren kunnen slechts bij wege van een mutatie of een dienstaanwijzing, al dan niet verbonden aan een bevordering, toegang krijgen tot een functie [1 ...]1 bedoeld in artikel 1, tweede lid, nadat in voorkomend geval een positief veiligheidsadvies werd verstrekt.
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.5.[1 Wanneer een veiligheidsadvies dient te worden verlengd of een nieuw veiligheidsadvies wordt uitgebracht zoals bedoeld in artikel 22quinquies, § 5, van genoemde wet van 11 december 1998 en de Nationale Veiligheidsoverheid een negatief advies verleent, wordt de ambtenaar, waarvoor het verkrijgen van een positief veiligheidsadvies een toelaatbaarheidsvereiste was in de zin van artikel 17, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, wanneer het negatief advies definitief is, na hem te hebben gehoord, ambtshalve ontslagen, indien de ambtenaar een andere door de overheid voorgestelde functie in de Federale Overheidsdienst Financiën weigert.
De ambtenaar waarvan het positief veiligheidsadvies dient te worden verlengd en die niet wenst te worden onderworpen aan een veiligheidsverificatie of zijn instemming intrekt wordt, indien het verkrijgen van een positief veiligheidsadvies een toelaatbaarheidsvereiste was in de zin van artikel 17, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, na hem te hebben gehoord, ambtshalve ontslagen, indien de ambtenaar een andere door de overheid voorgestelde functie in de Federale Overheidsdienst Financiën weigert.]1
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.6.
<Opgeheven bij KB 2018-07-06/02, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2018-07-06/02, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art.8.Om bij arbeidsovereenkomst in dienst te worden genomen met het oog op een tewerkstelling in een functie [1 ...]1 bedoeld in artikel 1, tweede lid, dient voor de kandidaat, in voorkomend geval, voorafgaandelijk een positief veiligheidsadvies te zijn verstrekt.
Het al in dienst zijnde contractueel personeel kan slechts worden tewerkgesteld in een [1 functie]1 bedoeld in artikel 1, tweede lid, nadat het, in voorkomend geval, een voorafgaandelijk positief veiligheidsadvies verkreeg.
[1 Wanneer een veiligheidsadvies dient te worden verlengd of een nieuw veiligheidsadvies wordt uitgebracht zoals bedoeld in artikel 22quinquies, § 5, van genoemde wet van 11 december 1998 en de Nationale Veiligheidsoverheid een negatief advies verleent dat definitief is geworden of als het contractueel personeelslid niet wenst te worden onderworpen aan een veiligheidsverificatie of zijn instemming intrekt, wordt een einde gesteld aan de arbeidsovereenkomst van het personeelslid, na hem te hebben gehoord, indien hij een andere door de overheid voorgestelde functie in de Federale Overheidsdienst Financiën weigert.]1
----------
(1)<KB 2018-07-06/02, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2018>
Art. 9. De minister bevoegd voor Financiën wordt belast met de uitvoering van dit besluit.