Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

1 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994003344 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari 1995, 7 mei 1996 en 11 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de inleidende zin, worden de woorden "de volgende :" vervangen door de woorden "de hierna opgesomde vastrentende effecten, in de zin van artikel 2, § 1, 8°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 :";
  2° in paragraaf 1, 4°, wordt het woord "vastrentende" opgeheven;
  3° in de inleidende zin van paragraaf 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 1996, worden de woorden "De hierna vermelde vastrentende effecten die uitgegeven zijn" vervangen door de woorden "De hierna vermelde effecten die uitgegeven zijn";
  4° in paragraaf 2, 2°, wordt het woord "vastrentende" opgeheven en worden de woorden "de Europese Gemeenschap" vervangen door de woorden "de Europese Economische Ruimte" en de woorden "één van de in artikel 3 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten bedoelde bemiddelaars, die gevestigd zijn in een Lidstaat van de EG;" vervangen door de woorden "één van de bemiddelaars gevestigd in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte in de zin van artikel 2, 10° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;";
  5° in paragraaf 2, 3°, wordt het woord "vastrentende" opgeheven en worden de woorden "de Europese Gemeenschap" vervangen door de woorden "de Europese Economische Ruimte";
  6° in paragraaf 3, 1°, worden de woorden "vastrentende effecten" vervangen door het woord "effecten";
  7° in paragraaf 3, 2°, worden de woorden "bedoelde vastrentende effecten" vervangen door de woorden "bedoelde effecten";
  8° paragraaf 4, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 1995, wordt opgeheven.

Art.2. In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "Administratie der directe belastingen" vervangen door de woorden "administratie bevoegd voor de vestiging of de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen".

Art.3. In artikel 6, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 1996, worden de woorden "Administratie der Directe Belastingen" vervangen door de woorden "administratie bevoegd voor de vestiging of de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen".

Art.4. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 9/1 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 9/1. In afwijking van de artikelen 8 en 9, en wat de effecten betreft waarvan de inkomsten niet bepaalbaar zijn op het ogenblik van de uitgifte of in het begin van de intrestperiode, wordt het bedrag van de gelopen rente op de valutadag van de transactie met vastrentende effecten, waarop de roerende voorheffing is verschuldigd of waarop de vergoeding, gelijk aan de roerende voorheffing wordt betaald, bepaald aan de hand van de formule van berekening van de interesten die is vastgesteld bij de uitgifte, rekening gehouden met de op de valutadag van de transactie vastgestelde waarde van de in deze formule bepaalde parameters, mits de beheerder van het systeem deze formule op operationeel gebied goedkeurt. ".

Art.5. In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "8 en 9" telkens vervangen door de woorden "8, 9 en 9/1".

Art.6. Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  Artikel 4 is van toepassing op effecten met uitgifte vanaf 1 januari 2013.

Art. 7. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 1 juli 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  K. GEENS