7 MEI 2013. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 20sexies van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-05-2013 en tekstbijwerking tot 14-12-2017)
Art. 1-8
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector;
2° het koninklijk besluit van 24 januari 1969 : het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk;
3° het koninklijk besluit van 12 juni 1970 : het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden der instellingen van openbaar nut, van de publiekrechtelijke rechtspersonen en van de autonome overheidsbedrijven, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk;
4° het koninklijk besluit van 13 juli 1970 : het koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van sommige personeelsleden van overheidsdiensten of overheidsinstellingen van de lokale sector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk;
5° het koninklijk besluit van 30 maart 2001 : het koninklijk van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
6° het koninklijk besluit van 26 augustus 2003 : het koninklijk besluit van 26 augustus 2003 houdende de tenlasteneming en de betaling van de kosten, vergoedingen en de renten inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten overkomen aan personeelsleden van de geïntegreerde politie;
7° de werkgever : de besturen, diensten, instellingen, inrichtingen of personen die zijn opgesomd in de artikelen 1 en 1bis van de wet;
8° [1 Fedris : het Federaal agentschap voor beroepsrisico's;]1
9° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 12 juni 1970, in artikel 27 van het koninklijk besluit van 13 juli 1970 en in artikel 9 van het koninklijk besluit van 26 augustus 2003;
10° de Minister : de minister die de toepassing van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 onder zijn bevoegdheid heeft.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 221, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2.Bij [1 Fedris]1 wordt een centrale gegevensbank betreffende de aangegeven arbeidsongevallen, hun gevolgen en hun regeling opgericht.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 222, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.3. De in artikel 2 vermelde gegevensbank heeft tot opdracht :
1° het inzamelen, registreren, verwerken en bijhouden van de gegevens :
a) betreffende de aangegeven arbeidsongevallen, inzonderheid deze voorzien in het model van aangifte vastgelegd krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 januari 1969, de gevolgen en hun regeling;
b) betreffende de slachtoffers en hun rechthebbenden;
c) betreffende de werkgevers en hun verzekeringscontracten;
d) nodig voor de organisatie van een preventiebeleid zoals bepaald in artikel 3quater van de wet;
2° overeenkomstig de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, als beheersinstelling van een secundair netwerk instaan voor de leiding en de organisatie van de elektronische uitwisseling van sociale gegevens tussen de werkgever en
a) de andere instellingen van sociale zekerheid met het oog op de toepassing van de sociale zekerheid;
b) de verzekeringsonderneming als de werkgevers gebruik hebben gemaakt van artikel 16 van de wet;
c) andere diensten, instellingen en organismen die daartoe gerechtigd zijn, en in het bijzonder de administratieve gezondheidsdienst bedoeld in het koninklijk besluit van 24 januari 1969, of de geneeskundige dienst bedoeld in het koninklijk besluit van 12 juni 1970 en in het koninklijk besluit van 13 juli 1970, en de gerechtelijke geneeskundige dienst bedoeld in de het koninklijk besluit van 30 maart 2001 of de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarbij de werkgever is aangesloten.
Art.4.De werkgever bezorgt via het portaal van de sociale zekerheid aan [1 Fedris]1 voor elk ongeval de volgende gegevens binnen de hierna vermelde termijen :
1° de gegevens die voorkomen op het aangifteformulier en het doktersattest binnen een termijn van twee dagen na de ontvangst;
2° de gegevens betreffende het al dan niet ten laste nemen van het ongeval binnen de 30 dagen na de ontvangst van de aangifte;
3° de gegevens betreffende de periodes en de graden van tijdelijke ongeschiktheid aan het begin en aan het einde van elke periode
4° de gegevens betreffende de beslissing over de regeling van het ongeval en de eventuele wijzigingen na het tijdstip van de beslissing.
De werkgever of zijn bevoegde medische dienst deelt de gegevens betreffende een al dan niet voorziene blijvende ongeschiktheid mee op het einde van elk jaar tot aan de regeling; de informatie wordt meegedeeld voor het einde van de maand februari die volgt op het betrokken jaar.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 223, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.De Minister, op voordracht van het [1 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]1, stelt de regels vast voor de wijze van overdracht en doorstroming van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gegevens en de termijnen voor het toezenden en voor de bewaring ervan.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 224, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6. Het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de elementen van de ongevalsaangifte over te maken aan het Fonds voor Arbeidsongevallen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 6 december 2005 en 13 april 2008, wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de 1 januari 2014.
Art. 8. De minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.