Artikels:
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 oktober 2011 tot overplaatsing naar de FOD Binnenlandse Zaken van de personeelsleden in dienst bij de centra van het eenvormig oproepstelsel, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In afwijking van het eerste lid wordt de overplaatsing die bij toepassing van dit lid na 31 december 2013 uitwerking heeft, ambtshalve geacht terugwerkende kracht te hebben tot 31 december 2013.
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"Het in artikel 1 bedoeld statutair gemeentepersoneel met de graad en weddenschaal die hierna in de tweede kolom onder de betrokken gemeente vermeld in de eerste kolom zijn opgenomen op het ogenblik van de overplaatsing, wordt ambtshalve benoemd in de graad die in de derde kolom is opgenomen.
Gemeenten | Graad en weddenschaal | Graad |
Antwerpen | administratief medewerker C1-C2 | technisch assistent |
| administratief hoofdmedewerker C4-C5 | technisch assistent |
Brugge | administratief medewerker C1-C2 | technisch assistent |
| administratief hoofdmedewerker C4-C5 | technisch assistent |
Gent | administratief medewerker C1-C2 | technisch assistent |
| administratief hoofdmedewerker C4-C5 | technisch assistent |
Hasselt | administratief medewerker C1-C2 | technisch assistent |
| administratief hoofdmedewerker C4-C5 | technisch assistent |
Leuven | administratief medewerker C1-C2 | technisch assistent |
| administratief hoofdmedewerker C4-C5 | technisch assistent |
Luik | administratief medewerker D4, D5, D5.1 | technisch assistent |
Bergen | administratief medewerker D4, D5, D5.1 | technisch assistent |
| administratief assistent C3 | technisch assistent |
Namen | administratief medewerker D4, D5, D5.1 | technisch assistent |
Art.3. Artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Onverminderd de toepassing van het tweede lid, bedraagt de beschermingswedde in geen geval minder dan de wedde die het betrokken personeelslid ontvangt onmiddellijk vóór zijn overplaatsing, overeenkomstig zijn gemeentelijk statuut."
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende :
"Art. 4bis. Aan de personeelsleden bedoeld in artikel 4 wordt een weddencomplement toegekend waarvan het bedrag het verschil is tussen de wedde in de oude weddenschaal in de zin van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt enerzijds en de wedde vastgesteld in toepassing van dit besluit, verminderd met de eerste schaalbonificatie en de schaalbonificaties bedoeld in artikelen 49 tot 51 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt anderzijds. Dit bedrag is nooit negatief. Zodra de wedde vastgesteld in toepassing van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, verminderd met de eerste schaalbonificatie en de schaalbonificaties, hoger is dan de wedde in de oude weddenschaal in de zin van hetzelfde besluit, wordt het weddencomplement niet meer toegekend.
Het weddencomplement wordt als wedde beschouwd."
Art.5. In artikel 5, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "die bij hun overplaatsing niet beslist hebben onderworpen te blijven aan de op 1 januari 2011 van toepassing zijnde bepalingen van het geldelijk statuut, en andere geldelijke voordelen, overeenkomstig artikel 7, § 1, eerste, tweede en vierde lid," ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in artikel 4," en de woorden "wordt een jaarlijkse integratietoelage toegekend".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende :
"Art. 5bis. § 1. De personeelsleden bedoeld in artikel 4 die op het ogenblik van de overplaatsing of later, ten gevolge van het slagen in een gecertificeerde opleiding na 1 januari 2014, in de hoogste weddenschaal van hun graad bezoldigd worden en die drie keer de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of de vermelding "uitzonderlijk" hebben bekomen, bekomen een jaarlijkse toelage van 1.700,00 euro voor de specificiteit van hun weddenschaal. Deze toelage wordt niet toegekend wanneer het personeelslid de vermelding "te verbeteren" of de vermelding "onvoldoende" heeft bekomen.
Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde toelage wordt verminderd met het bedrag van de premie voor competentieontwikkeling die desgevallend aan het personeelslid wordt toegekend, en met het bedrag van de eerste schaalbonificatie en de schaalbonificaties bedoeld in artikelen 49 tot 51 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
§ 2. De in § 1 bedoelde toelage is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
Het bedrag van de in § 1 bedoelde jaarlijkse toelage wordt gedeeld door twaalf en maandelijks tegelijkertijd met en in dezelfde mate van de wedde uitbetaald op grond van de verrichte prestaties.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor de in § 1 bedoelde toelage."
Art.7. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
" § 4. Het personeelslid bedoeld in § 1, dat heeft beslist onderworpen te blijven aan de wetten en reglementen bedoeld in § 1 kan niet genieten van de premie voor competentieontwikkeling."
Art.8. In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "op 1 januari 2011 maaltijdcheques werden toegekend" vervangen door de woorden "krachtens de op hen op 1 januari 2011 van toepassing zijnde bepalingen van het geldelijk statuut maaltijdcheques konden worden toegekend".
Art.9. In artikel 10, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "op 1 januari 2011" vervangen door de woorden "op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar van de overplaatsing".
Art.10. Artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Onverminderd de toepassing van het tweede lid, bedraagt de beschermingswedde in geen geval minder dan de wedde die het betrokken personeelslid ontvangt onmiddellijk vóór zijn overplaatsing, overeenkomstig zijn gemeentelijk statuut."
Art.11. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikelen 5, 6, 7, § 1, 8, 9 en 10, § 1" vervangen door de woorden "artikelen 4bis, 5, 5bis, 6, 7 § 1, 8, 9 en 10, § 1".
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2011, met uitzondering van de artikelen 4, 6 en 11, die in werking treden op 1 januari 2014.
Art. 13.De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
[Gegeven te Brussel 9 janvier 2014]. (ERRATUM, zie B.St. 21-01-2014, p. 5074)
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET