11 JUNI 2013. - Koninklijk besluit betreffende het logboek van de maritieme veiligheidsondernemingen
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit dient te worden verstaan onder :
1° de wet : de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
2° maritieme veiligheidsonderneming : onderneming zoals bedoeld in artikel 13.18 van de wet;
3° agent : persoon zoals bedoeld in artikel 13.20, § 1, 5°, van de wet;
4° operationele leidinggevende : de agent die door de maritieme veiligheidsonderneming wordt aangeduid om de andere agenten te leiden tijdens de opdracht en die de operationele leiding neemt van deze;
5° maritieme veiligheidsploeg : ploeg die voor het toezicht, de bescherming en veiligheid aan boord van het schip zorgt;
6° wapenkamer : wapenkamer zoals bedoeld in artikel 8, § 2, derde lid, van de wet.
Art.2. De operationele leidinggevende moet erop toezien dat er gedurende de hele tijd van de opdracht een logboek behorende tot de maritieme veiligheidsonderneming wordt bijgehouden, waarin alle gebeurtenissen betreffende de uitvoering van de opdracht worden genoteerd.
De volgende gegevens en feiten, met vermelding van de datum en het uur, moeten minimum worden vermeld :
- elke veiligheidsmaatregel genomen door de maritieme bewakingsploeg;
- elke oefening georganiseerd op het schip door de operationele leidinggevende (beschrijving van het verloop en van het resultaat);
- elke informatie uitgewisseld tussen de operationele leidinggevende, de kapitein of de maritieme bewakingsploeg betreffende de veiligheid van het schip en de personen aan boord;
- elke instructie van de kapitein aan de operationele leidinggevende (beschrijving van de inhoud van de instructie);
- bij elke wissel van wachtploeg het begin- en einduur van de wacht, de identiteit van de wakers en de positie van de wakers;
- het resultaat van de dagelijkse inventaris van alle munitie en alle wapens bewaard in de wapenkamer die gedaan werd door de operationele leidinggevende met voor elk wapen de vermelding van de aard, het merk, het model, het type, het kaliber en het serienummer;
- elke wegneming van wapen uit de wapenkamer alsook elke terugplaatsing van wapen in de wapenkamer met vermelding van de volgende elementen :
a)het identificatienummer van het wapen;
b) de datum en het uur van de wegneming of van de terugplaatsing;
c) de naam alsook het nummer van de identificatiekaart van de persoon die het wapen gaat dragen als het niet aanwezig is in de wapenkamer;
- elke risicoanalyse uitgevoerd door de maritieme veiligheidsploeg (beschrijving en resultaat);
- elk signalement van een verdacht schip, elke poging tot aanval en elke aanval (beschrijving van de feiten);
- elk feit gepleegd door een lid van de maritieme bewakingsploeg dat een gevaar kan vormen voor zichzelf of voor derden of een inbreuk op de reglementeringen of procedures die op hem van toepassing zijn;
- elke tussenkomst van militairen ter bijkomende bescherming tegen piraterij;
- elke verzending van een verslag aan derden tijdens de opdracht alsook de referentie ervan.
Art.3. De inschrijvingen gebeuren dag per dag en zonder blanco. Zij worden dagelijks ondertekend door de operationele leidinggevende.
Art.4. De operationele leidinggevende is verplicht zijn logboek te laten viseren door de kapitein na afloop van de opdracht.
Art.5. Het logboek wordt opgesteld in één van de landstalen.
In afwijking van het eerste lid kan het logboek in het Engels worden opgesteld wanneer de operationele leidinggevende of de kapitein geen enkele van de landstalen beheerst.
Art. 6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET