Details





Titel:

16 NOVEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot oprichting van de Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek naar aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-01-2013 en tekstbijwerking tot 13-10-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [1 ...]1
  2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
  3° besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 : besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 betreffende Vlaamse werkgroepen binnen het preventieve gezondheidsbeleid.
  ----------
  (1)<MB 2023-08-25/05, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.2. De Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek naar aangeboren aandoeningen, verder Vlaamse werkgroep te noemen, wordt opgericht.
  Het betreft een ondersteunende Vlaamse werkgroep als vermeld in artikel 3, § 2, b, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, die tot doel heeft de uitvoering van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal, verder bevolkingsonderzoek te noemen, inhoudelijk en organisatorisch te ondersteunen, op te volgen en te coördineren.

Art.3. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor onbepaalde duur.

Art.4.§ 1. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor de volgende opdrachten :
  1° opvolgen van en adviseren over evoluties op wetenschappelijk en maatschappelijk vlak inzake de opsporing van aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal, onder andere aan de hand van wetenschappelijke literatuur, Europese consensussen en persteksten, vooral wanneer die een impact kunnen hebben op het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar aangeboren aandoeningen;
  2° opvolgen en bewaken van de werkzaamheden van de eventuele subwerkgroepen;
  3° opvolgen van en adviseren over de kwaliteitsbewaking en de evaluatie van het bevolkingsonderzoek en in elk geval het formuleren van evaluatiecriteria, indicatoren, voorstellen van verbetering en bijsturing en procedures dienaangaande;
  4° opvolgen van en adviseren over methodieken en initiatieven met betrekking tot de sensibilisatie naar verschillende doelgroepen in het kader van het bevolkingsonderzoek;
  5° samen met [1 de administratie]1 en de organisaties met terreinwerking formuleren, opvolgen, evalueren en zo nodig herformuleren van afspraken in een draaiboek over de organisatie van het bevolkingsonderzoek;
  6° evalueren van en adviseren over de lijst op te sporen aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal en voorbereiden van een gemotiveerd dossier voor de Vlaamse werkgroep bevolkingsonderzoek;
  7° op vraag of op eigen initiatief, advies uitbrengen aan de minister, [1 de administratie]1 en de Vlaamse werkgroep bevolkingsonderzoek over de opsporing van aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal in het algemeen en de hierboven genoemde punten in het bijzonder.
  § 2. De Vlaamse werkgroep rapporteert aan de minister en [1 de administratie]1 over de realisatie van de opdrachten, aan de hand van verslagen en adviezen van de Vlaamse werkgroep.
  § 3. De Vlaamse werkgroep maakt een huishoudelijk reglement op.
  Het huishoudelijk reglement en de wijzigingen ervan, worden ter goedkeuring voorgelegd aan [1 de administratie]1.
  § 4. [1 de administratie]1 neemt de secretariaatstaken waar, namelijk de administratieve, logistieke en, in functie van haar deskundigheid, inhoudelijke ondersteuning van de Vlaamse werkgroep.
  Als er subwerkgroepen worden opgericht, is [1 de administratie]1 niet verantwoordelijk voor de administratieve, logistieke en inhoudelijke ondersteuning, tenzij dat bij de goedkeuring van het oprichten van een subwerkgroep, vermeld in artikel 5, § 1, vierde lid, anders wordt vermeld.
  ----------
  (1)<MB 2023-08-25/05, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.5.§ 1. De heer Pieter Vandenbulcke wordt, namens [1 de administratie]1, benoemd als voorzitter van de Vlaamse werkgroep.
  De voorzitter kan zich laten vervangen door zelf een vervanger aan te duiden. Duidt hij geen vervanger aan, dan zit het oudste aanwezige lid de vergadering van de Vlaamse werkgroep voor. Indien de voorzitter zich gedurende meer dan zes opeenvolgende maanden laat vervangen, duidt de minister een andere voorzitter aan.
  De voorzitter kan een of meerdere subwerkgroepen oprichten na goedkeuring door [1 de administratie]1. Daartoe deelt hij zijn voornemen tot het oprichten van een subwerkgroep mee aan [1 de administratie]1, met inbegrip van de deelaspecten van de opdracht van de Vlaamse werkgroep die door de subwerkgroep zullen worden uitgevoerd, het tijdschema om die deelaspecten uit te voeren, de samenstelling en het maximale aantal leden.
  De voorzitter van de werkgroep verklaart de aanwezigheidslijst voor waar en echt.
  § 2. De volgende personen worden benoemd tot lid van de Vlaamse werkgroep :
  1° de heer Alliet, Philippe;
  2° de heer Borry, Pascal;
  3° Mevr. Debaere, Lut;
  4° Mevr. De Meirleir, Linda;
  5° Mevr. De Ronne, Nadine;
  6° de heer De Schepper, Jean;
  7° de heer Eyskens, François;
  8° Mevr. Laeremans, Hilde;
  9° Mevr. Loccufier, Anne;
  10° de heer Philips, Eddy;
  11° Mevr. Van Holsbeeck, Ann;
  12° de heer Vermeersch, Pieter.
  § 3. De leden, vermeld in paragraaf 2, kunnen, als ze niet op een vergadering aanwezig kunnen zijn, een plaatsvervanger aanduiden.
  § 4. De identificatie- en contactgegevens van de personen, vermeld in dit artikel, worden bijgehouden door [1 de administratie]1.
  ----------
  (1)<MB 2023-08-25/05, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.6. De belangenverklaring, vermeld in artikel 7, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, bevat volgende gegevens :
  1° de doelstelling van een belangenverklaring;
  2° de omschrijving van wat een belangenconflict kan zijn;
  3° de mogelijke maatregelen bij een belangenconflict;
  4° de verklaring.

Art.7. Met toepassing van artikel 10, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, ontvangen de volgende personen en hun eventuele plaatsvervangers, vermeld in artikel 5, tenzij die plaatsvervangers niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 10, § 1, van het genoemde besluit, geen vergoeding omdat zij verbonden zijn aan een overheid of aan een organisatie die door de Vlaamse overheid gefinancierd wordt en deelname aan de Vlaamse werkgroep behoort tot het takenpakket van hun organisatie :
  1° Mevr. De Meirleir, Linda;
  2° Mevr. De Ronne, Nadine;
  3° de heer Eyskens, François;
  4° Mevr. Laeremans, Hilde;
  5° de heer Philips, Eddy;
  6° de heer Vandenbulcke, Pieter.

Art. 8. De indexering, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, gebeurt elk werkingsjaar vanaf 1 januari, volgens de volgende formule :
  vergoeding jaar X = vergoeding BVR x gezondheidsindex december jaar X-1/gezondheidsindex december 2008
  waarbij :
  "vergoeding BVR" = de vergoeding, vermeld in artikel 8, § 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008;
  "jaar X" = het werkingsjaar waarop de vergoeding betrekking heeft;
  "vergoeding jaar X" wordt afgerond tot twee cijfers na de komma;
  "gezondheidsindex december 2008" = 111,24 (2004 = 100).