6 DECEMBER 2012. - Besluit van de Regering houdende organisatie van de dienst met afzonderlijk beheer "Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs"(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-01-2013 en tekstbijwerking tot 18-11-2024)
HOOFDSTUK 1. - Dienst met afzonderlijk beheer "Service en logistiek in het gemeenschpasonderwijs"
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Adviesraad
Art. 4-6
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 7-8
HOOFDSTUK 1. - Dienst met afzonderlijk beheer "Service en logistiek in het gemeenschpasonderwijs"
Artikel 1.Oprichting van de dienst
Er wordt een dienst Service en Logistiek in het gemeenschapsonderwijs opgericht, hierna dienst met afzonderlijk beheer genoemd.
[1 De Dienst is een dienst met afzonderlijk beheer in de zin van artikel 74 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap]1
----------
(1)<BDG 2024-10-03/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.2.Taken van de dienst
De dienst met afzonderlijk beheer organiseert [1 in het bijzonder]1 in de scholen en psycho-medisch-sociale centra van het gemeenschapsonderwijs :
1° [1 de reiniging, het onderhoud en het herstel]1 van de gebouwen;
2° de schoolkeukens;
3° de begeleiding van het leerlingenvervoer[1 ;]1
[1 4° sluitingsdiensten en technische permanentie.]1
De dienst met afzonderlijk beheer kan nog andere taken op het gebied van service en logistiek op zich nemen.
----------
(1)<BDG 2024-10-03/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.2.1. [1 Organisatie van de dienst
§ 1 - De algemene leiding, het beheer en de vertegenwoordiging van de dienst met afzonderlijk beheer worden vervuld door een door de Regering aangewezen directeur.
Onder voorbehoud van de toepasselijke rechtspositionele bepalingen is de directeur bevoegd om over de interne organisatie van de dienst met afzonderlijk beheer te beslissen en de personeelsleden van de dienst met afzonderlijk beheer alle aanwijzingen te geven die de goede werking van de dienst met afzonderlijk beheer waarborgen.
§ 2 - De activiteitendomeinen van de dienst met afzonderlijk beheer kunnen door de Regering worden onderverdeeld in operationele eenheden die worden geleid door een eenheidshoofd dat instaat voor de werking en het personeel. De hoofden van de operationele eenheden ressorteren onder de directeur.
De operationele eenheden kunnen door de Regering worden onderverdeeld in diensten die worden geleid door een diensthoofd dat instaat voor de werking en het personeel. De diensthoofden ressorteren onder de hoofden van de operationele eenheden. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2024-10-03/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.3. Activiteitenverslag
De dienst met afzonderlijk beheer maakt jaarlijks een activiteitenverslag op overeenkomstig de aanwijzingen van de minister die bevoegd is voor Onderwijs.
HOOFDSTUK 2. - Adviesraad
Art.4.Oprichting en samenstelling van de adviesraad
§ 1 - Aan de dienst met afzonderlijk beheer wordt een adviesraad verbonden. Die adviesraad bestaat uit de volgende leden :
1° de minister bevoegd voor Onderwijs of diens gemachtigde;
2° twee vertegenwoordigers van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
3° [1 één vertegenwoordiger per gebruiker van de dienstverlening van de dienst met afzonderlijk beheer]1.
§ 2 - Voor elk in § 1 vermeld werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.
De werkende en de plaatsvervangende leden van de adviesraad worden voor een termijn van vijf jaar aangewezen.
----------
(1)<BDG 2024-10-03/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>
Art.5. Taken van de adviesraad
De adviesraad heeft de volgende taken :
1° de dienst met afzonderlijk beheer adviseren;
2° de Regering adviseren over alle vraagstukken die verband houden met de dienst met afzonderlijk beheer;
3° een advies verstrekken over het activiteitenverslag en de eindafrekening van de dienst met afzonderlijk beheer.
Art.6. Werkwijze van de adviesraad
De adviesraad wordt voorgezeten door de minister bevoegd voor Onderwijs of diens gemachtigde. De leiding van de dienst met afzonderlijk beheer woont de zittingen van de adviesraad bij en stelt de notulen op.
De adviesraad stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dat huishoudelijk reglement moet worden goedgekeurd door de Regering.
De leden van de adviesraad hebben ten laste van de dienst met afzonderlijk beheer recht op presentiegeld en reisvergoedingen overeenkomstig het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.7. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Art. 8. Uitvoeringsbepaling
De Minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 6 december 2012.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,
Karl-Heinz LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid,
Oliver PAASCH