10 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de beschutte werkplaatsen van de Duitstalige Gemeenschap die onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap ressorteren (P.S.C. 327.03)
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de beschutte werkplaatsen van de Duitstalige Gemeenschap die onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap ressorteren.
§ 2. Dit besluit is van toepassing zowel op de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 januari 2012 is aangevangen als diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.
Art.2. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :
- achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen;
- veertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- achtenveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- vierenzestig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- zevenennegentig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- honderdnegenentwintig dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK