Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Landmaatschappij houdende delegatie van personeelsbevoegdheden aan de algemeen directeur en de afdelingshoofden



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° VPS : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, het Vlaams personeelsstatuut;
  2° oprichtingsdecreet : het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;
  3° afdelingshoofd : het personeelslid, houder van een managementfunctie van N-1 niveau, dat belast is met de leiding van een afdeling op N-1 niveau binnen de VLM;
  4° algemeen directeur : het personeelslid dat titularis is van de mandaatfunctie van algemeen directeur en dat belast is binnen de VLM met de leiding van de afdeling Informatica & Gis.

Art.2. § 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie is het afdelingshoofd van de afdeling Algemene Diensten ertoe gemachtigd om in naam van de gedelegeerd bestuurder de volgende bevoegdheden uit te oefenen in het kader van het VPS binnen de grenzen van de taakstelling en met betrekking tot de personeelsleden van de VLM :
  1° het optreden als selector voor vervangingsopdrachten, tijdelijke en uitzonderlijke personeelsbehoeften met een arbeidsovereenkomst van maximaal één jaar en uitzonderlijk verlengbaar, startbanen (art. I 5 van het VPS);
  2° het beslissen over de hernieuwing of verlenging van een bestaande arbeidsovereenkomst zonder wijziging van betrekking en zonder selectie, en de vervanging van een bestaande overeenkomst door een andere zonder selectie (art. I 5 van het VPS);
  3° het vaststellen van bijzondere aanwervingsvoorwaarden voor een functie, in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel en na overleg met de selector (art. III 5 van het VPS);
  4° het doen van de eindselectie in het rekruterings- en selectieproces (art. III 8 van het VPS);
  5° het vaststellen per selectie of selectiegroep van een selectiereglement (art. III 9 van het VPS);
  6° het overleggen met de selector over het uitsluiten van deelname aan de functiespecifieke selectie van kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden in de vacature (art. III 10 van het VPS);
  7° het bepalen bij de aanvang van de proeftijd van de inhoud van het programma en de evaluatiecriteria van de proeftijd in samenspraak met de afdelingshoofden (art. III 16 van het VPS);
  8° het beslissen samen met het arbeidsmarktbureau over de geschiktheid van het personeelslid in herplaatsing voor de functie (art. VI 12, § 4 van het VPS);
  9° het overleggen met de selector over het uitsluiten van kandidaten, andere dan A2A, die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of voorwaarden in de vacature van deelname functiespecifieke selectie (art. VI 34 van het VPS);
  10° de toekenning van het verlof voor deeltijdse prestaties (art. X titel 5 VPS);
  11° de toekenning van het verlof voor loopbaanonderbreking (art. X titel 6 VPS);
  12° de toekenning van de tewerkstelling ten behoeve van een externe werkgever of bij een Vlaams ministerieel kabinet (art. X titel 7);
  13° het toestaan van onbetaald verlof (art. X titel 10);
  14° het toestaan van politiek verlof (art. X titel 11);
  15° het toestaan van het vormingsverlof (art. X 59).
  § 2. Het afdelingshoofd van de afdeling Algemene Diensten heeft delegatie om bij besluit de bevoegdheden in § 1, 10° tot en met 15° te subdelegeren aan het diensthoofd van de dienst Personeel. Een afschrift van het besluit wordt aan de gedelegeerd bestuurder bezorgd.

Art.3. § 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie zijn de afdelingshoofden van de VLM en de algemeen directeur ertoe gemachtigd om in naam van de gedelegeerd bestuurder de volgende bevoegdheden in het kader van het VPS uit te oefenen binnen de grenzen van hun taakstelling en ten aanzien van de personeelsleden van hun afdeling :
  1° het nemen van beslissingen over compenserende inhaalrust (art. VII 28 van het VPS);
  2° het beslissen welk vervoermiddel functioneel en financieel het meest verantwoord is (art. VII 76);
  3° het toekennen of desgevallend het bepalen van de nadere regelen voor de opname van de verloven, vermeld in artikel X van het VPS met uitzondering van het toekennen van de verloven, vermeld in artikel 2, 10° tot en met 15° van dit besluit;
  4° de toekenning van de dienstvrijstellingen, vermeld in artikel X 81 van het VPS.
  § 2. De afdelingshoofden en de algemeen directeur hebben delegatie om de bevoegdheden, vermeld in § 1 verder te subdelegeren aan personeelsleden die voor hem/haar werken tot op het niveau van diensthoofd. Het diensthoofd heeft op zijn beurt delegatie om de bevoegdheden die hem zijn gedelegeerd verder te subdelegeren aan personeelsleden die voor hem/haar werken tot op het niveau van celhoofd. Deze delegaties en subdelegaties worden vastgelegd en uitgeoefend binnen het vastgelegde kader van de geautomatiseerde toepassingen in de personeelssoftware.

Art.4. Bij het gebruik van de in dit besluit voorziene delegaties en subdelegaties, verleend buiten de geautomatiseerde personeelssoftware, plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad, naam en handtekening de formule "Voor (graad van de titularis)".

Art.5. De delegaties en subdelegaties die in dit besluit worden voorzien, worden tevens verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van een bepaald personeelslid belast is. Bij het gebruik van de in dit besluit voorziene delegaties en subdelegaties, verleend buiten de geautomatiseerde personeelssoftware, plaatst het betrokken personeelslid in geval van waarneming, boven de vermelding van zijn graad, naam en handtekening, de formule "Voor (graad van de titularis), afwezig".

Art.6. De personeelsleden die ingevolge dit besluit titularis zijn van delegaties of subdelegaties nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij de uitoefening van de verleende delegaties of subdelegaties.
  Het gebruik van de verleende delegaties en de wijze van rapportering erover kan door de gedelegeerd bestuurder nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing die verspreid wordt onder de vorm van een nota.
  De afdelingshoofden en de algemeen directeur organiseren het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een adequate wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
  De afdelingshoofden en de algemeen directeur zijn ten aanzien van de gedelegeerd bestuurder verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Deze verantwoordelijkheid betreft eveneens de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door de afdelingshoofden en de algemeen directeur werd gesubdelegeerd.
  De personeelsleden aan wie delegatie werd verleend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, rapporteren op eenvoudig verzoek over het gebruik van de verleende delegaties aan diegene die delegatie heeft verleend.

Art.7. De gedelegeerd bestuurder blijft medeverantwoordelijk voor de bevoegdheden gedelegeerd bij dit besluit. De bevoegdheid inzake de in dit delegatiebesluit niet gespecificeerde taken blijft bij de gedelegeerd bestuurder. Hij kan ze verder bij afzonderlijke besluiten delegeren.
  De bevoegdheden waarbij in het VPS vermeld wordt dat het uitdrukkelijk gaat om de lijnmanager als hoofd van de EVA, zijn niet delegeerbaar bij dit besluit.

Art.8. De gedelegeerd bestuurder en de personeelsleden die delegaties of subdelegaties hebben verleend kunnen ten allen tijde deze delegaties schorsen of intrekken. De gedelegeerd bestuurder en de personeelsleden die delegaties of subdelegaties hebben verleend, kunnen ten allen tijde deze delegaties zelf uitoefenen.

Art.9. Dit besluit wordt bekendgemaakt aan het personeel. De algemeen directeur en de afdelingshoofden ontvangen een afschrift van dit besluit voor kennisneming.

Art.10. Het besluit van de waarnemend administrateur-generaal van de Vlaamse Landmaatschappij van 14 maart 2002 houdende delegatie van personeelsbevoegdheden van de administrateur-generaal naar het afdelingshoofd voor personeelszaken, wordt opgeheven.

Art. 11. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

  Brussel, 25 september 2012.
  T. DENYS