20 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 3, § 8, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt vervangen als volgt :
" § 8. Om te genieten van de toepassing van de artikelen 2 en 3, §§ 1 tot 7, moet de werknemer de leeftijd die is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst en die overeenkomstig de bepalingen van dit besluit van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, ten laatste bereikt hebben :
1° op het einde van de arbeidsovereenkomst;
2° en ofwel gedurende de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, ofwel gedurende de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is die deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengt, voor zover de verlengende collectieve arbeidsovereenkomst dezelfde leeftijdsvoorwaarde voorziet.
Om te genieten van de toepassing van de artikelen 2 en 3, §§ 1 tot 7 moet de werknemer het beroepsverleden dat van toepassing op het einde van de arbeidsovereenkomst, ten laatste bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst.
In afwijking van het eerste lid kan de werknemer eveneens de toepassing van de artikelen 2 en 3, § 2 genieten, indien hij de leeftijd bereikt tijdens de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst toepasselijk is die de werkgever die hem tewerkstelt, bindt en die overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2, van dit besluit in de onderneming een recht op bedrijfstoeslag voorziet voor de werknemer ontslagen vanaf die leeftijd.
De werknemer bedoeld in het vorige lid moet tijdens de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in het vorige lid toepasselijk is, het beroepsverleden bereiken dat overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2 van kracht is tijdens de periode waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is.
Voor de toepassing van het vorige lid wordt rekening gehouden met de voorwaarde inzake beroepsverleden die van kracht is overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2 op het ogenblik dat de leeftijdsvoorwaarde bedoeld in het derde lid door de werknemer vervuld is.
De werknemer bedoeld in het derde lid kan de toepassing van de artikelen 2 en 3, § 2 slechts genieten na ontslagen te zijn geweest door dezelfde werkgever als bedoeld in het derde lid en voor zover hij de leeftijd en het beroepsverleden bedoeld in het derde en vierde lid ten laatste heeft bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst, zonder dat evenwel vereist is dat de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in het derde lid nog van kracht is op dat ogenblik.
De werknemer bedoeld in het derde lid kan vragen aan de directeur van het werkloosheidsbureau in wiens ambtsgebied de werknemer zijn hoofdverblijfplaats heeft, vast te stellen dat hij voldoet aan de voorwaarden inzake leeftijd en beroepsverleden bedoeld in het derde en vierde lid.
De werknemer dient de aanvraag bedoeld in het zevende lid in bij de uitbetalingsinstelling van zijn keuze door middel van een formulier waarvan het model is vastgelegd door de Rijksdienst.
De aanvraag bedoeld in het zevende lid is slechts ten vroegste ontvankelijk op de dag waarop de werknemer de leeftijd bedoeld in het derde lid bereikt.
De directeur attesteert of de werknemer die de aanvraag bedoeld in het zevende lid heeft ingediend, op de dag waarop het attest is opgesteld, al dan niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het derde en vierde lid.
De directeur stuurt zijn antwoord aan de uitbetalingsinstelling bedoeld in het achtste lid. "
Art.2. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers wordt ingetrokken.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Trapani, 20 september 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK