6 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (PSC 319.01)
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de inrichtingen en diensten die onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap ressorteren.
Art.2. Voor de toepassing van dit artikel verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.
Art.3. § 1. Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, hebben de werklieden recht op een opzeggingstermijn die gelijk is aan de helft van de minimum wettelijke opzeggingstermijn, zoals die wordt bepaald voor bedienden met de overeenkomstige anciënniteit in de inrichting of de dienst, in toepassing van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Deze bepaling geldt niet voor werklieden die zes maanden of minder in dienst zijn van de inrichting of de dienst.
§ 2. De opzeggingstermijn bepaald in § 1 is niet van toepassing in geval het ontslag gegeven wordt door de werkgever in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag. In dat geval, worden de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59, tweede lid, van de wet van 3 juli 1978, toegepast.
Art.4. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.
Art.5. Het koninklijk besluit van 26 januari 2001 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Art. 6. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK