19 JUNI 2012. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) en tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk 6 van Titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1), betreffende socialezekerheidsbijdragen en inhoudingen verschuldigd op brugpensioenen, op aanvullende vergoedingen bij sommige socialezekerheidsuitkeringen en op invaliditeitsuitkeringen
HOOFDSTUK 1. - Vervanging van de benaming brugpensioen
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de bijzondere werkgeversbijdrage op de bedrijfstoeslag en op de aanvullende vergoeding bij sommige sociale- zekerheidsuitkeringen
Art. 7-21
HOOFDSTUK 1. - Vervanging van de benaming brugpensioen
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk 6 van Titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1), betreffende sociale- zekerheidsbijdragen en inhoudingen verschuldigd op brugpensioenen, op aanvullende vergoedingen bij sommige socialezekerheidsuitkeringen en op invaliditeitsuitkeringen wordt vervangen als volgt :
" Koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk 6 van Titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1), betreffende de socialezekerheidsbijdragen en de inhoudingen verschuldigd in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, op aanvullende vergoedingen bij sommige socialezekerheidsuitkeringen en op invaliditeitsuitkeringen ".
Art.2. In de Nederlandse tekst van artikel 3, § 2, eerste lid, eerste gedachtestreepje, van hetzelfde besluit, worden de woorden " het conventioneel brugpensioen " vervangen door de woorden " het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ".
Art.3. In het opschrift van de afdelingen 2 en 6 van hetzelfde besluit worden de woorden " op het conventionele brugpensioen " vervangen door de woorden " in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ".
Art.4. In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact en het brugpensioen aanvangt " vervangen door de woorden " het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en de werkloosheid met bedrijfstoeslag aanvangt ";
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2 worden de woorden " het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen " vervangen door de woorden " voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007 ";
2° in paragraaf 2 worden de woorden " het brugpensioen aanvangt " vervangen door de woorden " de werkloosheid met bedrijfstoeslag aanvangt ";
Art.6. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht, onverminderd de artikelen 1, 2, 3, 4, en 5;
1° de woorden " het conventionele brugpensioen " worden telkens vervangen door de woorden " de werkloosheid met bedrijfstoeslag ";
2° de woorden " het brugpensioen " worden telkens vervangen door de woorden " de werkloosheid met bedrijfstoeslag ";
3° het woord " bruggepensioneerde " wordt telkens vervangen door de woorden " werkloze met bedrijfstoeslag ";
4° het woord " bruggepensioneerden " wordt telkens vervangen door de woorden " werklozen met bedrijfstoeslag ".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de bijzondere werkgeversbijdrage op de bedrijfstoeslag en op de aanvullende vergoeding bij sommige sociale- zekerheidsuitkeringen
Art.7. In toepassing van artikel 124bis van de wet van 27 december 2006 (1), worden aan artikel 118 van diezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 23 december 2009, 30 december 2009, 28 april 2010 en 29 maart 2012, de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2 worden de percentages vervangen als volgt :
"33,00 % " wordt vervangen door "31,80 % ";
"26,40 % " wordt vervangen door "25,44 % ";
"19,80 % " wordt vervangen door "19,08 % ";
"13,20 % " wordt vervangen door "12,72 % ";
"6,60 % " wordt vervangen door "6,36 % ";
2° in paragraaf 2bis worden de percentages vervangen als volgt :
"55,00 % " wordt vervangen door "53,00 % ";
"44,00 % " wordt vervangen door "42,40 % ";
"33,00 % " wordt vervangen door "31,80 % ";
"22,00 % " wordt vervangen door "21,20 % ";
"11,00 % " wordt vervangen door "10,60 % ";
3° in paragraaf 2ter en 3 worden de percentages vervangen als volgt :
"5,50 % " wordt vervangen door "5,30 % ";
"4,40 % " wordt vervangen door "4,24 % ";
"3,30 % " wordt vervangen door "3,18 % ";
"2,20 % " wordt vervangen door "2,12 % ";
4° in paragraaf 2quater worden de percentages vervangen als volgt :
"85,00 % " wordt vervangen door "50,00 % ";
"55,00 % " wordt vervangen door "50,00 % ". "
Art.8. In toepassing van artikel 124bis van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1), worden aan artikel 120 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 23 december 2009, 30 december 2009, 28 april 2010 en 29 maart 2012, de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 3 worden de percentages vervangen als volgt :
"55,00 % " wordt vervangen door "53,00 % ";
"44,00 % " wordt vervangen door "42,40 % ";
2° in paragraaf 4 worden de percentages vervangen als volgt :
"5,50 % " wordt vervangen door "5,30 % ";
"4,40 % " wordt vervangen door "4,24 % ";
"3,30 % " wordt vervangen door "3,18 % ";
"2,20 % " wordt vervangen door "2,12 % ";
3° in paragraaf 3/1 worden de percentages vervangen als volgt : "85,00 % " wordt vervangen door "50,00 % ";
"55,00 % " wordt vervangen door "50,00 % ". "
Art.9. In artikel 5 van hetzelfde besluit van 29 maart 2010 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° In het eerste lid, worden tussen de woorden "artikel 118, § 2bis" en "van de wet" de woorden "en § 2quater" ingevoegd;
2° in het eerste lid, 2°, worden de percentages vervangen als volgt :
" 50 pct. " wordt vervangen door " 53,00 % ";
" 40 pct. " wordt vervangen door " 42,40 % ";
" 30 pct. " wordt vervangen door " 31,80 % ";
" 20 pct. " wordt vervangen door " 21,20 % ";
" 10 pct. " wordt vervangen door " 10,60 % ";
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art.5bis. In toepassing van artikel 124, § 1, tweede lid, van de wet en in afwijking van artikel 118, § 2quater, van de wet en van artikel 5 van dit besluit, wordt het percentage van de bijdrage, bedoeld in artikel 117 van de wet, als volgt bepaald ingeval de aankondiging van het collectief ontslag of de erkenning van de werkgever als onderneming in herstructurering overeenkomstig hoofdstuk 7 van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007 dateert van na 31 maart 2012 en de werkloosheid met bedrijfstoeslag aanvangt tijdens de periode van deze erkenning :
1° tijdens de periode van deze erkenning :
- 75 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 60 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 40 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 40 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 20 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag;
2° na de periode van deze erkenning :
- 100 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 95 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 50 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 50 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 25 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag.
De percentages bedoeld in het eerste lid, 2°, zijn verschuldigd vanaf de maand volgend op de maand waarin de periode van erkenning als onderneming in herstructurering een einde neemt. Tot dan zijn de percentages bedoeld in het eerste lid, 1°, van kracht. "
Art.11. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in § 2, tweede lid, worden de woorden " Deze percentages " vervangen door de woorden " De percentages ";
3° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 en 4, luidende :
" § 3. In toepassing van artikel 124, § 1, tweede lid, van de wet en in afwijking van artikel 118, § 2bis en § 2quater, van de wet, wordt het percentage van de bijdrage, bedoeld in artikel 117 van de wet, als volgt bepaald ingeval de werkgever erkend is als onderneming in moeilijkheden overeenkomstig hoofdstuk 7 van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007 en het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aanvangt tijdens de periode van deze erkenning :
1° tijdens de periode van deze erkenning :
- 17,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 13,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 10 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 6,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 3,5 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag;
2° na de periode van deze erkenning :
- 53,00 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 42,40 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 31,80 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 21,20 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 10,60 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag.
De percentages bedoeld in het eerste lid, 2°, zijn verschuldigd vanaf de maand volgend op de maand waarin de periode van erkenning een einde neemt. Tot dan zijn de percentages bedoeld in het eerste lid, 1°, van kracht.
Deze paragraaf is niet van toepassing indien de werkgever erkend werd als onderneming in moeilijkheden vóór 15 oktober 2009.
§ 4. In toepassing van artikel 124, § 1, tweede lid, van de wet en in afwijking van artikel 118, § 2quater, van de wet, wordt het percentage van de bijdrage, bedoeld in artikel 117 van de wet, als volgt bepaald ingeval de werkgever na 31 maart 2012 erkend is als onderneming in moeilijkheden overeenkomstig hoofdstuk 7 van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 2007 of erkend is als onderneming in herstructurering zoals bedoeld in artikel 18, § 7, vierde lid, van datzelfde koninklijk besluit van 3 mei 2007 en de werkloosheid met bedrijfstoeslag aanvangt tijdens de periode van deze erkenning :
1° tijdens de periode van deze erkenning :
- 17,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 13,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 10 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 6,5 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die bij de aanvang van de werkloosheid met bedrijftoeslag minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 3,5 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag;
2° na de periode van deze erkenning :
- 100 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt;
- 95 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 52 jaar is en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt;
- 50 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 55 jaar is en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt;
- 50 % voor de werkloze met bedrijfstoeslag die op het einde van de periode van erkenning als onderneming in herstructurering minstens 58 jaar is en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt;
- 25 % voor de andere werklozen met bedrijfstoeslag.
De percentages bedoeld in het eerste lid, 2°, zijn verschuldigd vanaf de maand volgend op de maand waarin de periode van erkenning een einde neemt. Tot dan zijn de percentages bedoeld in het eerste lid, 1°, van kracht. "
Art.12. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de Nederlandse tekst van het eerste lid worden de woorden " op 18,80 euro.vanaf de maand " vervangen door de woorden " op 18,80 euro vanaf de maand ";
2° de vermelde bedragen worden vervangen als volgt :
" 25 euro " wordt vervangen door " 26,50 euro ";
" 18,80 euro " wordt vervangen door " 19,93 euro ";
" 6,20 euro " wordt vervangen door " 6,57 euro ";
3° in het derde lid worden de woorden " artikel 5, 1° " vervangen door de woorden " artikel 5, eerste lid, 1° ";
4° in het vierde lid worden de woorden " artikel 5, 2°, of artikel 6, § 1, 2° " vervangen door de woorden " artikel 5, eerste lid, 2°, of artikel 6, § 3, eerste lid, 2° ";
5° in het vijfde lid worden de woorden " artikel 6, § 1, 1°, of § 2, eerste lid, 1° " vervangen door de woorden " artikel 6, § 2, eerste lid, 1°, § 3, eerste lid, 1°, of § 4, eerste lid, 1° ";
6° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende :
" Indien het bedrag, verkregen in toepassing van artikel 118, § 2quater, van de wet, van artikel 5bis, eerste lid, 1° en 2°, of van artikel 6, § 4, 2°, lager is dan 50 euro voor een werkloze met bedrijfstoeslag die jonger is dan 60 jaar bij aanvang van de periode van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt, in toepassing van artikel 124, § 3, van de wet, het bedrag van de werkgeversbijdrage vastgelegd op 50 euro. Indien dit bedrag lager is dan 37,60 euro voor een werkloze met bedrijfstoeslag van 60 jaar of ouder bij de aanvang van de periode van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt het bedrag vastgelegd op 37,60 euro.
Art.13. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " artikel 118, § 4 " worden vervangen door de woorden " artikel 118, § 4, en artikel 120, § 5, ";
2° de woorden " artikel 118, §§ 2ter en 3 " worden vervangen door de woorden " artikel 118, §§ 2ter, 3 en 3/1, en artikel 120, §§ 4 en 4/1, ".
Art.14. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, vijfde lid, worden de vermelde bedragen vervangen als volgt
" 50 EUR " wordt vervangen door " 53 euro ";
" 37,60 EUR " wordt vervangen door " 39,86 euro ";
" 12,40 EUR " wordt vervangen door " 13,14 euro ";
2° § 2, vijfde lid wordt aangevuld met een vierde streepje, luidend als volgt :
"- worden de bedragen voorzien in artikel 7, zesde lid verdubbeld."
Art.15. In artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de vermelde bedragen worden vervangen als volgt
" 150,00 EUR " wordt vervangen door " 159,00 euro ";
" 25,00 EUR " wordt vervangen door " 26,50 euro ";
2° de woorden " § 2 of § 2bis" " worden vervangen door de woorden " §§ 2, 2bis of 2quater, ";
3° de woorden " § 2ter of § 3 " worden vervangen door de woorden " §§ 2ter, 3 of 3/1, ".
Art.16. In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het bedrag " 160,00 euro " vervangen door " 170 euro ".
Art.17. De Nederlandse tekst van artikel 17, § 1, zesde lid, wordt vervangen als volgt :
" In afwijking van het eerste lid berekent en betaalt de debiteur van de aanvullende vergoeding, die overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 de bijdragen stort aan de instelling belast met de inning van de sociale bijdragen, deze bijdragen op de aanvullende vergoeding die hij toekent en licht de overige voor de bijdragen verantwoordelijke debiteur(s) daarover in door het fictief maandbedrag mee te delen dat als basis diende voor zijn berekening. "
Art.18. In artikel 18, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het derde lid, de woorden " in artikel 118, §§ 2, 2bis, 2ter en 3, en in artikel 120, §§ 3 en 4 " worden vervangen door de woorden " in artikel 118, §§ 2, 2bis, 2ter, 2quater, 3 en 3/1, en in artikel 120, §§ 3, 3/1, 4 en 4/1, ";
2° in het derde lid, de woorden " in artikel 5 " worden vervangen door de woorden " in artikel 7 ";
3° het vierde lid, wordt vervangen als volgt :
"Het bedrag van de bijdrage mag nooit meer bedragen dan anderhalf keer de maandelijks betaalde aanvullende vergoeding of anderhalf keer de som van de aanvullende vergoedingen indien deze betaald worden volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 127, § 4, 2°, of § 5, 2° en wordt in voorkomend geval beperkt tot dit bedrag."
Art.19. De Nederlandse tekst van artikel 20, laatste lid, wordt vervangen als volgt :
"Het bedrag van de inhouding mag nooit meer bedragen dan de maandelijks betaalde aanvullende vergoeding of de som van de aanvullende vergoedingen indien deze betaald worden volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 127, § 4, 2°, of § 5, 2° en wordt in voorkomend geval beperkt tot dit bedrag."
Art.20. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 april 2012, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, en 6, die uitwerking hebben vanaf 1 januari 2012 en van artikel 15, 1° dat in werking treedt op 1 juli 2012.
Art. 21. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn ieder wat hun betreft belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juni 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Werk,
M. DE CONINCK