31 MEI 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren
Art. 1-22
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art.2. In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren wordt punt 9° vervangen als volgt :
"9° de commissie voor steunverlening aan jongeren met een handicap bij het volgen van onderwijs : de commissie ingesteld in het kader van het Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest houdende steunverlening aan jongeren met een handicap bij het volgen van onderwijs;".
Art.3. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"De diversiteit aan vormen van steunverlening bij het volgen van onderwijs hangt af van de handicapsituatie, van de behoeften van elke jongere, van de keuze van de ouders en van de beschikbare middelen."
Art.4. In artikel 17, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen als volgt :
"2°/1 de identiteit van de directeur van de dienst, zijn uittreksel uit het strafregister van minder dan drie maanden geleden (model 1), opgemaakt overeenkomstig de ministeriële rondzendbrief nr. 905 van 2 februari 2007 betreffende de afgifte van een uittreksel uit het strafregister, vrij van veroordelingen tot correctionele straffen die onverenigbaar zijn met het ambt of tot criminele straffen, alsook de geschreven delegatie van bevoegdheden van de inrichtende macht bedoeld in artikel 52;
2°/2 de identiteit van de bestuurders, alsook hun uittreksel uit het strafregister van minder dan drie maanden geleden, vrij van veroordelingen tot correctionele straffen die onverenigbaar zijn met het ambt;
2°/3 de identiteit van de leden van de algemene vergadering;".
Art.5. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"De erkenning wordt voor een onbepaalde duur verleend. Als het gaat om een aanvraag voor de erkenning van een nieuwe dienst, wordt de erkenning verleend voor een periode van drie maanden tot hoogstens drie jaar. Na afloop van die periode wordt de erkenning behalve andersluidende beslissing van het beheerscomité voor een onbepaalde duur verleend."
Art.6. In artikel 42 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"De dienst evalueert zijn activiteit minstens één keer per jaar. De dienst maakt jaarlijks uiterlijk 30 juni het activiteitenverslag aan het "AWIPH" over."
Art.7. In artikel 52 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen als volgt :
"De personeelsleden leggen voor hun indienstneming een uittreksel uit het strafregister van model 1 over dat is opgemaakt overeenkomstig de ministeriële rondzendbrief nr. 905 van 2 februari 2007 betreffende de afgifte van een uittreksel uit het strafregister, vrij van veroordelingen tot correctionele straffen die onverenigbaar met het ambt zijn of tot criminele straffen."
Art.8. In titel 4, hoofdstuk I, wordt afdeling 12, die artikel 69bis bevat, ingevoegd, luidend als volgt :
"Afdeling 12. - Evaluatie van de diensten
Art. 69bis. Onverminderd artikel 315 van boek IV van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid - Decretaal luik moeten de diensten, opdat het "AWIPH" kan nagaan of de erkenningsvoorwaarden in acht genomen worden, laatstgenoemde om de vijf jaar de volgende stukken overleggen :
1° het bijgewerkte project van de dienst, alsmede de wijze waarop de individuele projecten uitgewerkt en opgevolgd worden;
2° het uittreksel uit het strafregister (model 1) van de directeur, van minder dan drie maanden geleden, opgemaakt overeenkomstig de ministeriële rondzendbrief nr. 905 van 2 februari 2007 betreffende de afgifte van een uittreksel uit het strafregister, vrij van veroordelingen tot correctionnele straffen die onverenigbaar met het ambt zijn of tot criminele straffen;
3° in geval van wijziging van directie, een afschrift van de diploma's en getuigschriften van de directeur, de geschreven delegatie van bevoegdheden van de inrichtende macht bedoeld in artikel 52 alsmede het bewijs van nuttige ervaring bedoeld in bijlage 2;
4° een attest, sinds minder dan één jaar afgeleverd door de gewestelijke brandweerdienst, met betrekking tot de conformiteit van de plaats(en) waar de dienst de jongeren gewoonlijk en gezamenlijk in zijn lokalen opvangt, waarin tevens de maximale opvangcapaciteit aangegeven wordt;
5° de lijst van de leden van de algemene vergadering;
6° de lijst van de leden van de bestuursraad;
7° de wijzigingen van de statuten die sinds de vijf laatste jaren bekendgemaakt of bij de griffie neergelegd zijn."
Art.9. Titel 6 met als opschrift "Hulpverlening voor schoolintegratie" die onderverdeeld is in 5 hoofdstukken en die de artikelen 76 tot 83 bevat, wordt vervangen door de als volgt luidende titel 6, die onderverdeeld is in 4 hoofdstukken en die de artikelen 76 tot 83 bevat :
"Titel 6. - Steunverlening bij het volgen van onderwijs
Hoofdstuk I. - Overeenkomst inzake steunverlening bij het volgen van onderwijs
Art. 76. De hulp die het personeel van de dienst voor integratiehulp gedurende de schooltijd aan de jongere verleent, wordt bepaald in het kader van een geïndividualiseerde overeenkomst, met name de "overeenkomst inzake steunverlening bij het volgen van onderwijs". De voorwaarden waaronder de dienst tussenkomsten verleent, liggen vast in die overeenkomst.
De clausules van die overeenkomst worden aangepast aan de steunverleningsmodaliteiten waarvoor gekozen wordt.
Hoofdstuk 2. - Partijen bij de overeenkomst houdende steunverlening bij het volgen van onderwijs
Art. 77. De overeenkomst houdende steunverlening bij het volgen van onderwijs wordt gesloten tussen de schoolinrichting, de dienst, de jongere en zijn gezin. Ze wordt binnen één maand nadat ze ondertekend is, ter informatie overgemaakt aan de commissie voor steunverlening aan jongeren met een handicap bij het volgen van onderwijs en aan het betrokken psycho-medisch-sociaal centrum.
De verenigingen, administraties of personen die aan het project zouden meewerken, kunnen eveneens verenigde ondertekenaars van het project zijn.
Hoofdstuk 3. - IInhoud van de overeenkomst inzake steunverlening bij het volgen van onderwijs
Art. 78. De voorwaarden waaronder de tussenkomst wordt verleend alsmede de respectieve middelen voor de uitvoering van de samenwerking tussen de schoool en de dienst liggen vast in de overeenkomst. Daarbij wordt rekening gehouden me de onderwijs, educatieve en therapeutische dimensien en met name met :
1° de nagestreefde doelstellingen;
2° het soort tussenkomsten;
3° de geschatte duur en de frequentie van de tussenkomsten;
4° de plaatsen waar het personeel van de respectieve diensten samenwerkt en de modaliteiten van de samenwerking;
5° het evaluatieritme betreffende de tenuitvoerlegging van de overeenkomst;
6° de identificatie en de rol van de referenten van de school en van de dienst.
Art. 79. De overeenkomst inzake steunverlening bij het volgen van onderwijs wordt voor maximum één jaar gesloten en kan verlengd worden.
Art. 80. Als de overeenkomst niet tot het einde van de geplande doelstellingen geleid kan worden, moet alles in het werk gesteld worden door de dienst en de schoolinrichting in overleg met de Commissie voor steunverlening aan jongeren met een handicap bij het volgen van onderwijs om zo veel mogelijk de schooltijd van de jongeren te vrijwaren totdat een alternatieve oplossing gevonden wordt. Die oplossing wordt aan de commissie medegedeeld.
Art. 81. De overeenkomst verbindt enkel de ondertekenende partijen. De voogdijoverheid van de diensten en inrichtingen oefenen hun bevoegdheden uit met inachtneming van de geldende regelgeving.
Hoofdstuk 4. - Jaarlijks verslag betreffende de steunverlening bij het volgen van onderwijs
Art. 82. De dienst maakt jaarlijks uiterlijk 30 juni een kwalitatief en kwantietatief verslag aan het "AWIPH" over met vermelding van :
1° het aantal begeleide jongeren;
2° de leeftijdscategorieën (6 tot 12 jaar, 12 tot 18 jaar, > 18 jaar);
3° het type gevolgd onderwijs al naar gelang van het net : gewoon en/of gespecialiseerd lager onderwijs, gewoon en/of secundair onderwijs, alternerend onderwijs (CEFA);
4° de deficiëntiecategorieën;
5° het aantal jongeren voor wie een begeleiding is geweigerd en de redenen van de weigering.
Die kwantitatieve gegevens worden geventileerd volgens drie activiteitengebieden : de schoolintegratie (rechtstreekse actie binnen de schoolinrichting), de schoolsteun of -begeleiding en de steunverlening aan niet-schoolgaande jongeren of aan jongeren die van school afgehaakt zijn.
Art. 83. De commissie voor steunverlening aan jongeren met een handicap bij het volgen van onderwijs maakt jaarlijks op basis van de verslagen bedoeld in artikel 82 een kwalitatief en kwantitatief verslag op waarin het beleid inzake de steunverlening bij het volgen van onderwijs beoordeeld wordt en verbeteringsvoorstellen geformuleerd worden. Dat verslag wordt jaarlijks uiterlijk 31 oktober aan de bevoegde ministers overgemaakt."
Art.10. Artikel 85, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de punten 4°, 5° en 6°, luidend als volgt :
"4° een specifieke toelage voor de financiering van de loonsverhogingen die resulteren uit de valorisatie van de lastige uren;
5° een specifieke toelage om de bepalingen inzake de loonschaalherwaardering van de hoofdopvoeders en van opvoeders-groepsleiders te compenseren;
6° een specifieke toelage voor de financiering van de compensatiebanen i.v.m. de toekenning van bijkomende jaarlijkse verlofdagen voor werknemers van 52 jaar en meer. Die toelage wordt slechts aan de diensten beheerd door een openbare inrichtende macht verleend."
Art.11. Artikel 92 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 92. Het "AWIPH" stort namens de diensten op het fonds dat instaat voor de betaling van de vakbondspremies, een bedrag dat overeenstemt met het aantal werknemers die er in aanmerking voor kunnen komen, vermenigvuldigd met het bedrag van de vakbondspremie per werknemer, dat bepaald is overeenkomstig de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, zoals uitgevoerd door de koninklijke besluiten van 26 en 30 september 1980."
Art.12. In titel 8, hoofdstuk IVbis, wordt artikel 92ter ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 92ter. § 1. Er wordt een specifieke toelage aan de diensten verleend voor de financiering van de loonsverhogingen die resulteren uit de valorisatie van de lastige uren.
§ 2. De modaliteiten voor de berekening van die toelage worden bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non -profitsector.".
Art.13. In titel 8 wordt een hoofdstuk IVter, dat artikel 92quater bevat, ingevoegd, luidend als volgt :
"Hoofdstuk IVter. - Specifieke toelage als compensatie voor de bepalingen inzake de loonschaalherwaardering van de hoofdopvoeders en van opvoeders-groepsleiders.
Art. 92quater. § 1. Het "AWIPH" stort de diensten beheerd door een private inrichtende macht die op 31 december 2009 opvoeders-groepsleiders en/of hoofdopvoeders bezoldigden, een toeslag van toelage voor de financiering van de bijkomende kosten gebonden aan de loonschaalherwaardering van die twee categorieën werknemers.
§ 2. Dat toeslag van toelage wordt berekend door voor elke dienst in elke van die personeelscategorieën het aantal valoriseerbare voltijds equivalenten te vermenigvuldigen door het verschil tussen de loonschaal bedoeld in bijlage 9 en de loonschaal gebruikt voor de bepaling van de tarieven per tenlasteneming van de diensten die in de opvang of in de opvang en huisvesting voorzien bedoeld in bijlage VIII bij het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997, met de theoretische anciënniteit van de werknemers.
§ 3. Onder aantal valoriseerbare voltijds equivalenten bedoeld in § 2 wordt verstaan de som van de bezoldigde prestaties van de werknemers voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2009, na aftrek van de tegemoetkomingen van andere overheden, gedeeld door het totaal van de bezoldigde uren die gepresteerd moeten worden om een voltijds equivalent tijdens het jaar 2009 te rechtvaardigen.
§ 4. De theoretische anciënniteit van de werknemers die in aanmerking komen voor die nieuwe schalen wordt berekend op 31 december van het toekenningsjaar van die toelage.
§ 5. Het aldus berekende totaal van de toeslagen wordt eventueel beperkt om de som van 6.321,35 euro gekoppeld aan de spilindex 154,63 van 1 oktober 2010 niet te overschrijden.
§ 6. Die beperking wordt verdeeld over het geheel van de dienst via de toepassing van een verbeteringscoëfficiënt. Die coëfficiënt wordt bepaald als volgt :
Krediet bepaald in § 5 / Totaal van de oorspronkelijk berekende toeslagen
Art.14. In titel 8 wordt een hoofdstuk IVquater, dat de artikelen 92quinquies en 92sexies bevat, ingevoegd, luidend als volgt :
"Hoofdstuk IVquater. - Specifieke toelage om te voldoen aan de bepalingen van de kaderovereenkomst voor de Waalse privé non profit sector
Art. 92quinquies. § 1. Het "AWIPH" stort een specifieke toelage aan de door een openbare inrichtende macht beheerde diensten voor de financiering van de compensatiebanen i.v.m. de toekenning van bijkomende jaarlijkse verlofdagen voor werknemers van 52 jaar en meer.
§ 2. Die bijkomende toelage die door het "AWIPH" aan de diensten verleend wordt bedraagt voor het geheel van de diensten jaarlijks globaal 41.084,60 euro.
§ 3. Het in § 2 bedoelde bedrag wordt aan de spilindex 154,63 van 1 oktober 2010 gekoppeld.
Art. 92sexies. § 1. Elke dienst krijgt een bedrag dat resulteert uit de opdeling van het bedrag bedoeld in artikel 92quinquies, § 2, door 102,1403 vermenigvuldigd door het op 31 december 2009 vastgelegde aantal voltijds equivalenten ervan."
§ 2. De diensten moeten rechtvaardigen en op erewoord verklaren dat de bedragen bedoeld in artikel 92sexies, § 1, voor bijkomende aanwervingen gebruikt worden.
Art.15. In artikel 93 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid, 1°, opgeheven.
Art.16. Bijlage 3 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 die bij dit besluit gaat.
Art.17. Bijlage 6 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2 die bij dit besluit gaat.
Art.18. Bijlage 7 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 3 die bij dit besluit gaat.
Art.19. Bijlage 8 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 4 die bij dit besluit gaat.
Art.20. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 9 ingevoegd, die als bijlage 5 bij dit besluit gevoegd wordt.
Art.21. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2012 met uitzondering van de artikelen 11 en 13 die op 1 januari 2011 in werking treden.
Art.22. De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 31 mei 2012.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Gezondheid en Sociale Actie en Gelijke Kansen,
Mevr. E. TILLIEUX
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 3 (bedoeld in de artikelen 17, 52, 88, 98 en 99) bij het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren
KWALIFICATIE- EN VORMINGSVEREISTEN VOOR HET PERSONEEL VAN DE DIENSTEN MET HET OOG OP DE BEPALING VAN DE SUBSIDIES
Directeurs klasse I
De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger universitair of niet-universitair onderwijs met pedagogische, psychologische, sociale of paramedische oriëntering die het bewijs leveren van minstens drie jaar dienstanciënniteit in een educatieve, sociale, pedagogische, pschychologische of paramedische functie in de sector personenzorg.
A. Begeleidingspersoneel
Master in de psychologische wetenschappen, opvoedingswetenschappen, kinesitherapie of logopedie.
De houders van het diploma dat één van de voor de uitoefening van deze functies vereiste titels verleent.
Opvoeder klasse I
De houders van het diploma dat die titel verleent.
Bachelor in de verpleegkunde
De houders van het diploma dat die titel verleent.
Bachelor-Assistent in de psychologie
De houders van het diploma dat die titel verleent.
Bachelor in de ergotherpie, kinesitherapie, logopedie of in de psychomotoriek
De houders van het diploma dat één van die titels verleent.
Paramedische specialisatie of postgraduaat in de psychomotoriek
De houders van de titel die deze specialisatie verleent.
Bachelor - Maatschappelijk assistent of Bachelor - Sociaal adviseur
De houders van het diploma dat één van die titels verleent.
Specialisatie in de gemeenschappelijke gezondheid
De houders van het diploma dat deze specialisatie verleent.
B. Administratief personeel
Klerk
De houders van één van de volgende titels :
- einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs);
- eindgetuigschrift of -attest van het lager secundair beroepsonderwijs uitgereikt na een vierde finaliteitsjaar of erkend na een vijfde bijscholings- of specialisatiejaar in een afdeling "Travaux de bureau", uitgereikt door een door de Staat opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting.
Kopiist (braille) 2e klasse
De houders van een diploma, getuigschrift of attest dat toegang geeft tot de functie van klerk.
Kopiist (braille) 1e klasse
De houders van een diploma of getuigschrift dat toegang geeft tot de functie van opsteller.
Boekhouder 2e klasse
Einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs) met een commerciële richting.
Boekhouder 1e klasse
De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger onderwijs met een economische richting waarvan de kwalificatie beantwoordt aan de normale eisen van de functie.
De houders van het diploma van de Belgische Kamer van Boekhouders.
Opsteller
De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs) voor zover de vorming beantwoordt aan de normale eisen van de functie.
Bachelor economische, juridische, administratieve oriëntering, of informatica
De houders van het diploma dat die titel verleent.
Master economische, juridische, administratieve oriëntering, of informatica
De houders van het diploma dat één van die titels verleent.
C. Arbeiders
Arbeiderspersoneel categorie I
Ongeschoolde arbeiders, schoonmakers, dienstboden, nachtwakers, conciërges, niet-gekwalificeerde landarbeiders.
Arbeiderspersoneel categorie III
Gekwalificeerde arbeiders die niet in het bezit zijn van een einddiploma of -getuigschrift dat van hun kwalificatie getuigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 31 mei 2012 houdende wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren.
Namen, 31 mei 2012.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen,
Mevr. E. TILLIEUX
Art. N2. Bijlage 6 (bedoeld in de artikelen 95 en 100) bij het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren
PRINCIPES OP BASIS WAARVAN DE LASTEN IN AANMERKING WORDEN GENOMEN
I. De lasten worden niet in aanmerking genomen als de volgende algemene principes niet nageleefd worden :
1) ze moeten betrekking hebben op de personen voor wie het AWIPH een gunstige beslissing heeft genomen over de opportuniteit van een opvang door de dienst;
2) ze moeten betrekking hebben op de kosten waarvoor de dienst gesubsidieerd werd;
3) ze moeten redelijk zijn t.o.v. de behoeften van de gesubsidieerde activiteit;
4) ze moeten geboekt worden overeenkomstig de wetgeving met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen en overeenkomstig de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;
5) ze moeten voortvloeien uit uitwisselingen tussen derden en uit tastbare economische realiteiten; vooral de VZW's die onder één enkele controle of directie staan in de zin van de artikelen 5 tot 10 van het Wetboek van vennootschappen, ingevoerd bij de wet van 7 mei 1999, vormen derden onder elkaar voor zover hun respectievelijke boekhoudingen op een geldige wijze gecontroleerd kunnen worden;
6) ze moeten voortvloeien uit uitwisselingen met natuurlijke personen die in geen geval deel mogen uitmaken van de inrichtende macht of van de directie van de dienst, of met rechtspersonen onder wie de leden van de inrichtende macht of van de directie van de dienst geen functie van directeur of bestuurder bekleden. in het tegenovergestelde geval dient de aantoonbaarheid van de lasten door het AWIPH te kunnen worden vastgesteld;
7) zij mogen niet betrekking hebben op forfaitaire sommen, buiten de sommen die verantwoord zijn via een overeenkomst waarin de voorwaarden waaronder de beroepsprestaties geleverd en bezoldigd worden, omstandig worden omschreven;
8) zij dienen in voorkomend geval voort te vloeien uit de aanrekening die wordt doorgevoerd vanuit een verdeelsleutel die beantwoordt aan objectieve, realistische en concrete criteria;
2. Meer bepaald de volgende lasten worden niet in aanmerking genomen :
2.1. in de rekeningen 60 en 61 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld
1) het gedeelte van de reiskosten om dienstredenen boven het percentage dat voor het personeel van de ministeries bepaald werd bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 7 maart 2001;
2) de lasten met betrekking tot de toekenning van voordelen van allerlei aard;
3) de beleggingswaarden, met inbegrip van grote herstellingen en groot onderhoud boven 500 euro, die voor één enkel boekjaar als lasten worden geboekt;
4) de representatiekosten die niet in rechtstreeks verband staan met de activiteit van de diensten;
5) de restaurantstroken waarop de naam en de hoedanigheid van de gasten niet worden vermeld;
6) de hotelrekeningen waarop de naam en de hoedanigheid van de gasten niet worden vermeld;
7) de huurlasten die eventueel niet gerechtvaardigd zijn bij een geschreven huurcontract of een overeenkomst tussen de partijen, waarin een beschrijving wordt gegeven van de lokalen die het voorwerp zijn van het contract;
8) de huurlasten onder VZW's, behalve als ze overeenstemmen :
- hetzij met het geïndexeerde kadastraal inkomen van betrokken gebouw, waarvan de afschrijving van de door de overheid verleende kapitaalsubsidies afgetrokken wordt, betreffende dat gebouw. Onder geïndexeerd kadastraal inkomen wordt verstaan het niet geïndexeerde kadastraal inkomen bepaald door de Federale Overheidsdienst Financiën, vermenigvuldigd met onderstaande formule :
Index ABEX van november (van betrokken boekjaar) / Index ABEX van november (van het jaar van de vastlegging of van de laatste wijziging van het kadastraal inkomen)
- hetzij met de waarde van de afschrijvingen van het gedeelte van betrokken gebouw dat niet gesubsidieerd werd door de overheid.
Alleen in dat geval kunnen de lasten die krachtens de wet op de huurovereenkomsten geacht worden ten laste van de verhuurder te vallen als huurderslasten aangenomen worden.
2.2. in de rekeningen 62 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat dmv omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
1) de bezoldigingen die niet overeenstemmen met de loonschalen bedoeld in bijlagen VIII en VIIIbis van het besluit van 9 oktober 1997 en die niet opgesteld worden overeenkomstig de regels bedoeld in de punten I, II en III van bijlage 7;
2) de aanvullende voordelen die niet voortvloeien uit een officiële overeenkomst in het kader van de PC 319.02 of van de Nationale Arbeidsraad;
3) de werkgeverspremies voor de bovenwettelijke verzekeringen bedoeld in rekening 6230;
4) de lasten met betrekking tot groepsverzekeringen;
5) de dotaties en de aanwendingen van reserves voor het vakantie- en uitgaansgeld bedoeld in de rekeningen 6250 en 625;
6) de loonkosten die niet voortvloeien uit een overeenkomst of een geschreven arbeidscontract waarin minstens de door de werknemer uitgeoefende functie(s) en de omvang van de dienstverstrekkingen worden vermeld;
7) de loonlasten die niet het voorwerp zijn geweest van aangiften bij de RSZ en/of bij de Administratie van de belastingen;
8) de verbrekingsvergoedingen, behalve die betreffende de directeur.
2.3. in de rekeningen 63 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
1) de afschrijvingslasten die voortvloeien uit percentages die hoger zijn dan :
a. 20 % voor de oprichtingskosten bedoeld in rekening 6300.
b. 33 % voor de onlichamelijke vaste activa bedoeld in rekening 6301.
c. 3 % voor de gebouwen en bebouwde terreinen bedoeld in rekening 63020, met uitzondering van de grote onderhouds- en herstellingswerken (rekening 63020X) die tegen 10 % afgeschreven worden.
d. 10 % voor de inrichtingen en verbouwingen van gebouwen, excl. uitbreidingen.
e. 20 % voor de installaties, machines en uitrustingen bedoeld in rekening 63021, met uitzondering van het educatieve materieel dat tegen 10 % afgeschreven wordt. Het informaticamaterieel kan echter tegen 33 % afgeschreven worden.
f. 10 % voor het meubilair bedoeld in rekening 63022X.
g. 20 % voor het rollend materieel bedoeld in rekening 63022X.
h. Eén van voorvermelde percentages in functie van het type betrokken goeden voor het leasingcontract en andere gelijkaardige rechten.
i. Een afwijking van die percentages kan door het AWIPH worden toegestaan bij tweedehandse aankoop of aankoop van geprefabriceerde goederen bedoelde afwijking dient te worden aangevraagd bij aangetekend schrijven, en met redenen omkleed zijn.
2) de waardeverminderingen op schuldvorderingen bedoeld in de rekeningen 633 en 634;
3) de voorzieningen voor wettelijke en bovenwettelijke pensioenen bedoeld in rekening 635;
4) de voorzieningen voor grote onderhouds- en herstellingswerken bedoeld in rekening 636;
5) de andere voorzieningen bedoeld in rekening 637.
2.4. in de rekeningen 64 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
1) de boeten aangerekend op rekening 640;
2) de in de rekeningen 646 bedoelde kosten betreffende de bedragen die aan de subsidiërende overheid terugbetaald moeten worden.
2.5. in de rekeningen 65 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
1) de niet-verdeelde financiële lasten, al naar gelang van het soort, in de volgende rekeningen : 65000 - "Financiële lasten van investeringsleningen", 65001 - "Financiële lasten leasing", 65002 - "Financiële lasten kaskredieten - "AWIPH"- uitstel of dwingende reden", 65003 - "Financiële lasten kaskredieten - Andere", 6570 - "Financiële lasten bankrekeningen", 6571 - "Financiële lasten - beleggingen";
2) de lasten voor kaskredieten behalve als hierop een beroep moet worden gedaan wegens een uitstel van betaling waarvan de schuld bij de Administratie ligt of om een dwingende reden waarmee de dienst niets te maken heeft. In dit geval moet de dienst het uitstel van betaling en de verantwoordelijkheid van de Administratie bewijzen d.m.v. een attest dat aan Het AWIPH moet worden gevraagd of het bewijs leveren van de dwingende aard van de gebeurtenis die het beroep op voormeld krediet rechtvaardigt;
3) de financiële lasten ivm beleggingen.
2.6. in de rekeningen 66 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
de uitzonderlijke kosten bedoeld in rekening 660;
2.7. in de rekeningen 69 bedoeld in het genormaliseerde boekhoudplan dat d.m.v. omzendbrieven aan de diensten wordt meegedeeld :
de kosten voor aanwendingen en heffingen verdeeld in de rekeningen 69.
2.8. Allerlei :
1) de giften die tegelijkertijd als lasten en als opbrengsten geboekt worden;
2) de opbrengsten van de activiteiten van de instellingen die tegelijkertijd als lasten en als opbrengsten geboekt worden;
3) de lasten betreffende de terugbetalingen van administrateurskosten, behalve voor punctuele opdrachten waarover collegiaal beslist wordt door de raad van bestuur en de directie.
3. Van de lasten worden afgetrokken :
1) de door de overheid verleende toelagen wanneer ze precies dezelfde lasten dekken als degene die in aanmerking worden genomen in de zin van dit besluit;
2) de door de Nationale Loterij verleende werkingstoelage kan niet van de lasten afgetrokken worden;
3) de diverse kosteninvorderingen, met uitzondering van de private giften, de opbrengsten van fancy fairs of andere handelingen m.b.t. de opvraging van private storting, van de verkoop van producten buiten de dienst, van cash management en van ontvangsten die uit het verhuren van appartementen voortkomen. Deze uitzonderingen worden in aanmerking genomen als de betrokken opbrengsten in aparte rekeningen of subrekeningen geboekt worden en als de lasten m.b.t. de organisatie van deze handelingen eveneens apart geboekt worden;
4) de lasten betreffende de organisatie van fancy fairs of andere handelingen m.b.t. de opvraging van private storting, de verkoop van producten buiten de dienst, van cash management en van ontvangsten die uit het verhuren van gesuperviseerde appartementen voortkomen. Ze moeten naar gelang hun type geboekt worden, net zoals de opbrengsten die uit deze handelingen voortkomen.
4. Toekenning van de lasten aan de verschillende toelagen :
Onverminderd de principes op basis waarvan de lasten in aanmerking worden genomen in dit besluit :
- worden beschouwd als lasten die behoren bij de jaarlijkse personeelstoelage bedoeld in titel 8, de lasten die op geldige wijze worden ondergebracht in de rekeningen 618 en 62 vermeld in het genormaliseerd boekhoudplan bedoeld in artikel 63;
- de andere lasten behoren bij de jaarlijkse werkingstoelage bedoeld in titel 8.
5. Financiële controle :
Wanneer een dienst deel uitmaakt van een administratieve cel die uit gesubsidieerde diensten bestaat op grond van het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de voor gehandicapte personen bestemde residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen, of op grond van dit besluit, wordt het gebruik van de toelagen van die dienst gecontroleerd door de verleende toelagen en de per sectie te boeken lasten op te tellen.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 31 mei 2012 houdende wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren.
Namen, 31 mei 2012.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen,
Mevr. E. TILLIEUX
Art. N3. Bijlage 7 (bedoeld in artikel 100 en in bijlage 6) bij het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren
PERSONEELSKOSTEN - SPECIFIEKE REGELS
I. Geldelijke anciënniteit.
De geldelijke anciënniteit van het begeleidend personeel en de directeurs wordt berekend op basis van het aantal jaren waarvoor de werknemers van de volgende sectoren voltijds of deeltijds betaald worden door hun werkgever :
1) de instellingen die door het AWIPH, het voormalige Fonds 81 en het voormalige "FCIPPH" erkend zijn of met hen een overeenkomst hebben gesloten;
2) de instellingen die door de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie erkend zijn of met hen een overeenkomst hebben gesloten;
3) de diensten van Hulpverlening aan de Jeugd en van de voormalige Jeugdbescherming;
4) de "ONE";
5) de erkende centra;
6) de instellingen die door de Algemene Directie Sociale Zaken en Volksgezondheid van het Federale Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu erkend zijn en met hem een overeenkomst hebben gesloten;
7) de instellingen die door het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid van de Waalse Overheidsdienst erkend zijn en met hem een overeenkomst hebben gesloten;
8) de scholen van het buitengewoon onderwijs;
9) de instellingen die een overeenkomst hebben gesloten met het RIZIV.
Het bevallings- en borstvoedingsverlof, de loopbaanonderbreking van maximum één jaar die recht geeft op een onderbrekingsuitkering, en het tien dagenverlof om dwingende redenen worden meegerekend.
Wat het niet-educatieve personeel betreft, met uitzondering van de directeurs en maatschappelijke assistenten, kan ook elke dienst meegerekend worden die eerder deeltijds of voltijds verstrekt werd in een gelijksoortige functie als degene die het bekleedt bij zijn aanwerving in een door het AWIPH erkende instelling.
Onder gelijksoortige functie wordt verstaan :
- voor het administratieve personeel : alle functies die in bijlage 2 onder de desbetreffende rubriek ingedeeld zijn;
- voor het arbeiderspersoneel : alle functies die in bijlage 2 onder de desbetreffende rubriek ingedeeld zijn.
Die dienstverstrekkingen worden slechts in aanmerking genomen voorzover betrokken personeelslid indertijd beschikte over het diploma dat vereist werd om die functie uit te oefenen.
De personeelsleden die vóór 1 januari 1984 in dienst waren in instellingen erkend door het Fonds voor medisch-socio-pedagogische zorgverlening aan gehandicapten of door de Dienst Jeugdbescherming behouden hoe dan ook het voordeel van de geldelijke anciënniteit die hen indertijd officieel toegekend werd.
Het bewijs van de verrichte diensten wordt door betrokkenen geleverd d.m.v. de stortingen verricht bij een instelling voor sociale zekerheid of een pensioenkas.
Elk ander bewijsstuk kan door de bevoegde diensten geëist worden.
II. Benoemingen, bevorderingen en functieveranderingen.
§ 1. De bezoldiging van een personeelslid met een directiegraad mag niet lager zijn dan die voorzien voor de functie waarop zijn diploma recht geeft in de dienst waar het tewerkgesteld is.
§ 2. Het personeelslid dat tot een andere graad in dezelfde dienst bevorderd wordt, behoudt de gezamenlijke geldelijke anciënniteit die hem toegekend werd op basis van de criteria bedoeld onder punt I van deze bijlage.
In geval van functieverandering binnen dezelfde instelling kan de geldelijke anciënniteit insgelijks opgewaardeerd worden overeenkomstig de bepalingen onder punt I van deze bijlage.
§ 3. Het kaderpersoneel moet binnen vier jaar na de eerste september die volgt op hun indienstneming of bevordering aan de volgende voorwaarden voldoen :
Hoofdopvoeder :
- geslaagd zijn voor één van de modules van de opleiding ''Gestion de services pour personnes handicapées'' (Beheer van diensten voor gehandicapte personen) georganiseerd door een opleidingsoperator of een door de Franse Gemeenschap erkende onderwijsinrichting en waarvan de inhoud door het beheerscomité van het AWIPH is goedgekeurd;
- geslaagd zijn voor de opleidingseenheid "Les stratégies de l'organisation" (Organisatiestrategieën) van het postgraduaat " cadre du secteur non-marchand " (kader van de non-profitsector) georganiseerd door het hoger onderwijs voor sociale promotie;
Opvoeder groepsleider :
- geslaagd zijn voor de 150 uren van het eerste jaar van de tweejarige opleidingscyclus "Gestion de services pour personnes handicapées" (Beheer van diensten voor gehandicapte personen) georganiseerd door een opleidingsoperator of een door de Franse Gemeenschap erkende onderwijsinrichting en waarvan de inhoud door het beheerscomité van het AWIPH is goedgekeurd;
Directeur :
- de tweejarige opleidingen van 150 uur "Beheer van diensten voor gehandicapte personen", die georganiseerd wordt door een opleidingsoperator of een door de Franse Gemeenschap erkende onderwijsinstelling en waarvan de inhoud goedgekeurd is door het beheerscomité van het AWIPH, met succes hebben gevolgd.
III. Komen niet in aanmerking :
1) de bezoldigingen uitgekeerd aan de pensioengerechtigde personeelsleden die krachtens de wetgeving op de pensioenen een ongeoorloofde beroepsactiviteit uitoefenen;
2) het deel van de bezoldigingen en de wettelijke werkgeverslasten boven de bedragen voor rekening van de overheid voor een volledige uurrooster, onverminderd de betaling van de in aanmerking komende extra-uren en van de diensten verstrekt in het kader van het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd ten gunste van de personeelsleden tewerkgesteld door die diensten;
Deze bepaling is eveneens van toepassing op personeelsleden met verschillende deeltijdse functies die gesubsidieerd worden of voor rekening zijn van de overheid.
3) de lasten van het personeel waarvan de kwalificaties niet overeenstemmen met de vereiste titels bedoeld in bijlage 3.
IV. Regeling van de loopbaanbeëindiging.
De maandelijkse bijdrage die gestort wordt in het Sociaal Fonds "Old Timer" krachtens de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 7 januari 2003 zoals afgesloten binnen het Paritair comité 319.02 tot instelling van de bepalingen betreffende de indeling van de beroepsloopbaan, genaamd "Plan Tandem", wordt beschouwd als een in aanmerking te nemen last.
Voor de openbare sector, moet deze voorziening voorafgaandelijk erkend worden door de Regering en dezelfde voordelen en garanties bieden als diegene voorzien in de bovengenoemde Collectieve arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 31 mei 2012 houdende wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren.
Namen, 31 mei 2012.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen,
Mevr. E. TILLIEUX
Art. N4. Bijlage 8 (bedoeld in bijlage 7) bij het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de integratiehulp voor gehandicapte jongeren
WEDDESCHALEN
Functie | Categorieën | Weddeschaal (nr. schaal) |
Directeur | 25 | |
Begeleidingspersoneel | Master met een pedagogische, psychologische, sociale of paramedische oriëntering Bachelor met een pedagogische, psychologische, sociale of Paramedische oriëntering | 27 19 |
Administratief personeel | Master met een economische, juridische, administratieve, of informaticaoriëntering. Bachelor met een economische, juridische, administratieve, of informaticaoriëntering. | 27 19 |
Opsteller | 17 | |
Klerk | 4 | |
Boekhouder Kl 1 | 18 | |
Boekhouder Kl 2 | 8 | |
Kopiist A3 | 4 | |
Kopiist A2 | 17 | |
Arbeider | Arbeider Cat 1 | 1 |
Arbeider Cat 3 | 3 | |
Geld.Anc. | 21 | 22 |
0 | 19.425,21 | 21.226,92 |
1 | 20.421,15 | 22.067,41 |
2 | 20.421,15 | 22.067,41 |
3 | 21.145,24 | 22.681,66 |
4 | 21.145,24 | 22.681,66 |
5 | 21.869,37 | 23.295,89 |
6 | 21.869,37 | 23.295,89 |
7 | 22.593,46 | 23.910,15 |
8 | 22.593,46 | 23.910,15 |
9 | 23.317,53 | 24.524,38 |
10 | 23.679,56 | 24.886,40 |
11 | 24.403,65 | 25.500,66 |
12 | 24.403,65 | 25.500,66 |
13 | 25.127,78 | 26.114,91 |
14 | 25.127,78 | 26.114,91 |
15 | 25.851,87 | 26.729,17 |
16 | 26.685,57 | 27.638,17 |
17 | 27.248,43 | 28.221,12 |
18 | 27.248,43 | 28.221,12 |
19 | 27.811,29 | 28.804,07 |
20 | 27.811,29 | 28.804,07 |
21 | 28.374,17 | 29.387,04 |
22 | 28.374,17 | 29.387,04 |
23 | 28.937,02 | 29.969,99 |
24 | 28.937,02 | 29.969,99 |
25 | 29.499,91 | 30.552,97 |
26 | 29.499,91 | 30.552,97 |
27 | 30.196,48 | 31.135,91 |
28 | 30.196,48 | 31.135,91 |
29 | 30.196,48 | 31.135,91 |
30 | 30.196,48 | 31.135,91 |
31 | 30.196,48 | 31.135,91 |