26 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen ressorteren (PC 105)
Art. 1-9
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen ressorteren.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.
Art.3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :
- achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die minder dan zes maanden ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- achtenveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- zeventig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- zevenennegentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en eenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- honderd veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen twintig en minder dan vijfentwintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- honderd vijfenzeventig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die ten minste vijfentwintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.
Art.4. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art.5. § 1. In geval van ontslag om economische of technische redenen binnen een herstructureringsplan, wordt de opzeggingstermijn vastgesteld op :
- achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- zesenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.
§ 2. Deze opzeggingstermijnen gelden op de voorwaarde dat zij worden bevestigd in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Art.6. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.
Art.7. Het koninklijk besluit van 9 juli 2001 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, wordt opgeheven.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK