5 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot oprichting van de Vlaamse werkgroep suïcidepreventie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-01-2013 en tekstbijwerking tot 13-10-2023)
Art. 1-8
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1°[1 ...]1
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
3° besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 : besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 betreffende Vlaamse werkgroepen binnen het preventieve gezondheidsbeleid.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.2. De Vlaamse werkgroep Suïcidepreventie, verder Vlaamse werkgroep te noemen, wordt opgericht.
Het betreft een ondersteunende werkgroep als vermeld in artikel 3, 2°, c) van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 die de minister adviseert inzake suïcidepreventie en de uitvoering van het Vlaams actieplan suïcidepreventie 2012-2020.
Art.3. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor onbepaalde duur.
Art.4.§ 1. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor de volgende opdrachten :
1° het aanreiken van deskundigheid, wetenschappelijke inzichten en aangetoond werkzame methodieken, ten bate van suïcidepreventie in Vlaanderen en van de uitvoering van het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie;
2° het opvolgen van taken en afspraken van voorgaande werkgroepvergaderingen;
3° het delegeren van opdrachten naar de subwerkgroepen en het bespreken van de werkzaamheden van de subwerkgroepen;
4° het fungeren als klankbord bij de bespreking en/of introductie van nieuwe initiatieven voorgesteld door [1 de administratie]1 of de subwerkgroepen;
5° het creëren van een draagvlak in het veld voor de uitvoering van nieuwe initiatieven;
6° het verzamelen van adviezen van de subwerkgroepen en formuleren van adviezen aan de minister en [1 de administratie]1;
7° op vraag of op eigen initiatief, advies uitbrengen aan de minister en [1 de administratie]1 over suïcidepreventie in het algemeen en de hierboven genoemde punten in het bijzonder.
§ 2. De Vlaamse werkgroep rapporteert aan de minister en [1 de administratie]1 over de realisatie van de opdrachten, aan de hand van verslagen en adviezen.
§ 4. De Vlaamse werkgroep maakt een huishoudelijk reglement op.
Het huishoudelijk reglement en de wijzigingen ervan, worden ter goedkeuring voorgelegd aan [1 de administratie]1.
In het huishoudelijk reglement moet minstens bepaald worden hoe de besluitvorming wordt geregeld.
§ 4. [1 de administratie]1 neemt de secretariaatstaken waar, namelijk de administratieve, logistieke en, in functie van haar deskundigheid, inhoudelijke ondersteuning van de Vlaamse werkgroep.
Als er subwerkgroepen worden opgericht, is [1 de administratie]1 niet verantwoordelijk voor de administratieve, logistieke en inhoudelijke ondersteuning, tenzij dat bij de goedkeuring van het oprichten van een subwerkgroep, vermeld in artikel 5, § 1, vierde lid, anders wordt vermeld.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.5.§ 1. De heer Pieter Vandenbulcke, namens [1 de administratie]1, wordt benoemd als voorzitter van de Vlaamse werkgroep.
De voorzitter kan zich laten vervangen door zelf een vervanger aan te duiden. Duidt hij geen vervanger aan, dan zit het oudste aanwezige lid de vergadering van de Vlaamse werkgroep voor. Indien de voorzitter zich gedurende meer dan zes opeenvolgende maanden laat vervangen duidt de minister een andere voorzitter aan.
De voorzitter kan een of meerdere subwerkgroepen oprichten na goedkeuring door [1 de administratie]1. Daartoe deelt hij zijn voornemen tot het oprichten van een subwerkgroep mee aan [1 de administratie]1, met inbegrip van de deelaspecten van de opdracht van de Vlaamse werkgroep die door de subwerkgroep zullen worden uitgevoerd, het tijdschema om die deelaspecten uit te voeren, de samenstelling en het maximale aantal leden.
De voorzitter van de werkgroep verklaart de aanwezigheidslijst voor waar en echt.
§ 2. De volgende personen worden benoemd tot lid van de Vlaamse werkgroep :
1° de heer Aerts, Yves;
2° Mevr. Balduyck, Sofie;
3° Mevr. De Busscher, Katia;
4° Mevr. Declercq, Sibille;
5° Mevr. De Deken, Lutgart;
6° de heer De Ketelbutter, Chris;
7° Mevr. Delfosse, Lynn;
8° de heer De Maeseneir, Koen;
9° Mevr. De Roover, Winnie;
10° de heer Dessein, Rik;
11° Mevr. De Waele, Karen;
12° Mevr. Enghien, Marijke;
13° Mevr. Langedock, Tine;
14° Mevr. Moens, Ann;
15° Mevr. Pauwels, Kirsten;
16° Mevr. Roelandt, Nele;
17° de heer Toye, Jan;
18° Mevr. Van Audenhove, Chantal;
19° Mevr. van den Berg, Marjolijn;
20° Mevr. Vandurme, Rita;
21° de heer van Heeringen, Cornelis;
22° de heer Van Hoof, Bart;
23° Mevr. Vanhove, Rita;
24° de heer Van Speybroeck, Jan;
§ 3. De leden, vermeld in paragraaf 2, kunnen, als ze niet op een vergadering aanwezig kunnen zijn, een plaatsvervanger aanduiden.
§ 4. De identificatie- en contactgegevens van de personen, vermeld in dit artikel, worden bijgehouden door [1 de administratie]1.
----------
(1)<MB 2023-08-25/05, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.6. De belangenverklaring, vermeld in artikel 7, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, bevat volgende gegevens :
1° de doelstelling van een belangenverklaring;
2° de omschrijving van wat een belangenconflict kan zijn;
3° de mogelijke maatregelen bij een belangenconflict;
4° de verklaring.
Art.7. Met toepassing van artikel 10, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, ontvangen de volgende personen en hun eventuele plaatsvervangers, vermeld in artikel 5, tenzij die plaatsvervangers niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 10, § 1, van het genoemde besluit, geen vergoeding omdat zij verbonden zijn aan een overheid of aan een organisatie die door de Vlaamse overheid gefinancierd wordt en deelname aan de Vlaamse werkgroep behoort tot het takenpakket van hun organisatie :
1° Mevr. Delfosse, Lynn;
2° Mevr. De Waele, Karen;
3° Mevr. Enghien, Marijke;
4° Mevr. Langedock, Tine;
5° Mevr. Pauwels, Kirsten;
6° Mevr. Roelandt, Nele;
7° Mevr. van den Berg, Marjolijn;
8° de heer Vandenbulcke, Pieter.
9° Mevr. Vandurme, Rita
10° de heer van Hoof, Bart;
11° Mevr. Vanhove, Rita.
Ook de personen, vermeld in artikel 5, die met toepassing van artikel 10, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, geen vergoeding wensen, ontvangen geen vergoeding.
Art. 8. De indexering, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, gebeurt elk werkingsjaar vanaf 1 januari, volgens de volgende formule :
vergoeding jaar X = vergoeding BVR x | gezondheidsindex december jaar X-1 |
gezondheidsindex december 2008 |