Cluster 1 - Socio-relationele samenleving |
001 | illustreert verbale en non-verbale communicatie |
002 | illustreert het objectief en subjectief waarnemen |
003 | toetst eigen interpretaties aan die van anderen |
004 | drukt zich uit in de ik-vorm |
005 | luistert actief |
006 | uit feedback |
007 | gaat om met feedback |
008 | gebruikt een geschikte communicatievorm |
009 | stelt open vragen |
010 | gebruikt technieken om communicatiemoeilijkheden te voorkomen |
011 | gaat om met communicatiemoeilijkheden |
012 | maakt afspraken |
013 | bouwt relaties op, onderhoudt ze en beëindigt ze indien nodig |
014 | uit onbevangen en constructief zijn wensen en gevoelens binnen relaties en stelt en aanvaardt hierin grenzen |
015 | erkent het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties |
016 | accepteert verschillen en hecht belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie |
017 | geeft ongelijk toe en verontschuldigt zich |
018 | leeft de onuitgesproken regels na die de interacties in de samenleving typeren |
019 | herkent vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik |
020 | bespreekt opvattingen over medische, psychische en sociale aspecten van relaties |
021 | bedenkt constructieve oplossingen voor conflicten |
022 | stimuleert de ontwikkeling van kinderen en jongeren door zorg en activiteiten |
023 | exploreert opvoedkundige vaardigheden |
024 | toont betrokkenheid bij de schoolloopbaan van kinderen |
Cluster 2 - Socio-economische samenleving |
025 | weegt de wenselijkheid en noodzakelijkheid af van bepaalde uitgaven |
026 | beheert het eigen budget |
027 | gaat omzichtig om met reclame |
028 | maakt verstandig gebruik van financiële instellingen en hun dienstverlening |
029 | maakt verstandig gebruik van openbare voorzieningen m.b.t. tot de socio-economische samenleving |
030 | beheert zijn persoonlijke administratie |
031 | illustreert hoe de overheid inkomsten verwerft en aanwendt |
032 | illustreert hoe de sociale zekerheid en de sociale bijstand bijdragen aan de eigen levenskwaliteit en begrijpt dat de sociale zekerheid enkel kan blijven bestaan door een maximale arbeidsparticipatie van zij die dat kunnen |
033 | herkent verschillen in welvaart |
034 | maakt gebruik van zijn rechten en komt zijn plichten na in de socio-economische samenleving |
035 | zet zijn persoonlijk netwerk en andere kanalen in bij het zoeken naar een job |
036 | bereidt zich voor om effectief en efficiënt te solliciteren |
037 | onderzoekt het eigen perspectief in de socio-economische samenleving |
038 | herkent kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede en uitsluiting |
039 | herkent verschillende ervaringen met kansarmoede |
040 | illustreert verwachtingen en houding van de samenleving t.a.v. kansarmen |
041 | toont respect voor verschillende belevingen van kansarmoede |
042 | verwoordt de eigen beleving van de verwachtingen en houding van de samenleving t.a.v. kansarmen |
043 | illustreert hoe uitsluiting zich in de samenleving voordoet |
044 | illustreert theorie over de eigenheid en de bestendiging van kansarmoede |
045 | illustreert het begrip 'missing link' |
046 | ordent belangrijke gebeurtenissen uit het eigen leven |
047 | vergelijkt zijn geschiedenis en context met zijn huidige situatie en zelfbeleving |
Cluster 3 - Socio-culturele samenleving |
048 | gaat respectvol om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen |
049 | toetst zijn mening over verschillen tussen mensen en levensopvattingen aan feiten en andere meningen |
050 | illustreert het belang van sociale samenhang en solidariteit |
051 | leidt uit historische en actuele voorbeelden af wat de gevolgen zijn van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie |
052 | toont aan dat verschillende perioden in de geschiedenis kenmerkende kunstuitingen hebben |
053 | toont aan dat verschillende culturen kenmerkende kunstuitingen hebben |
054 | toont aan dat cultuur een impact heeft op voelen, denken en handelen |
055 | toont interesse voor het cultureel erfgoed hier en elders |
056 | informeert zich over kunst- en cultuuruitingen en -activiteiten |
057 | maakt gebruik van voorzieningen, diensten en instellingen in de socio-culturele samenleving |
058 | geeft zijn mening over kunst- en cultuuruitingen en -activiteiten |
059 | informeert zich over mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding |
060 | kiest een vorm van vrijetijdsbesteding op basis van eigen interesses, mogelijkheden en waarden |
061 | plant en organiseert zijn vrije tijd |
062 | maakt gebruik van maatschappelijke diensten en/of instellingen m.b.t. vrije tijd |
Cluster 4 - Lerende samenleving |
063 | schenkt doelgericht aandacht |
064 | werkt doeltreffend |
065 | maakt een realistische planning |
066 | evalueert zijn leerstijl |
067 | gaat op constructieve wijze om met affectieve aspecten van het leerproces |
068 | kiest uit gegeven informatiebronnen en -kanalen met het oog op te bereiken doelen |
069 | gebruikt op adequate wijze diverse informatiebronnen en -kanalen |
070 | evalueert de wijze waarop hij informatiebronnen en -kanalen gebruikt |
071 | bewerkt informatie voor een beter begrip |
072 | analyseert informatie |
073 | vat informatie samen voor een beter begrip en een duidelijke communicatie |
074 | evalueert met ondersteuning de wijze waarop hij informatie bewerkt, analyseert en samenvat |
075 | roept in een nieuwe situatie aanwezige voorkennis en vaardigheden op |
076 | vraagt uitleg tijdens het leren |
077 | voert een oplossingsplan uit |
078 | selecteert een oplossingsplan |
079 | maakt op basis van een model een eenvoudig oplossingsplan |
080 | evalueert het gekozen oplossingsplan |
081 | stuurt met ondersteuning het eigen leerproces |
082 | evalueert met ondersteuning het eigen leerproces |
083 | stuurt waar nodig het eigen leerproces bij |
084 | past bij groepstaken bekende overleg- en oplossingsmethoden toe met ondersteuning |
085 | evalueert de samenwerking bij groepstaken aan de hand van een bekende methodiek |
086 | maakt van ontvangen feedback bij groepstaken gebruik om het eigen handelen bij te sturen |
087 | brengt eigen ervaringen in kaart |
088 | schat eigen mogelijkheden realistisch in |
089 | selecteert op basis van behoeften, kwaliteiten, beperkingen en waarden een passend aanbod |
090 | doet bij het maken van zijn keuze een beroep op diensten en instellingen in de lerende samenleving |
091 | evalueert de manier waarop hij op basis van behoeften, kwaliteiten, beperkingen en waarden een aanbod heeft geselecteerd |
Doorstroom |
1) Natuurwetenschappen |
092 | toont aan dat er in een organisme een samenhang is tussen verschillende organisatieniveaus |
093 | legt het verband uit tussen de bouw en de functie van de belangrijke organen van de mens |
094 | onderscheidt bij een eenvoudig onderzoek de essentiële stappen van de wetenschappelijke methode |
095 | past van de grootheden massa, lengte, oppervlakte, volume, temperatuur, tijd, druk, snelheid, kracht en energie de eenheden en hun symbolen toe |
2) Geschiedenis en actualiteit |
096 | plaatst belangrijke gebeurtenissen of personen in de juiste tijdsperiode |
097 | situeert informatie in tijd en ruimte |
098 | herkent verbanden tussen verschillende domeinen van de samenleving |
099 | analyseert historische informatie |
100 | analyseert items uit de actualiteit |
101 | maakt onderscheid tussen een mening over een historisch of actueel feit en het feit zelf |
102 | illustreert dat een actuele toestand vroeger anders was en in de loop van de geschiedenis evolueerde |
3) Aardrijkskunde |
103 | leest kaarten en plattegronden |
104 | toont het verband aan tussen klimaat, milieu en leefgewoonten |
105 | illustreert demografische begrippen |
106 | herkent verschillende reliëf- en landschapsvormen |
Cluster 5 - Techniek |
107 | ontdekt specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische realisaties door middel van hanteren, monteren of demonteren |
108 | onderzoekt hoe het komt dat een zelf gebruikte technische realisatie niet of slecht functioneert |
109 | illustreert dat technische realisaties evolueren en verbeteren |
110 | toont vanuit concrete ervaringen met techniek het nut aan van de gebruikte hulpmiddelen |
111 | voert de opeenvolgende logische stappen uit om een eenvoudige technische opdracht te volbrengen |
112 | lost een probleem technisch op door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen |
113 | bepaalt aan welke vereisten de technische realisatie die hij wil gebruiken, moet voldoen |
114 | vult een eenvoudig ontwerp aan door van vooropgestelde eisen uit te gaan |
115 | voert een gegeven of eigen technisch ontwerp planmatig uit, met oog voor vereisten van kwaliteit, veiligheid, ergonomie en milieu |
116 | voert een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit |
117 | vergelijkt werkwijzen en technische realisaties |
118 | neemt een technische realisatie in gebruik |
119 | gebruikt de correcte benaming voor vaak gebruikte en hedendaagse technische realisaties |
120 | vraagt op een effectieve en efficiënte manier hulp bij installatie van een technische realisatie |
121 | optimaliseert het gebruik van een technische realisatie aan de hand van de handleiding |
122 | geeft aan welke de mogelijkheden en de beperkingen zijn van vaak gebruikte technische realisaties |
123 | maakt gebruik van een garantiebewijs indien nodig |
124 | interpreteert de informatie op een beeldscherm |
125 | weegt de wenselijkheid en noodzakelijkheid af van het gebruik van technische realisaties |
126 | zet zelfgekozen technische hulpmiddelen in |
127 | onderhoudt vaak gebruikte technische realisaties volgens de onderhoudsvoorschriften |
128 | gebruikt technische realisaties hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam |
129 | illustreert dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden |
Cluster 6 - Gezondheid |
130 | verzorgt en gedraagt zich hygiënisch |
131 | reageert adequaat op lichaamssignalen |
132 | zorgt dagelijks voor een evenwicht tussen rust en beweging, werk en ontspanning |
133 | neemt een ergonomische en gevarieerde houding aan |
134 | maakt gezonde keuzes in de dagelijkse voeding |
135 | illustreert hoe het voedingsgedrag beïnvloed wordt door reclame en sociale omgeving |
136 | gaat verantwoord om met geneesmiddelen en genotsmiddelen |
137 | beschrijft hoe de voortplanting bij de mens verloopt en hoe ze geregeld kan worden |
138 | neemt gepaste voorzorgen tegen risicovol lichamelijk contact |
139 | past veiligheidsvoorschriften toe en neemt voorzorgen voor een veilige omgeving |
140 | roept hulp in en past eerste hulp toe |
141 | gaat constructief om met taakbelasting en stressvolle situaties |
142 | gaat om met lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen bij zichzelf |
143 | stelt zich weerbaar op |
144 | gaat om met emoties |
145 | reageert gepast op lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen bij anderen |
146 | maakt gebruik van een gezondheidsvoorziening |
147 | gaat respectvol om met ethische aspecten van gezondheid |
Cluster 8 - Omgeving en duurzame ontwikkeling |
157 | illustreert dat de mens natuur, klimaat en milieu beïnvloedt |
158 | herkent in duurzaamheidvraagstukken de verwevenheid tussen politieke, economische, sociale, technische en ecologische aspecten |
159 | herkent in duurzaamheidvraagstukken de verwevenheid met armoede- en ontwikkelingsproblematiek |
160 | maakt op duurzame wijze gebruik van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen |
161 | zoekt naar duurzame oplossingen om zijn leefomgeving te verbeteren |
162 | gaat respectvol om met de natuur |
Cluster 9 - Politiek-juridische samenleving |
163 | leeft de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind na |
164 | maakt gebruik van rechten en komt plichten na in de politiek-juridische samenleving |
165 | erkent de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel |
166 | zet zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen |
167 | toont het belang aan van internationale organisaties en instellingen |
168 | onderscheidt de hoofdzaken van de Belgische staatsstructuur |
169 | illustreert de bevoegdheden van de verschillende bestuursniveaus in België en in de Europese Unie |
170 | illustreert hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen |
171 | bereidt zich voor om op een weloverwogen manier aan verkiezingen deel te nemen |
172 | neemt op geldige manier deel aan verkiezingen |
173 | weegt verschillende belangen op korte en lange termijn af |
174 | past inspraak, participatie en besluitvorming toe |
175 | leest documenten met betrekking tot de politiek-juridische samenleving, vult ze in en controleert ze |
176 | neemt verantwoordelijkheid op voor kinderen die aan zijn gezag zijn toevertrouwd |
177 | maakt gebruik van juridische hulp |
178 | maakt gebruik van de dienstverlening van de gemeente aan de burger |
179 | illustreert de rol van de media en organisaties in het functioneren van de samenleving |
AFBAKENING ET 001 tot en met 179 |
Kennis & Vaardigheden | Context, Autonomie & Verantwoordelijkheid |
* informatie, concrete en rudimentaire begrippen en standaardprocedures uit het domein van de maatschappelijke geletterdheid begrijpen; | * handelen in een beperkt aantal vergelijkbare, eenvoudige, toegankelijke, meestal vertrouwde, courante contexten waarin een beperkt aantal factoren verandert; |
* informatie analyseren door elementen te onderscheiden en verbanden te leggen; | * met ondersteuning; |
* een geselecteerd aantal courante procedures bij het uitvoeren van taken toepassen; | * verantwoordelijkheid opnemen voor de gestelde handelingen. |
* voorgeschreven strategieën aanwenden voor het oplossen van een beperkt aantal herkenbare concrete problemen. | |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie.
K. PEETERS
P. SMET