20 APRIL 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering, en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, wat betreft de attesten in het kader van de zorgverzekering
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
" § 2. Het recht op de vergoeding voor de uitgevoerde indicatiestelling vervalt als de dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg of het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn als gemachtigde indicatiesteller de indicatiestelling heeft uitgevoerd en als die dienst of dat centrum binnen zes maanden na die indicatiestelling persoonsverzorging, huishoudelijke hulp of schoonmaakhulp in het kader van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 verstrekt aan de gebruiker.
In de gevallen, vermeld in het eerste lid, wordt de daarvoor uitbetaalde vergoeding in mindering gebracht op de volgende uit te betalen vergoedingen.
Art.2. In artikel 32, § 1, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering wordt het woord " gezinszorg " vervangen door de zinsnede " de activiteiten persoonsverzorging, huishoudelijke hulp of schoonmaakhulp, verricht door een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg in het kader van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, of de activiteit schoonmaakhulp, verricht door een dienst voor logistieke hulp in het kader van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2012.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 april 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN