8 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat erop gericht is de uitvoering van samenwerking tussen de gemeenten te steunen
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiertoe ingeschreven zijn op de basisallocatie 10.005.27.03.43.21 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 2011 worden aan de gemeenten subsidies toegekend voor een totaal bedrag van 667.120,00 euro.
Dit bedrag zal onder de gemeenten worden verdeeld gevolggevend aan de projectoproep verzonden op 8 september 2011.
Art.3. § 1. Deze subsidies hebben tot doel hetzij een deel van de kostprijs van de studies te dekken die het nut, de haalbaarheid, het belang en/of de manier waarop de samenwerking tussen de gemeenten wordt uitgevoerd, bepalen, hetzij een deel van de kosten die nodig zijn voor het functioneren van de samenwerking.
§ 2. De uitvoeringsmodaliteiten van deze acties zullen worden geregeld via een overeenkomst tussen elke gemeente en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze subsidies worden als volgt verdeeld :
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-02-2012, p. 11825)
Art.4. § 1. De subsidie zal in drie schijven worden uitgekeerd op de bankrekening van elke begunstigde gemeente :
- een voorschot van 40 % zal vrijgegeven worden bij de ondertekening van dit besluit tegen afgifte van een schuldvordering, die uiterlijk op 23 december 2011 naar het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet verstuurd worden, volgens de modaliteiten bepaald in § 2;
- de 2e schijf, van 40 %, op basis van de beraadslaging van elke gemeenteraad, na voorlegging van een getekende overeenkomst en van een schuldvordering vóór 30 juni 2012;
- het saldo wordt uitgekeerd na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken. Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle.
De schuldvorderingen vermelden de reden van de betaling, het als saldo toegekende eindbedrag, het visum nummer voor vastlegging en het rekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort.
§ 2. De in § 1 bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Comptabiliteit, CCN, Vooruitgangstraat 80, 8e verdieping, 1035 Brussel.
§ 3. De in § 1 bedoelde verantwoordingsstukken moeten ofwel voor voldaan verklaard zijn, ofwel vergezeld zijn van de betalingsbewijzen (rekeninguittreksels of elke andere vorm van betalingsbewijs).
De uitgaven die in aanmerking komen zullen in de overeenkomst vermeld worden.
Uit de controle van voornoemde verantwoordingsstukken door de beherende administratieve dienst moet blijken dat alle vastgelegde uitgaven daadwerkelijk verricht werden voor de realisatie van de acties waarvoor de subsidie verleend wordt.
De facturatiedatum moet overeenstemmen met de subsidieperiode, met name de periode van 1 januari 2012 tot 31 december 2012.
De in § 1 bedoelde verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 30 april 2013 ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bestuur Plaatselijke Besturen, Directie Specifieke Initiatieven, City Center, Kruidtuinlaan 20, te 1035 Brussel. Schaerbeek/Schaarbeek.
Art.5. De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.
Art.6. De Directie Specifieke Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten.
Art.7. Elke aanvraag tot wijziging van de overeenkomst dient schriftelijk gericht te worden aan de beherende administratieve dienst aangewezen in artikel 6. Bij akkoord zal een bijvoegsel opgesteld worden.
Art. 8. De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor de Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 december 2011.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen,
Ch. PICQUE