20 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het activiteitenverslag van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
Art. 1-12
Artikel 1. Ieder jaar wordt door de overheid van de hogeschool het activiteitenverslag van de hogescholen bedoeld bij artikel 81bis van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen opgesteld.
Het bevat minstens de volgende hoofdstukken:
1° de structuur van de hogeschool;
2° de initiële opleiding;
3° het toegepaste onderzoek;
4° de diensten aan de collectiviteit;
5° de voortgezette opleiding;
6° de verhoging van de slaagkansen van de studenten;
7° de inachtneming van het pedagogische, sociale en culturele project door de hogeschool.
Art.2. De hoofdstukken bedoeld bij artikel 1 worden in het verslag opgesteld in functie van het vorige academiejaar.
Art.3. Het hoofdstuk betreffende de structuur van de hogeschool bevat, namelijk, de volgende elementen:
1° de naam en het adres van de hogeschool;
2° het adres van elke vestiging van de hogeschool;
3° de juridische aard van de hogeschool;
4° de samenstelling van de inrichtende macht;
5° de samenstelling van de beheers- en raadplegingsorganen (raad van bestuur wat betreft de hogescholen ingericht door de Franse Gemeenschap, beheersorgaan wat betreft de hogescholen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, directiecollege, pedagogische raad, maatschappelijke raad, categorieraden, departementsraden desgevallend, studentenraad, en desgevallend, ondernemingsraad (-raden),...).
Art.4. Het hoofdstuk betreffende de initiële opleiding bevat minstens de volgende elementen:
1° het aanbod inzake opleiding van de hogeschool en de overeenkomsten inzake samenwerking en co-diplomering met de andere inrichtingen voor hoger onderwijs bedoeld bij het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten;
2° de mobiliteit, met inbegrip van de gegevens over het aantal studenten van de hogeschool die een deel van de opleiding in het buitenland volgen alsook over het aantal studenten uit het buitenland, per categorie en per lidstaat.
Art.5. Het hoofdstuk betreffende het toegepaste onderzoek bevat minstens de volgende elementen:
1° de lijst van de geleide activiteiten, de bedoelde studiegebieden en de studenten voor wie deze bestemd zijn;
2° de nationale en internationale wetenschappelijke samenwerking, inzonderheid de deelneming aan federale, Waalse, Brusselse onderzoeksprogramma's of de onderzoeksprogramma's van de Franse Gemeenschap en de coöperatie met andere hogescholen of universitaire instellingen.
Art.6. Het hoofdstuk betreffende de diensten verleend aan de collectiviteit bevat minstens de geleide acties, de personen die deze acties genieten alsook de mogelijke partnerschappen.
Art.7. Het hoofdstuk betreffende de voortgezette opleiding bevat minstens de lijst van de geleide acties, de personen die deze acties genieten alsook de mogelijke partnerschappen.
Art.8. Het hoofdstuk betreffende de verhoging van de slaagkansen van studenten bevat minstens:
1° de vorderingstaat van de maatregelen ten gunste van de studenten van de eerste generatie bedoeld bij artikel 2 van het decreet van 18 juli 2008 tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs;
2° de initiatieven genomen om de slaagkansen van de andere studenten te verhogen.
Het bevat, namelijk:
1° het beleid gevoerd inzake omkadering van de studenten van de eerste generatie;
2° de maatregelen getroffen om het aantal zakkende leerlingen te verminderen;
3° de maatregelen getroffen inzake opvang, informatie, evaluatie, oriëntatie, remediatie en heroriëntatie van de studenten.
Art.9. Het hoofdstuk betreffende de inachtneming van het pedagogische, sociale en culturele project door de hogeschool bevat minstens de acties gevoerd door de hogeschool om de doeleinden te verwezenlijken van haar pedagogische, sociale en culturele project.
Art.10. Ieder jaar wordt het verslag ten laatste tegen 31 maart, en voor de eerste keer ten laatste tegen 31 maart 2013, aan de Regeringscommissaris toegestuurd die benoemd is bij de hogeschool en bij de Pedagogische gemeenschapscommissie overeenkomstig artikel 81bis van het reeds genoemde decreet van 5 augustus 1995.
Art.11. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 februari 2009 tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het activiteitenverslag van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Art. 12. De Minister bevoegd voor het hoger onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 september 2012.
De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs,
J.-Cl. MARCOURT