29 MAART 2012. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de steun voor audiovisuele exploitanten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-05-2012 en tekstbijwerking tot 15-12-2022)
Art. 1-6
Artikel 1.§ 1. Het minimumbedrag van de steun voor gastateliers, ateliers voor audiovisuele productie en schoolateliers is 20.000 euro. Het maximumbedrag voor deze steun is [3 280.000 euro]3.
Het minimumbedrag van de steun voor de verdelers van audiovisuele werken is [2 5.000]2 euro. Het maximumbedrag van deze steun is 100.000 euro.
[2 Het minimumbedrag van de steun voor de voorzieningen voor de verspreiding van audiovisuele werken is 5.000 euro. Het maximumbedrag van deze steun is 15.000 euro.]2
Het minimumbedrag van de steun voor filmfestivals is [1 2.500]1euro. Het maximumbedrag van deze steun is [3 170.000 euro]3.
Het minimumbedrag van de steun voor de exploitanten van bioscoopzalen is 10.000 euro. Het maximumbedrag van deze steun is 300.000 euro.
Het minimumbedrag van de steun voor de [2 platforms]2 voor digitale verspreiding is 10.000 euro. Het maximumbedrag van deze steun is 80.000 euro.
§ 2. Vanaf 2013 worden de minimum- en maximumbedragen bedoeld in § 1 jaarlijks geïndexeerd, in januari, volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bepaald bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, volgens de volgende formule :
aantal jaar N = (aantal jaar N-1 x index december jaar N-1) / index december jaar N-2
----------
(1)<BFG 2013-03-07/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2013>
(2)<BFG 2017-05-17/13, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
(3)<BFG 2022-10-13/22, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 13-10-2022>
Art.2.[1 De aanvragen om steun voor audiovisuele exploitanten die betrekking hebben op een overeenkomst met een duur van twee jaar, worden ingediend in de [2 even]2 jaren.
De aanvrage om steun voor audiovisuele exploitanten die betrekking hebben op een overeenkomst met een duur van vier jaar, worden [2 vanaf het jaar 2022]2 om de vier jaar ingediend.
De uiterste datum voor de indiening van de aanvragen om steun voor audiovisuele exploitanten wordt op 10 mei van elk jaar vastgesteld waarvoor de aanvragen ingediend worden.]1
----------
(1)<BFG 2017-05-17/13, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
(2)<BFG 2022-10-13/22, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 13-10-2022>
Art.3. Om aan de voorwaarde bedoeld in artikel 88, 2°, van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie te beantwoorden, moeten meer dan zeventig procent van de audiovisuele kunst- en essaywerken geprogrammeerd worden in meer dan zeventig procent van de vertoningen van de exploitant van bioscoopzalen.
Art.4.[1 Overeenkomstig artikel 102/1 van het decreet bedraagt de steun voor de overgang die door de Regering wordt toegekend, vijftig percent van de subsidie die door de audiovisuele exploitant het jaar voorafgaand aan de toekenning van deze uitzonderlijke hulp geïnd wordt.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid mag niet 50.000 overschrijden.]1
----------
(1)<BFG 2017-05-17/13, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 1, § 2, dat op een datum bepaald door de Regering in werking treedt.
Art. 6.De Minister van [1 de filmsector]1 is belast met de uitvoering van dit besluit.
----------
(1)<BFG 2017-05-17/13, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 24-06-2017>