20 FEBRUARI 2012. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-03-2012 en tekstbijwerking tot 15-07-2014)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Criteria voor het verkrijgen van de erkenning als verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie te behouden
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden om de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie opnieuw te verkrijgen
Art. 6
HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen
Art. 7
HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 8
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder Erkenningscommissie : de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde opgericht bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, zoals vermeld in artikel 21septiesdecies/1 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij de wet van 19 december 2008.
HOOFDSTUK II. - Criteria voor het verkrijgen van de erkenning als verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie
Art.2.Wie erkend wenst te worden om zich op de bijzondere beroepsbekwaamheid als verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie te kunnen beroepen :
- is houder van het diploma, de graad, het brevet of de titel van gegradueerde verpleger, gegradueerde verpleegster, bachelor in de verpleegkunde, verpleger, verpleegster [1 , van het "Diploma van gegradueerde verpleegkundige" die in het kader van het hoger beroepsonderwijs door de Vlaamse Gemeenschap afgeleverd wordt]1 of houder van het diploma in de verpleegkunde, en
- heeft met vrucht een bijkomende opleiding in de diabetologie gevolgd die beantwoordt aan de vereisten vermeld in artikel 3.
----------
(1)<MB 2014-04-29/02, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 25-07-2014>
Art.3. De in artikel 2 bedoelde bijkomende opleiding omvat een theoretisch gedeelte van minstens 150 effectieve uren, in de drie onderstaande domeinen :
1° Verpleegkundige wetenschappen :
- Principes en oefeningen in de verpleegkundige zorg aan de diabetische patiënt in de intra- of extramurale sectoren :
- bij het kind, de adolescent, de volwassene en de bejaarde;
- in geval van zwangerschap
- in bijzondere situaties (sport, vasten,...);
- Ethische en deontologische aspecten van de verpleegkundige zorgen;
- Methodologie van toegepast onderzoek in de diabetologie.
2° Biomedische wetenschappen :
- Fysiologie, pathologie en pathologische fysiologie van diabetes;
- Algemene en specifieke behandeling van diabetes;
- Algemene en specifieke complicaties van diabetes;
- Principes en oefeningen van voeding en dieetleer voor de diabetische patiënten.
3° Sociale en menswetenschappen :
- Wettelijke en psycho-sociale aspecten van de zorgen aan diabetische patiënten;
- Opleiding van de diabetische patiënt;
- Interdisciplinaire samenwerking.
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie te behouden
Art.4. De bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in diabetologie wordt toegekend voor onbepaalde duur, maar het behoud ervan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden onderworpen :
1° De verpleegkundige volgt een permanente vorming met betrekking tot diabetologie teneinde de verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken overeenkomstig de huidige evolutie van de verpleegkundige wetenschap en aldus zijn kennis en bekwaamheid te onderhouden en te ontwikkelen in de drie domeinen bedoeld in artikel 3.
Deze permanente vorming moet minstens 60 effectieve uren per periode van vier jaar omvatten.
2° De verpleegkundige heeft gedurende de afgelopen vier jaar minimum 1 500 effectieve uren gewerkt bij patiënten die aan diabetes lijden.
Art.5. De documenten die aantonen dat de permanente vorming is gevolgd en dat de verpleegkunde is uitgeoefend bij patiënten die aan diabetes lijden, worden door de houder van de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie gedurende zes jaar bewaard. Deze elementen kunnen te allen tijde worden meegedeeld op verzoek van de Erkenningscommissie of van de persoon die met de controle van het dossier van de betrokken verpleegkundige is belast.
HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden om de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie opnieuw te verkrijgen
Art.6. Om de bijzondere beroepbekwaamheid opnieuw te verkrijgen moet in verhouding tot de door de Minister opgelegde uren permanente vorming voor het behoud van de bijzondere beroepsbekwaamheid 20 procent bijkomende uren gevolgd worden.
HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen
Art.7.In afwijking van artikel 2 kan de houder van het diploma, de graad, het brevet of de titel van gegradueerde verpleger, gegradueerde verpleegster, bachelor in de verpleegkunde, verpleger, verpleegster [1 , de houder van het "Diploma van gegradueerde verpleegkundige" die in het kader van het hoger beroepsonderwijs door de Vlaamse Gemeenschap afgeleverd wordt]1 of de houder van het diploma in de verpleegkunde erkend worden om zich op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie te beroepen, op voorwaarde dat hij beantwoordt aan volgende cumulatieve voorwaarden :
- hij heeft zijn functie van verpleegkundige bij patiënten die aan diabetes lijden, gedurende minstens twee jaar voltijds equivalent uitgeoefend gedurende de laatste vijf jaren voorafgaande aan de datum van de erkenningsaanvraag, en
- hij levert het bewijs dat hij met vrucht een bijkomende opleiding heeft gevolgd van minimum 50 effectieve uren in de drie domeinen van de diabetologie die in artikel 3 zijn opgenomen, in de loop van de laatste vijf jaren voorafgaande aan de datum van de erkenningsaanvraag, en
- hij dient zijn schriftelijke aanvraag in bij de Erkenningscommissie om van de overgangsmaatregelen te kunnen genieten en erkend te worden, ten laatste drie jaar na de datum van het in werking treden van dit besluit.
----------
(1)<MB 2014-04-29/02, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 25-07-2014>
HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vijfde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.