Details





Titel:

3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de tandheelkundigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2012 en tekstbijwerking tot 17-03-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016022194  2021040761  2024010957 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de tandheelkundigen.

Art.2. § 1. De tegemoetkoming wordt toegekend aan de beroepsorganisaties van tandheelkundigen die voldoen aan representativiteitsvoorwaarden bepaald in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 21 februari 2011 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van tandartsen moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
  Indien twee of meer beroepsorganisaties gezamenlijk een aanvraag tot erkenning van hun representativiteit hebben ingediend wordt de tegemoetkoming hen samen toegekend indien ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 1, § 2, van voormeld koninklijk besluit.

Art.3.[1 § 1. Het jaarbedrag van de tegemoetkoming is voor iedere representatieve beroepsorganisatie samengesteld uit twee delen :
   1° een basisbedrag per representatieve beroepsorganisatie;
   2° een aanvullend bedrag per geldige stem uitgebracht voor een representatieve beroepsorganisatie bij de laatste verkiezingen bedoeld in artikel 211, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, die voorafgaan aan het jaar waarvoor het jaarbedrag wordt toegekend.
   § 2. [2 Vanaf 2020 tot en met 2023, wordt het basisbedrag bedoeld in artikel 3 § 1, 1°, vastgesteld op 8000,00 euro per representatieve beroepsorganisatie en wordt het aanvullend bedrag bedoeld in § 1, 2°, vastgesteld op 88,83 euro per geldige uitgebrachte stem.
   In geen geval, mogen deze gecumuleerde bedragen een bedrag van 442.150,53 op jaarbasis overschrijden.]2
   § 3. [2 Voor de jaren 2021 tot en met 2023 worden de bedragen bedoeld in § 2 aangepast aan de index van de consumptieprijzen die van kracht zijn op 1 maart van het betrokken jaar.]2]1
  ----------
  (1)<KB 2016-04-27/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2016>
  (2)<KB 2021-02-24/06, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 27-03-2021>

Art.4. De tegemoetkoming kan enkel worden aangewend voor het verrichten van personeels- en werkingsuitgaven die verband houden met de vertegenwoordiging van de representatieve beroepsorganisaties in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals vergoedingen, lonen, sociale lasten en kleine bureaukosten.

Art.5. Het jaarbedrag vastgesteld overeenkomstig artikel 3 wordt gefinancierd ten laste van de administratiekosten van het Instituut.

Art.6. § 1. Het jaarbedrag dat overeenkomstig dit besluit aan elke representatieve beroepsorganisatie wordt toegekend, wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering als volgt betaald :
  1° 75 % van het bedrag, vóór 31 maart van het desbetreffende jaar en vóór 2012 in de maand van de bekendmaking van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad;
  2° 25 % binnen de drie maanden nadat de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening voor het desbetreffende jaar aan de administrateur-generaal van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering werd overgemaakt.
  § 2. Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaalt de bedragen op het bankrekeningnummer opgegeven door de representatieve beroepsorganisatie of de groep van representatieve beroepsorganisaties.

Art.7. § 1. De organisatoren voeren de boekhouding overeenkomstig artikel 17, § 3, van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
  § 2. De representatieve beroepsorganisaties houden, ten behoeve van het Rekenhof, de bewijsstukken met betrekking tot de aanwending van de tegemoetkoming ter beschikking.

Art.8. Indien uit de jaarrekening bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, blijkt dat de tegemoetkoming niet volledig werd aangewend voor de doeleinden bepaald in artikel 4, kan de Algemene Raad ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering beslissen dat het bedrag bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, niet wordt betaald.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 10.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.