11 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van de nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1994, 18 december 2002 en 17 september 2005, wordt het derde lid vervangen als volgt :
" Deze forfaitaire honoraria zijn voorbehouden voor de geneesheren, specialist voor klinische biologie of voor nucleaire geneeskunde in vitro, voor de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie of nucleaire geneeskunde in vitro te verrichten alsmede voor de geneesheren, bedoeld in artikel 19, § 5quater, van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984. "
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 december 2002, wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. § 1. De forfaitaire honoraria bedoeld in artikel 60, § 2, van de wet worden als volgt gedefinieerd :
a) als betreffende zorgverleners niet geaccrediteerd zijn zoals bedoeld in artikel 1, § 10, van de bijlage bij voormeld koninklijk besluit :
592815 . . . . . 21,13 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 700
592911 . . . . . 34,25 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 700 of meer maar minder dan B 1750 bedraagt
593014 . . . . . 38,82 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 1750 of meer maar minder dan B 3500 bedraagt
593110 . . . . . 41,13 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 3500 of meer bedraagt.
b) als betreffende zorgverleners geaccrediteerd zijn zoals bedoeld in artikel 1, § 10, van de bijlage bij voormeld koninklijk besluit :
592852 . . . . . 21,79 EUR
Indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 700
592955 . . . . . 35,27 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 700 of meer maar minder dan B 1750 bedraagt
593051 . . . . . 39,94 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 1750 of meer maar minder dan B 3500 bedraagt
593154 . . . . . 42,29 EUR
indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 3500 of meer bedraagt.
De sleutelletter B en het coëfficiëntgetal dat volgt, waarnaar verwezen wordt in a) en b), worden gedefinieerd in artikel 1, §§ 2 en 3, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984.
§ 2. De honoraria 592815, 592911, 593014, 593110, 592852, 592955, 593051 en 593154 mogen onderling niet worden gecumuleerd.
De forfaitaire honoraria hebben betrekking op alle verstrekkingen die op een zelfde dag voor een zelfde patiënt zijn voorgeschreven, ongeacht het aantal voorschriften of voorschrijvers. "
Art.3. In artikel 3, § 2, eerste alinea, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2002 en 17 september 2005, worden de woorden :
" alsook voor de in artikel 2, § 2 bedoelde forfaitaire honoraria nrs. 592815-592830, 592911-592933, 593014-593036, 593110-593132, 592852-592874, 592955-592970, 593051-593073, 593154-593176; "
vervangen door de woorden :
" alsook voor de in artikel 2, § 1 bedoelde forfaitaire honoraria 592815, 592911, 593014, 593110, 592852, 592955, 593051, 593154; ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 januari 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen,
Mevr. L. ONKELINX