23 FEBRUARI 2012. - Koninklijk besluit betreffende de organisatie en werking van het Resolutiefonds en tot bepaling van de modaliteiten voor de betaling van de bijdragen
Afdeling 1. - Definities
Art. 1
Afdeling 2. - Organisatie en werking van het Fonds
Art. 2-4
Afdeling 3. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling
Art. 5-6
Afdeling 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° wet : wet van 28 december 2011 tot invoering van een bijdrage voor de financiële stabiliteit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's, de levensverzekeringen en het kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
2° Kas : Deposito- en Consignatiekas bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934;
3° Fonds : Resolutiefonds opgericht door artikel 2 van de wet.
Afdeling 2. - Organisatie en werking van het Fonds
Art.2. Elke kredietinstelling naar Belgisch recht, met uitzondering van de instellingen voor elektronisch geld, die op 1 januari van het jaar beschikt over een vergunning van de Nationale Bank van België, stort jaarlijks de bijdrage bepaald in artikel 3 van de wet. De bijdragen worden aan het Fonds betaald met 1 juli als valutadatum en zijn definitief en in hun geheel verworven door het Fonds. De betaling van de bijdrage doet geen rechten ontstaan voor de bijdrageplichtige, noch plichten voor het Resolutiefonds.
Art.3. In het Fonds wordt een Resolutiereserve gevormd voor de kredietinstellingen. Deze Resolutiereserve bestaat uit alle bijdragen die de kredietinstellingen storten krachtens artikel 3 van de wet.
Het bedrag van de tussenkomsten van het Fonds komt ten laste van de Resolutiereserve bedoeld in het vorige lid.
Art.4. Het algemeen overzicht van het Fonds dat de Kas in haar jaarverslag geeft, betreft inzonderheid het beheer van de Resolutiereserve en bevat een staat hiervan.
Afdeling 3. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 23 februari 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minster en Minister van Financiën,
S. VANACKERE