Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-2011 en tekstbijwerking tot 30-07-2012)



Inhoudstafel:


Art. 1-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2012204341 



Artikels:

Artikel 1. Artikel 27, 4°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 april 2003, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 4° uitkering : de werkloosheidsuitkering, de inschakelingsuitkering, de overbruggingsuitkering, de PWA-inkomensgarantie-uitkering en de andere uitkeringen bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 3; ".

Art.2. In artikel 36 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) In § 1, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Om toegelaten te worden tot het recht op inschakelingsuitkeringen binnen de perken van artikel 63 moet de jonge werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen : ";
  B) § 1, eerste lid, 2°, f), wordt aangevuld met de volgende bepaling :
  " "regelmatig leerling" beduidt eveneens dat de jongere werkelijk de lessen regelmatig heeft bijgewoond; ";
  C) § 1, eerste lid, 2°, g), wordt aangevuld door de volgende bepaling :
  " "regelmatig leerling" beduidt eveneens dat de jongere werkelijk de vorming regelmatig heeft bijgewoond; ";
  D) § 1, eerste lid, 4° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 4° na de stopzetting van de activiteiten bedoeld in 3°, of na het behalen van het diploma of getuigschrift bedoeld in 2°, b, i of j, en vóór de uitkeringsaanvraag, een beroepsinschakelingstijd doorlopen hebben die 310 dagen omvat. ";
  E) § 1, eerste lid, 5°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 5° minder dan 30 jaar zijn op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag. Voor de jonge werknemer die niet in de mogelijkheid was om, vóór het bereiken van deze leeftijd, zijn uitkeringsaanvraag in te dienen wegens een onderbreking van zijn studies ten gevolge van overmacht of wegens een tewerkstelling als werknemer, wordt deze leeftijdsgrens gebracht op de leeftijd die hij bereikt dertien maanden na het einde van de studies of één maand na het einde van de tewerkstelling als werknemer; ";
  F) § 1, eerste lid, 6°, wordt opgeheven;
  G) § 1, tweede lid wordt opgeheven;
  H) § 1, derde lid, wordt opgeheven;
  I) § 1, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " In afwijking van het eerste lid, 4°, is de jonge werknemer die een opleidingsprogramma bedoeld in het eerste lid, 2°, d), heeft voleindigd, vrijgesteld van beroepsinschakelingstijd. ";
  J) de inleidende zin in § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. Gelden als dagen voor de vervulling van de in § 1, eerste lid, 4° bedoelde beroepsinschakelingstijd, voor zover zij gelegen zijn ten vroegste vanaf de dag waarop de jonge werknemer niet meer onderworpen is aan de leerplicht : ";
  K) § 2, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 1° de arbeidsdagen in de zin van de artikelen 37 en 43, alsmede de dagen waarop arbeidsprestaties werden verricht in uitvoering van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, waarbij geen inhoudingen voor sociale zekerheid werden verricht; de laatstvermelde dagen worden slechts in rekening gebracht indien zij gelegen zijn na 31 juli volgend op het einde van de studies; ";
  L) de inleidende zin in § 2, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 2° de dagen, behalve de zondagen, waarop de jonge werknemer werkzoekend is, als dusdanig is ingeschreven en beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en deelneemt aan een individueel inschakelingsproject hem aangeboden door de Rijksdienst of door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling met uitsluiting evenwel van : ";
  M) § 2, 2°, a), wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " a) de dagen gelegen tussen het einde van de lessen en 1 augustus, behalve indien hij de studies in de loop van een schooljaar heeft onderbroken; ";
  N) § 2, 2°, b), wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " b) de dagen die voorafgaan aan het tijdstip waarop de jonge werknemer werkloos wordt wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van artikel 51, § 1, tweede lid, 3° en 4°, behalve indien de jongere actief heeft meegewerkt aan het hem aangeboden individueel inschakelingsproject, en het voormelde feit gevolgd wordt door drie positieve evaluaties; ";
  O) in § 2, 2°, wordt f) ingevoegd, luidend als volgt :
  " f) de dagen voorafgaand aan een negatieve evaluatie ingevolge het feit dat de jongere niet actief heeft meegewerkt aan het hem aangeboden individueel inschakelingsproject, behalve indien deze negatieve evaluatie gevolgd wordt door drie positieve evaluaties. ";
  P) § 2, 3°, wordt opgeheven.

Art.3. Artikel 36ter, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De opleidingsuitkering wordt voor de toepassing van dit besluit, met uitzondering van de artikelen 38, § 1, eerste lid, 1°, 42 en 131, gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering. "

Art.4. In artikel 36quater worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1°) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De stage-uitkering wordt voor de toepassing van dit besluit, met uitzondering van de artikelen 38, § 1, eerste lid, 1°, 42 en 131, gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering. ";
  2°) § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 4. In afwijking van de § 2 blijft de volledig werkloze bedoeld in § 1, eerste lid, indien hij bij de aanvang van de instapstage, gerechtigd is op werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen overeenkomstig artikel 100, evenwel verder gerechtigd op werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen. De bepalingen van § 3 zijn in dat geval niet toepasselijk. "

Art.5. Artikel 36sexies, § 2, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De vestigingsuitkering wordt voor de toepassing van dit besluit, met uitzondering van de artikelen 38, § 1, eerste lid, 1°, 42 en 131, gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering. "

Art.6. Artikel 40 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 40. De jonge werknemer die inschakelingsuitkeringen geniet en de jongere die overbruggingsuitkeringen geniet worden tot het recht op werkloosheidsuitkeringen toegelaten indien zij voldoen aan de bepalingen van de artikelen 30, 31, 32 of 33.
  In afwijking van artikel 38 komen de dagen waarvoor een wacht- of inschakelings- of overbruggingsuitkering of een uitkering in toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering werd toegekend, niet in aanmerking. "

Art.7. In artikel 59quinquies, § 6, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) In § 6, eerste lid, wordt het woord "wachtuitkeringen" vervangen door het woord inschakelingsuitkeringen";
  B) In § 6, eerste lid, worden de woorden "4 maanden" vervangen door de woorden "6 maanden".

Art.8. Artikel 59sexies, § 6, eerste lid, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 1° wordt de jonge werknemer, bedoeld in artikel 36, uitgesloten van het genot van inschakelingsuitkeringen; ".

Art.9. In artikel 63 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bestaande tekst wordt § 1;
  2° het artikel wordt aangevuld met de §§ 2 tot en met 5 luidende als volgt :
  " § 2. Het recht op inschakelingsuitkeringen wordt beperkt tot een periode van 36 maanden, gerekend van datum tot datum, vanaf de dag waarop het recht voor het eerst wordt toegekend krachtens artikel 36.
  Voor de toepassing van het eerste lid wordt
  1° geen rekening gehouden met de periode die voorafgaat aan 1 januari 2012;
  2° voor de jonge werknemer die overeenkomstig artikel 110, §§ 1 en 2 wordt beschouwd als werknemer met gezinslast of als alleenwonende werknemer, of die overeenkomstig artikel 110, § 3 wordt beschouwd als samenwonende werknemer en voldoet aan de vereisten van artikel 124, tweede lid, geen rekening gehouden met de periode die voorafgaat aan de maand volgend op de dertigste verjaardag, ongeacht de gezinssituatie van de jonge werknemer tijdens die voorafgaande periode.
  De periode van 36 maanden bedoeld in het eerste lid, die niet wordt geneutraliseerd in toepassing van het tweede lid, wordt verlengd met de duur van de gebeurtenissen, ongeacht hun duurtijd, bedoeld in artikel 116, § 2, met uitsluiting van :
  1° de periode van vrijstelling in toepassing van artikel 90;
  2° de periode van beroepsopleiding.
  De jonge werknemer die bij het verstrijken van de periode van 36 maanden bedoeld in het eerste lid, in voorkomend geval verlengd in toepassing van het vorig lid, een vrijstelling geniet op grond van de artikelen 91, 92, 93, 94 of 97, kan het recht op uitkeringen behouden tot aan het einde van de periode van deze vrijstelling.
  De jonge werknemer die toegelaten werd op grond van artikel 36, wordt ter gelegenheid van een latere uitkeringsaanvraag met het oog op de uitputting van de resterende rechten, toelaatbaar beschouwd indien hij een vrijstelling van wachttijd overeenkomstig artikel 42 geniet, of indien hij de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt.
  § 3. In afwijking van § 2 wordt evenwel een additioneel recht van 6 maanden, gerekend van datum tot datum, toegekend vanaf de datum van de nieuwe uitkeringsaanvraag, indien de jonge werknemer gelijktijdig voldoet aan de volgende voorwaarden :
  1° de jonge werknemer wordt toelaatbaar beschouwd aangezien hij een vrijstelling van wachttijd overeenkomstig artikel 42 geniet, of de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt;
  2° de jonge werknemer toont 156 arbeids- of gelijkgestelde dagen in de zin van de artikelen 37 en 38 aan, in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de uitkeringsaanvraag; in afwijking van artikel 38 wordt hierbij geen rekening gehouden met de navermelde gelijkgestelde dagen :
  a) de dagen waarvoor een uitkering als volledig werkloze werd toegekend;
  b) de dagen waarvoor een ziekte- of invaliditeitsuitkering als volledig werkloze werd toegekend; deze dagen leiden evenwel tot een verlenging van de referteperiode van 24 maanden;
  c) de dagen waarvoor de werknemer geniet van een ziekte- of invaliditeitsuitkering; deze dagen leiden evenwel tot een verlenging van de referteperiode van 24 maanden.
  De jonge werknemer die bij het verstrijken van de periode van 6 maanden bedoeld in het eerste lid, een vrijstelling geniet op grond van de artikelen 91, 92, 93, 94 of 97, kan het recht op uitkeringen behouden tot aan het einde van de periode van deze vrijstelling.
  § 4. De paragrafen 2 en 3 gelden eveneens indien de jonge werknemer een inkomensgarantie-uitkering geniet waarbij de referte-uitkering bedoeld in artikel 131bis, § 2, een inschakelingsuitkering betreft.
  § 5. De beslissing waarbij in toepassing van de §§ 2 en 3 het recht op inschakelingsuitkeringen voor een in de tijd beperkte periode wordt toegekend, wordt voor de toepassing van artikel 146, vierde lid, 1° niet beschouwd als een beslissing tot ontzegging, uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen. "

Art.10. Artikel 79, § 4, eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 4. Wordt beschouwd als langdurig werkloze die activiteiten mag verrichten in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap en wordt ambtshalve ingeschreven als kandidaat bij het werkgelegenheidsagentschap bevoegd voor zijn verblijfplaats, de volledig uitkeringsgerechtigde werkloze die sinds ten minste twee jaar werkloosheidsuitkeringen of inschakelingsuitkeringen geniet of die sinds ten minste 6 maand werkloosheidsuitkeringen geniet indien hij de leeftijd van 45 jaar bereikt heeft. "

Art.11. In artikel 92, § 1, wordt tussen het derde en het vierde lid, de volgende bepaling ingevoegd :
  " De werkloze die inschakelingsuitkeringen geniet kan op zijn vraag vrijgesteld worden indien hij voldoet aan de vereisten van het tweede en het derde lid en voor zover de opleiding aanvaard wordt door de directeur. Deze beslist inzonderheid met inachtneming van de leeftijd van de werkloze, de reeds gevolgde studies, zijn geschiktheden, zijn beroepsverleden, de duur van de werkloosheid, de aard van de opleiding en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt die deze opleiding de werkloze kan bieden. De directeur kan daartoe het advies van de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling inwinnen. "

Art.12. In artikel 93, § 1, wordt tussen het eerste en het tweede lid, de volgende bepaling ingevoegd :
  " De werkloze die inschakelingsuitkeringen geniet kan op zijn vraag vrijgesteld worden indien hij voldoet aan de vereisten van het eerste lid en voor zover de opleiding aanvaard wordt door de directeur. Deze beslist inzonderheid met inachtneming van de leeftijd van de werkloze, de reeds gevolgde studies, zijn geschiktheden, zijn beroepsverleden, de duur van de werkloosheid, de aard van de opleiding en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt die deze opleiding of studies de werkloze kunnen bieden. De directeur kan daartoe het advies van de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling inwinnen. "

Art.13. Artikel 94, § 4, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de berekening van de maximale duur van 18 maanden bedoeld in het vorige lid, wordt eveneens rekening gehouden met de periode van opleiding eventueel gevolgd door de werkloze tijdens de beroepsinschakelingstijd bedoeld in artikel 36, § 1, eerste lid, 4°. "

Art.14. Artikel 97, § 2, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De vrijstelling bedoeld in § 1, kan eveneens toegekend worden aan de volledig werkloze, gerechtigd op inschakelingsuitkeringen, voor de periode tijdens dewelke hij, om beroepservaring op te doen, actief is als coöperant - jonge werkzoekende op voorwaarde dat de activiteit wordt verricht in het kader van een erkend project inzake ontwikkelingssamenwerking, zoals bedoeld in § 1, 1° en dat voldaan wordt aan de vereisten van § 1, 2°. "

Art.15. De titel van hoofdstuk IV, afdeling 2, onderafdeling 4 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Onderafdeling 4. - Bedrag van de overbruggingsuitkering en de inschakelingsuitkering ".

Art.16. In artikel 124 wordt de inleidende zin van het eerste lid vervangen door de volgende bepaling :
  " Het dagbedrag van de overbruggingsuitkering en van de inschakelingsuitkering wordt vastgesteld : ".

Art.17. In Artikel 131septies, § 1, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Het bedrag van de werkloosheids- of de inschakelingsuitkering, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit vastgesteld in toepassing van artikel 100 of 103 voor de laatst vergoede werkloosheidsdag van de maand waarin de tewerkstelling met een arbeidshpovereenkomst voor een onbepaalde duur een aanvang neemt of van de daaraan voorafgaande maand, wordt verhoogd met een toeslag van 743,68 EUR, mobiliteitstoeslag genaamd, indien gelijktijdig voldaan wordt aan volgende voorwaarden : ".

Art.18.Onverminderd de toepassing van de toekenningsvoorwaarden wordt het recht op wachtuitkeringen dat in toepassing van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 werd toegekend, vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit van rechtswege omgezet naar een recht op inschakelingsuitkeringen, dat inzonderheid onderworpen is aan de beperkingen van artikel 63 van voormeld koninklijk besluit, zoals ingevoegd door onderhavig besluit.
  [1 De in het vorige lid bedoelde wijzigingen gelden zonder dat de jonge werknemer opgeroepen moet worden om gehoord te worden en de toekenning van de uitkering voor een in de tijd beperkte duur wordt door de uitbetalingsinstelling meegedeeld aan de jonge werknemer overeenkomstig artikel 24, § 1, vierde lid, 1° van het voormeld koninklijk besluit.]1
  Voor de toepassing van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 en van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering wordt de wachtuitkering genoten voor de inwerkingtreding van dit besluit gelijkgesteld met een inschakelinguitkering.
  ----------
  (1)<KB 2012-07-23/01, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.19. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012, met uitzondering van artikel 7, B), dat in werking treedt op de door Ons te bepalen datum van inwerkingtreding van de aanpassing van de regeling van activering van het zoekgedrag naar werk ingevolge het regeerakkoord.

Art. 20. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werk,
  Mevr. M. DE CONINCK