28 OKTOBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikelen 42, 43, 56 en 70 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode en van artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie van sociale huurwoningen en de daaraan verbonden werkingskosten
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 42 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 42. Overeenkomstig iedere marktwaarde wordt een minimale huurprijs vastgesteld. Voor een woning met marktwaarde lager dan of gelijk aan 250 euro is de minimale huurprijs gelijk aan 100 euro. Voor een woning met marktwaarde hoger dan of gelijk aan 650 euro is de minimale huurprijs gelijk aan 200 euro. Voor woningen met andere marktwaarden varieert de minimale huurprijs recht evenredig met de marktwaarde en is de minimale huurprijs gelijk aan het resultaat van de volgende formule, afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal :
minimale huurprijs = 100 euro + ((marktwaarde - 250 euro)/(650 euro - 250 euro) x 100 euro)."
Art.2. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 43. Overeenkomstig iedere marktwaarde wordt een patrimoniumkorting vastgesteld. Voor een woning met marktwaarde lager dan of gelijk aan 250 euro is de patrimoniumkorting gelijk aan 115 euro. Voor een woning met marktwaarde hoger dan of gelijk aan 650 euro is de patrimoniumkorting gelijk aan 0 euro. Voor woningen met andere marktwaarden varieert de patrimoniumkorting omgekeerd evenredig met de marktwaarde en is de patrimoniumkorting gelijk aan het resultaat van de volgende formule, afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal :
patrimoniumkorting = 115 euro x (650 euro - marktwaarde)/(650 euro - 250 euro)."
Art.3. In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de woorden "Alle bedragen" en de woorden "in dit besluit" worden de woorden ", met uitzondering van de bedragen 250 euro en 650 euro, vermeld in artikel 42 en 43," ingevoegd;
2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"De bedragen 250 euro en 650 euro, vermeld in artikel 42 en 43, worden geactualiseerd overeenkomstig artikel 40. Ze worden daartoe beschouwd als geschatte marktwaarden, waarvan de schatting is uitgevoerd in het jaar 2011."
Art.4. Aan artikel 70 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010, worden een paragraaf 5 en een paragraaf 6 toegevoegd, die luiden als volgt :
" § 5. In de jaren 2012 en 2013 heeft de verhuurder de mogelijkheid om een sterke verhoging van de huurprijs ten opzichte van het voorgaande jaar af te zwakken, overeenkomstig de hierna vermelde voorwaarden.
De huurprijs, berekend overeenkomstig artikel 38 tot en met 50, wordt vergeleken met de overgangshuurprijs. Die overgangshuurprijs is het resultaat van de berekening van de aangepaste huurprijs overeenkomstig paragraaf 3, waarbij de volgende regels in acht worden genomen :
1° er wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling en het inkomen van de huurder, zoals dat in het jaar van toepassing voor de huurprijsberekening gebeurt;
2° er wordt rekening gehouden met de referentiehuurprijs die in 2011 voor de huurprijsberekening werd gebruikt, geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van de maand juni 2010 naar de maand juni voorafgaand aan het jaar van toepassing. Het resultaat wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal;
3° de bedragen A, B, C en D zijn de bedragen die van toepassing zijn voor de jaren 2010 en 2011, geïndexeerd overeenkomstig artikel 56;
4° de begrenzing die geldt, is de begrenzing, vermeld in paragraaf 3, tweede lid, 3°.
Als de aangepaste huurprijs, vermeld in artikel 46, in 2012 ten opzichte van de overgangshuurprijs sterker stijgt dan het hoogste bedrag van 5 % van de overgangshuurprijs en 20 euro, kan de verhuurder de stijging afzwakken door een huurvermindering aan de huurder toe te kennen. De huurvermindering bedraagt niet meer dan het kleinste van de volgende bedragen :
1° het bedrag in de stijging dat 5 % van de overgangshuurprijs overschrijdt;
2° het bedrag in de stijging dat 20 euro overschrijdt;
3° twee derde van het verschil tussen de overgangshuurprijs en de aangepaste huurprijs, vermeld in artikel 46.
Als de aangepaste huurprijs, vermeld in artikel 46, in 2013 ten opzichte van de overgangshuurprijs sterker stijgt dan het hoogste bedrag van 10 % van de overgangshuurprijs en 40 euro, kan de verhuurder de stijging afzwakken door een huurvermindering aan de huurder toe te kennen. De huurvermindering bedraagt niet meer dan het kleinste van de volgende bedragen :
1° het bedrag in de stijging dat 10 % van de overgangshuurprijs overschrijdt;
2° het bedrag in de stijging dat 40 euro overschrijdt;
3° een derde van het verschil tussen de overgangshuurprijs en de aangepaste huurprijs, vermeld in artikel 46.
§ 6. In afwijking van artikel 42 en 43, worden de minimale huurprijs en de patrimoniumkorting voor de huurovereenkomsten die gesloten zijn voor 1 januari 2012, berekend op basis van de basishuurprijs, geïndexeerd overeenkomstig artikel 49, in plaats van op basis van de marktwaarde. Vanaf 2013 worden de minimale huurprijs en patrimoniumkorting jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basis 2004) naar het gezondheidsindexcijfer van de maand juni van het voorgaande jaar en met als basis het gezondheidsindexcijfer van juni 2011 (116,43). Vanaf het moment dat de basishuurprijs wordt aangepast overeenkomstig artikel 49, geldt de indexatie, vermeld in artikel 49.".
Art.5. Aan artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie van sociale huurwoningen en de daaraan verbonden werkingskosten wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"Voor de bepaling van de theoretische huurinkomsten in het jaar 2012 en 2013 wordt geen rekening gehouden met de huurvermindering, vermeld in artikel 70, § 5, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode.".
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 oktober 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K PEETERS
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE