2 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren (PC 113)
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, uitgezonderd de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen ressorteren.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.
Art.3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de te geven opzeggingstermijnen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :
- achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen;
- veertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- achtenveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- honderd vierenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen twintig en minder dan vijfentwintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen;
- honderd zesennegentig dagen wat de werklieden betreft die vijfentwintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen.
§ 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen worden de te geven opzeggingstermijnen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :
- achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan tien jaren anciënniteit tellen;
- zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan twintig jaren anciënniteit tellen;
- honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer jaren anciënniteit tellen.
Art.4. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.
Art.5. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het faience- en het porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk ressorteren;
2° het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en vloertegels ressorteren;
3° het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten ressorteren.
Art.6. Dit besluit treedt in werking 1 januari 2012.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
Mevr. J. MILQUET