14 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wat de mededelingen aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betreft(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2011 en tekstbijwerking tot 20-07-2016)
Art. 1, 1bis, 1ter, 2-3, 3bis, 4-7
Artikel 1.[1 [2 De mededeling aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld bij artikel 49, § 2, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, moet verricht worden de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in geval van technische stoornis, na de periode van zeven dagen bedoeld bij artikel 49, § 1, eerste lid, van deze wet, in elke kalendermaand of de werkdag die daarop volgt of, indien de werkgever met zekerheid weet dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werkelijk geschorst zal worden, op de werkdag die voorafgaat aan de voormelde eerste dag.]2
Voor wat betreft de eerste maand waarin de werknemer werkloos wordt gesteld in geval van technische stoornis, kan de mededeling bedoeld bij het eerste lid eveneens gelden als mededeling in de zin van artikel 49, § 1, vijfde lid, van de voornoemde wet van 3 juli 1978.
De mededeling bedoeld bij het eerste lid vermeldt de volgende gegevens :
1° de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de werkgever of de onderneming;
2° de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werknemer;
3° de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst in de beschouwde maand geschorst wordt in geval van technische stoornis, in voorkomend geval na de periode van zeven dagen bedoeld bij artikel 49, § 1, eerste lid, van de voornoemde wet van 3 juli 1978;
4° het volledig adres van de plaats waar de werkloos gestelde werknemer die dag normaal zou gewerkt hebben;
5° de aard van de technische stoornis.]1
----------
(1)<KB 2012-09-20/23, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
(2)<KB 2014-02-03/20, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art. 1bis.[1 [2 De mededeling aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 50, derde lid van de voornoemde wet van 3 juli 1978, moet verricht worden de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens het slechte weder in elke kalendermaand of de werkdag die daarop volgt of, indien de werkgever met zekerheid weet dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werkelijk geschorst zal worden, op de werkdag die voorafgaat aan de voormelde eerste dag.]2
De mededeling vermeldt de volgende gegevens :
1° de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de werkgever of de onderneming;
2° de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werknemer;
3° de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst in de beschouwde maand geschorst wordt wegens het slechte weder;
4° het volledig adres van de plaats waar de werkloos gestelde werkman die dag normaal zou gewerkt hebben;
5° de aard van het slechte weder op dat ogenblik;
6° de aard van het op dat ogenblik in uitvoering zijnde werk;
7° de reden waarom de uitvoering van het werk onmogelijk is, gezien de aard van het slechte weder en van het werk dat moet uitgevoerd worden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2012-09-20/23, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
(2)<KB 2014-02-03/20, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art. 1ter.[1 [2 De mededeling aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 51, § 3quater, eerste lid, van de voornoemde wet van 3 juli 1978, moet verricht worden de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken in elke kalendermaand of de werkdag die daarop volgt of, indien de werkgever met zekerheid weet dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werkelijk geschorst zal worden, op zijn vroegst op de vijfde werkdag die voorafgaat aan de voormelde eerste dag.]2
De mededeling vermeldt de volgende gegevens :
1° de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de werkgever of de onderneming;
2° de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werknemer;
3° de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst in de beschouwde maand geschorst wordt bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken;
4° het volledig adres van de plaats waar de werkloos gestelde werknemer die dag normaal zou gewerkt hebben.]1
[2 De werkgever kan de mededeling bedoeld in het eerste lid in voorkomend geval annuleren binnen een termijn die zich situeert tussen de vijfde werkdag die voorafgaat aan de eerste dag van de werkelijke schorsing bedoeld in dit lid en de werkdag die op de voormelde eerste dag volgt.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2012-09-20/23, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
(2)<KB 2014-02-03/20, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art.2.De mededeling op elektronische wijze, bedoeld in de artikelen 49, [1 § 1, vierde en vijfde lid, en § 2, eerste lid]1, 50, derde lid en 51, § 1, derde lid, en § 2, vijfde lid [2 , § 3quater, eerste lid, en 77/4, § 1, vijfde lid, en § 1/1, eerste lid,]2 van de voornoemde wet van 3 juli 1978, wordt verricht gebruik makend van het daartoe door het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde elektronisch adres en van de aldaar geldende identificatieprocedure, aanvaard door het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, die moet toelaten dat de werkgever met zekerheid wordt geïdentificeerd en geauthentificeerd.
De mededeling op elektronische wijze gebeurt door het invullen van een elektronisch formulier. De inhoud van dit formulier wordt door het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgesteld, rekening houdend met de gegevens die krachtens de artikelen 49, 50 [2 , 51 en 77/4,]2 van de voornoemde wet van 3 juli 1978 moeten worden meegedeeld. Het formulier wordt beschikbaar gesteld via het in het eerste lid bedoelde elektronisch adres.
[2 De inhoud van de mededeling bedoeld in artikelen 49, § 2, eerste lid, 50, derde lid, 51, § 3quater, eerste lid, en 77/4, § 1/1, eerste lid, van de voornoemde wet van 3 juli 1978 en, in voorkomend geval, de annulering van de mededeling bedoeld in artikel 3bis, wordt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening aan de in de mededeling opgenomen werknemers ter kennis gebracht via de beveiligde mailbox bedoeld in artikel 4/2 van de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid.]2
De werkgever ontvangt per elektronische mededeling een elektronisch ontvangstbewijs dat melding maakt van de datum waarop de mededeling werd verricht, de inhoud van de mededeling en een uniek mededelingsnummer dat gebruikt kan worden om ten aanzien van de instellingen bevoegd voor werkloosheidsverzekering aan te tonen dat de mededeling voor de betreffende werknemer werd verricht.
----------
(1)<KB 2012-09-20/23, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
(2)<KB 2016-07-12/03, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2016>
Art.3.§ 1. De mededelingen op elektronische wijze bedoeld in artikel 2, eerste lid, mogen worden vervangen door een mededeling bij een ter post aangetekende brief die verzonden wordt aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is, in de hierna vermelde gevallen :
1° het betreft de eerste mededeling ingevolge een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Voor de toepassing van deze voorwaarde wordt geen rekening gehouden met de mededelingen die werden verstuurd buiten de periode van 24 maanden, gerekend van datum tot datum, voorafgaand aan het tijdstip van de nieuwe mededeling, noch met de mededeling bedoeld in 2°;
2° de mededeling gebeurt in een periode van vrijstelling van mededeling op elektronische wijze, toegekend door de directeur van het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is. De directeur kent de vrijstelling toe voor een periode van 24 maanden indien de werkgever aantoont dat hij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om een mededeling op elektronische wijze te verzenden. Mits indiening van een nieuwe aanvraag kan het voordeel van deze bepaling opnieuw worden toegekend;
3° de mededeling kan ingevolge technische problemen, waarvan het bewijs wordt toegevoegd in het ter post aangetekend schrijven betreffende de mededeling, niet via elektronische weg worden verricht.
Onverminderd de gegevens die krachtens de artikelen 49, 50 en 51 van de voornoemde wet van 3 juli 1978 moeten meegedeeld worden, moet de mededeling bij een ter post aangetekende brief melding maken van de naam van de werkgever, zijn adres en zijn ondernemingsnummer.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 [1 ...]1 wordt een faxbericht gelijkgesteld met een ter post aangetekende brief.
----------
(1)<KB 2012-09-20/23, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
Art. 3bis. [1 De annulering bedoeld in artikel 1ter, derde lid, wordt verricht volgens de nadere regelen bepaald in de artikelen 2 en 3.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-02-03/20, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 23-03-2014>
Art.4. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 13 maart 2011 waarbij aan de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124) ressorteren, de verplichting wordt opgelegd het begin van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening mede te delen en waarbij de nadere regelen van deze mededeling worden bepaald, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "geschiedt met een ter post aangetekend schrijven of bij telefaxbericht aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is en" opgeheven;
2° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "het RSZ-nummer" vervangen door de woorden "het ondernemingsnummer";
3° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "zoals vermeld op de sociale identiteitskaart, alsmede het postnummer van diens woonplaats" opgeheven;
4° het derde lid wordt opgeheven.
Art.5. Opgeheven worden :
1° het koninklijk besluit van 20 november 2002 tot uitvoering van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wat de elektronische wijze van mededeling betreft;
2° het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 50, derde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 november 2002.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Voor de toepassing van artikel 3, § 1, eerste lid, 1° wordt geen rekening gehouden met de mededelingen verzonden voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.