9 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool, wat betreft de uitvoering van CAO III hoger onderwijs
Art. 1-9
Artikel 1. Aan het opschrift van hoofdstuk I van besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool worden de woorden "en definities" toegevoegd.
Art.2. In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 1/1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder gedeeltelijke loopbaanonderbreking verstaan : het halftijds of voor een vijfde onderbreken van de beroepsloopbaan.
Bij een halftijdse onderbreking van de beroepsloopbaan blijft het personeelslid een opdracht van 50 % vervullen aan de hogeschool, aan meerdere hogescholen of aan andere onderwijsinstellingen. De nog te verrichten prestaties worden afgerond naar de hogere eenheid.
Bij een onderbreking van de beroepsloopbaan met een vijfde blijft het personeelslid een opdracht van 80 % vervullen aan de hogeschool, aan meerdere hogescholen of aan andere onderwijsinstellingen. De nog te verrichten prestaties worden afgerond naar de hogere eenheid."
Art.3. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 2. De personeelsleden die belast zijn met ten minste een halftijdse opdracht mogen hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreken."
Art.4. Artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Onverminderd het bepaalde in artikel 2, mogen de tijdelijke personeelsleden hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreken op voorwaarde dat zij :
1° in het academiejaar voorafgaand aan de loopbaanonderbreking een aanstelling hebben gekregen voor het volledige academiejaar in een vacante of niet-vacante betrekking;
2° bij de aanvang van het academiejaar van de loopbaanonderbreking opnieuw voor een volledig academiejaar worden aangesteld."
Art.5. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 4. De totale duur van de volledige loopbaanonderbreking mag voor de hele loopbaan niet meer dan 72 maanden bedragen.
De totale duur van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking mag voor de hele loopbaan niet meer dan 72 maanden bedragen."
Art.6. Aan artikel 16 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "bij een volledige loopbaanonderbreking of 24 maanden per patiënt bij een gedeeltelijke loopbaanonderbreking" toegevoegd.
Art.7. Aan artikel 17 wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
"§ 3. De personeelsleden die van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking genieten, kunnen ieder jaar met ingang van de datum waarop de loopbaanonderbreking ingegaan is, de omvang van de loopbaanonderbreking aanpassen."
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 september 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
P. SMET