26 SEPTEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 114, 115, 124 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, wat de aanpassing van de werkloosheidsuitkeringen aan de welvaartsvastheid betreft
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 114, § 4, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het bedrag van "14,11 euro" vervangen door het bedrag van "14,39 euro";
2° in het derde lid worden de bedragen van "14,11 euro" en "4,41 euro" respectievelijk vervangen door de bedragen van "14,39 euro" en "4,50 euro".
Art.2. Artikel 115, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 januari 2009, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
"Het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op :
1° 32,43 euro voor de werknemer met gezinslast;
2° 27,24 euro voor de alleenwonende werknemer;
3° 20,42 euro voor de samenwonende werknemer vóór het verstrijken van de eventueel verlengde periode van vijftien maanden bedoeld in artikel 114, § 4."
Art.3. In artikel 124 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 januari 2009, worden het eerste en tweede lid vervangen als volgt :
"Het dagbedrag van de overbruggingsuitkering en van de wachtuitkering wordt vastgesteld :
1° voor de werknemer met gezinslast op 31,60 euro;
2° voor de alleenwonende werknemer op :
a) 8,98 euro, indien hij minder dan 18 jaar is;
b) 14,11 euro, indien hij 18 tot minder dan 21 jaar is;
c) 23,37 euro, indien hij 21 jaar is of ouder.
3° voor de samenwonende werknemer :
a) 7,62 euro indien hij minder dan 18 jaar is;
b) 12,16 euro indien hij 18 jaar is of meer.
Wanneer echter een werknemer bedoeld in het eerste lid, 3°, samenwoont met een echtgeno(o)t(e) die in de loop van een kalendermaand slechts over vervangingsinkomens beschikt, dan wordt het dagbedrag van de uitkering vastgesteld op 8,07 euro wanneer hij minder dan 18 jaar is en op 12,96 euro wanneer hij 18 jaar of meer is. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de persoon bedoeld in artikel 110, § 1, tweede lid, gelijkgesteld met een echtgeno(o)t(e)."
Art.4. In artikel 127 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) in § 1, 4°, wordt het bedrag van 14,11 euro vervangen door het bedrag van 14,39 euro;
2°) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2. Het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering, verhoogd met de anciënniteitstoeslag wordt vastgesteld :
1° voor de werknemer met gezinslast, op 33,99 euro;
2° voor de alleenwonende werknemer bedoeld in § 1, 2°, op 31,25 euro;
3° voor de alleenwonende werknemer bedoeld in § 1, 3°, op 28,44 euro;
4° voor de samenwonende werknemer bedoeld in § 1, 5°, op 28,29 euro;
5° voor de samenwonende werknemer bedoeld in § 1, 6°, op 25,74 euro;
6° voor de samenwonende werknemer bedoeld in § 1, 7°, op 23,10 euro."
Art.5. In het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, wordt in artikel 3, eerste lid het bedrag van "22,28 euro" vervangen door het bedrag van "22,72 euro".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2011.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 september 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen,
Mevr. J. MILQUET