24 MAART 2011. - Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-2011 en tekstbijwerking tot 03-04-2017)
Art. 1-8
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° boom met een hoge unitaire economische waarde : boom van de kwaliteit A of B in de zin van de voorschriften opgenomen in bijlage 1;
2° biologisch waardevolle boom : eik waarvan de stam meer dan tweehonderd centimeter omtrek op één meter van de grond heeft, holle boom, of een loofboom van inheemse soort met een omtrek van honderdvijftig centimeter op anderhalve meter van de grond, of elke andere boom aangewezen in onderlinge overeenstemming door de eigenaar of de beheerder en door de bevoegde directeur van het Departement Natuur en Bossen of zijn afgevaardigde;
3° externe rand van de bosgroepering : schakel tussen de bossen en wouden in de zin van artikel 2, tweede lid, van het Boswetboek en elk ander milieu;
4° oeverlint : met struiken of bomen aangeplante strook langs de oever van een waterloop, met een maximale breedte van tien meter en waarvan de discontinuïteit de hoogte van de bomen waaruit hij bestaat niet overschrijdt;
5° kaalslag : houtkap die per hectare minstens vijfenzeventig m3 onbewerkt stamhout in de houtopstand en minstens vijfentwintig m3 onbewerkt stamhout in de bossen van onderhout tussen opgaand hout achterlaat;
6° inheemse soorten : de soorten opgesomd in bijlage 2;
7° wildakker : ieder perceel dat door menselijk toedoen ingericht is om de voedingsmiddelen van het wild te vermeerderen;
8° [1 in aanmerking komend woud : bossen en wouden die in aanmerking komen voor steun zoals bepaald in artikel 22, eerste lid, van het besluit van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016 betreffende e vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur; ]1
9° beheersplan : plannen met beheersmaatregelen voor het natuurbehoud of die daartoe bijdragen, met name :
a) het bijzondere plan voor het beheer van een domaniaal natuurreservaat;
b) het plan voor het beheer van een erkend natuurreservaat;
c) het plan voor het beheer van een bosreservaat;
d) de bosinrichtingen aangenomen na 13 september 2009 of de bosinrichtingen bestaande voor die datum maar herzien overeenkomstig artikel 64, eerste lid, van het Boswetboek;
e) het eensluidend advies van de Directie Landelijke Ontwikkeling van het DGO3 voor een weide met een hoge biologische waarde, overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 24 april 2008 betreffende de toekenning van toelagen voor een milieuvriendelijke landbouw;
10° bestrijdingsplan ingevoerd of opgelegd door de overheid : elke actie gevoerd of opgelegd door de bevoegde overheid ter beperking van de ontwikkeling van een epizoötie of ter bestrijding van invasieve soorten;
11° ingericht drinkpunt : elke inrichting waar het vee kan drinken, waardoor het getrappel op de oevers beperkt kan worden en het getrappel op de bedding van de waterlopen voorkomen kan worden;
12° eigendom van twee en een halve hectare : elk terrein of groep van terreinen, al dan niet aaneenliggend, toebehorend aan dezelfde eigenaar of aan dezelfde mede-eigendom, en waarvan de totaaloppervlakte van bossen en wouden gelegen in Natura 2000-locaties of in locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk, in totaal meer dan twee en een half hectare bereikt;
13° bossen en wouden : bossen en wouden in de zin van artikel 2, eerste en tweede lid, van het Boswetboek;
14° bosbouw ter bevordering van de natuurlijke inzaaiing van naaldbomen : dunning en uitdunnen ten gunste van de naaldbomen, snoei en snoeiing van de naaldbomen en individuele bescherming ervan tegen wild;
15° Minister : de Minister bevoegd voor het Natuurbeleid.
[1 16° de weide :
a) voor de percelen aangegeven in de verzamelaanvraag,
de weide bedoeld in artikel 1, 15°, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun met inbegrip van de topografische elementen die op het perceel aanwezig zijn en die bestanddelen zijn van de habitat zoals de inheemse bomen, de inheemse hagen en de poelen bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 alsook de bosjes en struiken van een inheemse loofsoort gelegen op meer 10 m en de bosjes van minder dan 10 are;
b) voor de percelen die niet aangegeven zijn in de verzamelaanvraag, elke oppervlakte gedekt voor meer dan 50 % met grasachtigde planten en andere oppervlakten aangepast aan het grasland en die het voorwerp uitmaken van belangrijke praktijken voor de instandhouding van de habitats en habitats van soorten, met ingebrip van de rotsachtige milieus en de hoogstamboomgaarden. ]1
----------
(1)<BWG 2016-07-14/10, art. 39, 003; Inwerkingtreding : 18-09-2016>
Art.2.§ 1. Buiten de bossen en wouden van meer dan honderd hectaren die onder het bosstelsel vallen, in de eigendommen van meer dan twee en een halve hectare gelegen in [1 in een in aanmerking komende woud]1 worden instandhoudingseilanden door de eigenaar aangewezen met inachtneming van de volgende modaliteiten :
1° de eilanden worden aangewezen naar rato van drie percent van de globale oppervlakte van bedoelde eigendom;
2° ze bestaan uit één of meerdere elementen met een individuele oppervlakte van minimum tien aren, voor zover de in aanmerking komende bosoppervlakte het toelaat;
3° ze worden bij voorkeur aan de rand van waterlopen of in gebieden van grof hout aangewezen.
§ 2. De integrale reserves samengesteld krachtens artikel 71, tweede lid, van het Boswetboek worden gelijkgesteld met een instandhoudingseiland in de zin van dit besluit.
§ 3. De aanwijzing van de instandhoudingseilanden bedoeld in de eerste paragraaf wordt opgenomen in cartografische documenten die volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten aan de administratie meegedeeld worden.
§ 4. Binnen de instandhoudingseilanden zijn de volgende handelingen verboden :
1° elke vorm van exploitatie zodat het woud oud kan worden en de natuurlijke dynamieken zich kunnen uitdrukken;
2° de verwijdering van de dode bomen tot ze in staat van ontbinding verkeren;
3° elke andere activiteit of tussenkomst, met uitsluiting van controle op het wild, de beveiliging van de wegen en de organisatie van het onthaal van het publiek.
----------
(1)<BWG 2016-07-14/10, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 18-09-2016>
Art.3.Binnen de omtrek van een Natura 2000-locatie of van een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk zijn de volgende handelingen verboden :
1° buiten de bossen en wouden die onder het bosstelsel vallen, het aanplanten van naaldbomen en bosbouw ter bevordering van de natuurlijke inzaaiing van naaldbomen op minder dan twaalf meter van de oeverkruin van waterlopen en -vlakken;
2° buiten de bossen en wouden die onder het bosstelsel vallen, binnen de eigendommen van meer dan twee en een halve hectare, het kappen en het weghalen van dode bomen waarbij niet gezorgd zou worden voor het behoud van liggende of staande dode bomen naar rato van minimum twee dode bomen met een doorsnede van meer dan honderdvijfentwintig centimeter per hectare op anderhalve meter van de grond, zo mogelijk verspreid over het geheel van bedoelde oppervlakte en representatief voor de verhouding tussen loofbomen en naaldbomen.
Die bepaling is niet toepasselijk op bomen die een risico voor de openbare veiligheid inhouden omdat ze zich langs grote wegen, wegen en paden in de zin van het Boswetboek of spoorweglijnen, elektrische en gasleidingen bevinden, noch op bomen met een hoge economische eenheidswaarde;
3° buiten de bossen en wouden die onder het bosstelsel vallen, binnen de eigendommen van meer dan twee en een halve hectare, het kappen van andere bomen dan die met een hoge economische eenheidswaarde, waarbij niet gezorgd zou worden voor het behoud van minstens één biologisch waardevolle boom per twee hectare;
4° buiten de bossen en wouden die onder het bosstelsel vallen, binnen de eigendommen van meer dan twee en een halve hectare, elke tussenkomst aan de rand van de bosgroepering waarbij niet gezorgd wordt voor het behoud of het creëren van een loofstruiksingel van minstens tien meter breed, bestaande uit hoogstens drie bomen van meer dan honderd centimeter omtrek op anderhalve meter van de grond per honderd rechtlijnige meters;
5° het omploegen van landbouwgrond op minder dan één meter van de oeverkruinen van de grachten;
6° [1vanaf de inwerkingtreding van het in besluit tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie, de mechanische en chemische vernietiging van de vegetatie van de weiden, ook door het omploegen of de overschakeling op teelt, met inbegrip van de teelt van kerstbomen. ]1
----------
(1)<BWG 2016-07-14/10, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 18-09-2016>
Art.4.Binnen de omtrek van een Natura 2000-locatie of van een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk wordt de voorafgaande toestemming in de zin van artikel 28, § 4, tweede lid, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, hierna "de wet" genoemd, gevraagd voor :
1° [1 bij gebrek aan vigerend besluit tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie, de mechanische en chemische vernietiging van de vegetatie van de weiden, ook door het omploegen of de overschakeling op teelt, met inbegrip van de teelt van kerstbomen.]1
2° het plaatsen of het weer in bedrijf stellen van afwateringsbuizen, alsook het uitgraven of weer in bedrijf stellen van greppels, met uitzondering van de greppels aan de rand van de weg en van de afwateringsbuizen en greppels waarin een beheersplan voorziet;
3° de toegang voor het vee tot de oevers van de waterlopen en watervlakken, o.a. vijvers, behalve op de plekken ingericht om het te drinken te geven, op de drinkplekken waarin een beheersplan voorziet of, wat de toegang tot de watervlakken betreft, over maximum vijfentwintig percent van de omtrek. Die maatregel is van toepassing op de datum die door de Regering vastgelegd wordt;
4° buiten teelten, bossen en wouden, het gebruik van alle onkruidverdelgers. De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik past in een door de overheid ingevoerd of opgelegd bestrijdingsplan, noch voor de gelokaliseerde behandeling van distels, brandnetels en rumex met lans- of rugsproeier en d.m.v. selectieve producten, noch voor de bescherming van elektrische omheiningen in bedrijf over een maximale breedte van 50 centimeter aan weerskanten van de omheining;
5° het onderhoud, met inbegrip van het maaien en van het vermalen met tolbrekers van de vegetatie aan de rand van de openbare wegen, tussen 15 maart en 31 juli, met uitzondering van een strook van één meter vanaf de buitenrand van de weg of wanneer de openbare veiligheid of de vernietiging van brandnetels zulks rechtvaardigen;
6° in een in aanmerking komend bos, tussen 1 april en 30 juni, de verwijdering van meer dan vijftig percent van de vegetatie aan de grond door gemechaniseerde voorbereidende aanplantingswerken of wegruimingen, alsook het hakken van bomen, behalve wat betreft het hakken van bomen van minder dan honderd centimeter omtrek op anderhalve meter van de grond en het maaien van adelaarsvarens en doornstruiken;
7° per perceel of per aaneenliggende eigendom, elke kap geboekt over tien jaar die meer dan dertig percent van de overlinten telt;
8° de kaalslagen van loofopstanden van inheemse soorten :
a) op alle eigendommen in Natura 2000-locaties of in locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk : op een oppervlakte van meer dan een hectare op minder dan honderd meter van een vorige kap van minder dan zes jaar;
b) op eigendommen die minder dan honderd hectare bossen en wouden bevatten in Natura 2000-locaties of in locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk : op een totaaloppervlakte van meer dan vijf hectare per vijf jaar en per eigendom van bossen en wouden in een Natura 2000-locatie of in een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk;
c) op eigendommen die honderd hectare bossen en wouden of meer bevatten in een Natura 2000-locatie of in een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk : op een totaaloppervlakte van meer dan vijf percent per vijf jaar van de oppervlakte van de eigendom van bossen en wouden in een Natura 2000-locatie of in een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk;
9° het strooien van alle grondverbeteringsmiddelen en van alle minerale of organische meststoffen, met inbegrip van mest, drek, gier, zuiveringsslib en slijk uit septische putten op minder dan twaalf meter van de kruinen van de oevers van de waterlopen en watervlakken.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 4, 3° vastgesteld op 01-06-2018 door BWG 2017-11-30/04, art. 1)
----------
(1)<BWG 2016-07-14/10, art. 42, 003; Inwerkingtreding : 18-09-2016>
Art.5.[1 § 1. Een voorafgaandelijke kennisgeving in de zin van artikel 28, § 4, lid 3, van de wet is nodig voor :
1° de activiteiten waarvoor een verklaring nodig is krachtens het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wanneer de uitvoering van het project waarvan ze beantwoorden de verkrijging van een stedenbouwkundige vergunning overeenkomstig [2 het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling]2 niet vereist;
2° [2 ...]2]1
[1 § 2.]1 Binnen de omtrek van een Natura 2000-locatie of van een locatie die in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk worden de volgende handelingen onderworpen aan een voorafgaande kennisgeving in de zin van artikel 28, § 4, derde lid, van de wet :
1° de inrichting en de instandhouding van kunstmatige wildakkers, van voedingsteelten voor wild en van gebieden voor het vetmesten van grof wild in de zin van de wet van 28 februari 1882 op de jacht;
2° het onderhoud van greppels en bestaande functionele afwateringsbuizen;
3° buiten de bossen en wouden, de vestiging van een tijdelijke groepshuisvesting in het kader van jeugdbewegingen of van infrastructuren bestemd voor de organisatie van groeps-, recreatieve, sport- of vrijetijdsactiviteiten.
----------
(1)<BWG 2012-10-29/02, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2012>
(2)<BWG 2016-12-22/49, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2017>
Art.6. Het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties wordt opgeheven.
Art.7. De Minister bevoegd voor het Natuurbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Tabel tot vaststelling van de kwaliteitsklassen voor bomen
Opstaande eiken
A | B | C | D | |
Karakteristichen | Overlangs snijden, zagen eerste keus (fijn schrijnwerk), fineren eerste keus | Zagen eerste keus (fijn schrijnwerk), fineren eerste en tweede keus | Zagen tweede keus (gewoon schrijnwerk) | Stookhout, palletten, vermalen |
Minimumlengte | 2,5 m | 2 m | 2 m | Geen enkele beperking |
Omtrek min. 1,5 m | 145 cm | 130 cm | 100 cm | |
Gezonde knoesten | 1 <= 2 cm diam./2,5 m | S max van die gebreken = 120 mm, met dien verstande dat een levende tak < 6 cm diam. en een dode tak < 2 cm diam. | 1 dikke knoest > 4 cm diam./2 m | |
Picot (slapende knop) | (1 toegelaten/2,5 m indien geen andere bijzonderheden) | Admis | ||
blinde kwast | Uitgesloten | 2 4 cm diam./2 m indien geen enkele andere bijzonderheid) | ||
Vergroeide verhouten knoppen | Uitgesloten | 1/m | ||
Ongezonde knoesten | Uitgesloten | Uitgesloten | (1 grote knoest > 4 cm diam./2 m indien geen enkele andere bijzonderheid) | |
Schuurschade | Toegelaten, indien in spinthout | Toegelaten, indien in spinthout | Toegelaten | |
Niet-cylindrische stam | <= 10 % | Toegelaten | Toegelaten | |
Vorstspleten | Uitgesloten | Uitgesloten | Uitgesloten | |
Draaigroei | <= 5 cm/m | <= 8 cm/m | Gedoogd | |
Bogen | <= 2 cm/m | <= 4 cm/m | <= 4 cm/m | |
Groeven | 1 tot 2 mogen, indien op elkaar staand | 1 tot 2 mogen, indien op elkaar staand | Toegelaten | |
Verrotte gedeelten, grote gaten, wormgaten | Uitgesloten | Uitgesloten | Uitgesloten | Uitgesloten |
A | B | C | D | |
Karakteristieken | Overlangs snijden, zagen eerste keus (fijn schrijnwerk), fineren eerste keus | Zagen eerste keus (fijn schrijnwerk), fineren eerste en tweede keus | Zagen tweede keus (gewoon schrijnwerk | Stookhout, palletten, vermalen |
Minimumlengte | 3 m | 2 m | 2 m | Geen enkele beperking |
Omtrek min. 1,5 m | 145 cm | 130 cm | 100 cm | |
Toename | > 1,2 cm omtrek. | Geen enkele beperking | Geen enkele beperking | |
Levende takken | Uitgesloten | 3 bijzonderheden toegelaten per 3 m, met dien verstande dat de gedoogde diameter voor een tak of een ebdekte knoest max 8 cm bedraagt | Toegelaten | |
Dode takken | Uitgesloten | Toegelaten | ||
Bedekte knoesten | Uitgesloten | 1 parameter | ||
Ongezonde knoesten | Uitgesloten | Uitgesloten | Gedoogd indien tussenruimte van minstens 1,5 m | |
Schuurschade | Uitgesloten | Uitgesloten | Gedoogd | |
Draaigroei | <= 5 cm/m | <= 9 cm/m | Gedoogd | |
Bogen | <= 2 cm/m | <= 4 cm/m | Gedoogd | |
Groeven | 1 tot 2 admises si opposées | 1 tot 2 admises si opposées | Toegelaten | |
Niet-cylindrische stam | <= 15 % | Toegelaten | Toegelaten | |
Verrotting, grote gaten, wormgaten | Uitgesloten | Uitgesloten | Uitgesloten | Uitgesloten |