Details





Titel:

25 MAART 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-04-2011 en tekstbijwerking tot 25-05-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - CRAB-specificaties
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - De wijze waarop de gemeenten in relatie tot het agentschap hun opdrachten uitvoeren
Art. 6-10
HOOFDSTUK 4. - Erkenning van het CRAB als authentieke geografische gegevensbron
Art. 11-12
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 13-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2017030445  2017032085 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het CRAB-decreet van 8 mei 2009 : het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.

HOOFDSTUK 2. - CRAB-specificaties
Art.2. De CRAB-specificaties over het opnemen en beheren van adrescomponenten, vermeld in artikel 7 van het CRAB-decreet van 8 mei 2009, omvatten ten minste technische bepalingen over de verschillende componenten van een adres en de wijze waarop die in het CRAB worden opgenomen.

Art.3. De CRAB-specificaties over het bijhouden van adrescomponenten, vermeld in artikel 7 van het CRAB-decreet van 8 mei 2009, omvatten tenminste technische bepalingen over het opvolgen van de historiek en de mogelijke bewerkingen in het CRAB.

Art.4. De CRAB-specificaties over het meedelen van adrescomponenten, vermeld in artikel 7 van het CRAB-decreet van 8 mei 2009, omvatten tenminste technische bepalingen over de wijze waarop het CRAB voor gebruikers toegankelijk wordt gemaakt.

Art.5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, legt, op voorstel van [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in [2 artikel III.74 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2]1, de CRAB-specificaties, vermeld in artikelen 2 tot en met 4, nader vast.
  ----------
  (1)<BVR 2017-06-02/16, art. 11, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (2)<BVR 2019-05-10/12, art. 116, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK 3. - De wijze waarop de gemeenten in relatie tot het agentschap hun opdrachten uitvoeren
Art.6. De gemeente deelt een nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent mee aan het agentschap binnen tien werkdagen na de toekenning of de wijziging.
  De mededeling, vermeld in het eerste lid, verloopt via online geografische diensten als vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Het agentschap zorgt vervolgens voor een onmiddellijke opname van de nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent in het CRAB.
  Als de mededeling door de gemeente niet via online geografische diensten verloopt, wordt de nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent meegedeeld door uitwisseling vanuit een lokale adressendatabank. Het agentschap zorgt vervolgens voor de opname van de nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent in het CRAB binnen tien werkdagen na ontvangst van de mededeling.

Art.7. De mededeling van de adrescomponenten en elke wijziging, correctie en aanvulling ervan gebeurt overeenkomstig de CRAB-specificaties, vermeld in artikelen 2 tot en met 4.

Art.8. De gemeente duidt binnen haar organisatie één of meerdere personen aan die gemachtigd zijn de CRAB-gegevens te wijzigen, hierna het contactpunt te noemen. De gemeente bezorgt aan het agentschap de contactgegevens van het contactpunt dat het CRAB bijhoudt.

Art.9.Binnen het agentschap is er een meldingspunt als vermeld in [1 artikel 3, eerste lid, 6°, van besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1. Dat meldingspunt registreert meldingen van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens en geeft die meldingen voor onderzoek door aan het contactpunt van de gemeente in kwestie.
  ----------
  (1)<BVR 2019-05-10/12, art. 117, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.10. Het contactpunt van de gemeente in kwestie bezorgt binnen tien werkdagen het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 9, aan het meldingspunt binnen het agentschap.
  Indien bijkomend onderzoek vereist is, bezorgt het contactpunt van de gemeente in kwestie uiterlijk binnen zes maanden het resultaat van het bijkomende onderzoek aan het meldingspunt binnen het agentschap.
  Indien de melding gegrond is, verbetert of vult de gemeente het gegeven aan en deelt ze die wijziging mee aan het agentschap overeenkomstig artikelen 6 en 7.
  Het meldingspunt bezorgt het resultaat van het onderzoek en desgevallend van het bijkomende onderzoek binnen tien werkdagen na de ontvangst van het resultaat aan degene die een onnauwkeurig, onvolledig of onjuist gegeven heeft gemeld.

HOOFDSTUK 4. - Erkenning van het CRAB als authentieke geografische gegevensbron
Art.11. Het Centraal Referentieadressenbestand wordt erkend vanaf 1 juni 2011 als authentieke geografische gegevensbron voor adressen als vermeld in artikel 22 van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen.

Art.12.Het [3 agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen,]3 wordt aangewezen als beheersinstantie en staat in voor de taken vermeld in artikel 3 van het [2 besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2.
  ----------
  (1)<BVR 2017-11-10/11, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<BVR 2019-05-10/12, art. 118, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (3)<BVR 2021-05-07/09, art. 40, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011.
  Het CRAB-decreet van 8 mei 2009 treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit.

Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.