25 MAART 2011. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de CRAB-specificaties
Art. 1-5
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het besluit van 25 maart 2011 : het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2011 houdende uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Art.2. De CRAB-specificaties, vermeld in artikel 2 van het besluit van 25 maart 2011, worden vastgesteld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.3. De CRAB-specificaties, vermeld in artikel 3 van het besluit van 25 maart 2011, worden vastgesteld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.4. De CRAB-specificaties, vermeld in artikel 4 van het besluit van 25 maart 2011, worden vastgesteld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.5. De stuurgroep GDI-Vlaanderen stelt, op voorstel van het agentschap, de technische voorschriften van de CRAB-specificaties, vermeld in artikel 2 tot en met 4, vast.
De technische voorschriften worden door het agentschap op zijn website bekendgemaakt.
Brussel, 25 maart 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - De CRAB-specificaties over het opnemen en beheren van adrescomponenten
1. Het CRAB-datamodel
In het CRAB wordt een datamodel, met het bijbehorende uitwisselingsformaat, gebruikt dat zeer dicht aanleunt bij het proces van toekenning van straatnamen, huisnummers en subadressen (appartement- en busnummers) door de gemeente. Een CRAB-adres is opgebouwd uit een combinatie van adrescomponenten (gemeentenaam, straatnaam, huisnummer, subadres, ...) die verwijzen naar geografische objecten (gemeente, weg, gebouw, perceel, brievenbus, ...) op het terrein. Kenmerkend voor het CRAB is verder dat naast die adrescomponenten ook de geografische positie of adrespositie van ieder adres in het CRAB wordt opgenomen.
De voornaamste adrescomponenten uit het CRAB-datamodel zijn de gemeente, de straatnaam, het huisnummer, het subadres en de postkantoncode.
1.1. Gemeente
Naast de gemeentenaam wordt van elke gemeente eveneens de gemeentecode of 'NIS-code' opgeslagen in de CRAB-databank. De gemeentecode wordt toegekend door de FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.
1.2. Straatnaam
Een straatnaam is een officiële benaming voor een (deel van een) weg die door de gemeente wordt toegekend bij gemeenteraadsbesluit. Overeenkomstig artikel 10 en 11 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand is alleen de gemeente bevoegd voor het vaststellen en toekennen van straatnamen op haar grondgebied. Om identificatieproblemen door verschillen in schrijfwijze te vermijden, wordt door het agentschap aan elke straatnaam een uniek volgnummer of identificator toegekend.
In sommige gemeenten worden straatnamen in meerdere talen toegekend. Deze mogelijkheid wordt in het CRAB voorzien. Officieel kan een straat, naast de benaming in de eerste taal van de gemeente, slechts een benaming in één andere taal hebben.
In bepaalde gevallen kan de straatnaam van een weg aan de linkerzijde verschillend zijn van de straatnaam aan de rechterzijde. Ook in die mogelijkheid wordt in het CRAB voorzien.
1.3. Huisnummer
Een huisnummer identificeert een adresseerbaar object (gebouw, kunstwerk, perceel, ...) in een straat. Overeenkomstig artikel 10 en 11 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand is alleen de gemeente bevoegd voor de vaststelling en toekenning van huisnummers op haar grondgebied.
In het CRAB moet een huisnummer gekoppeld zijn aan een of meerdere adresseerbaar objecten, namelijk een gebouw, een perceel en of een of meerdere andere adresseerbare objecten. Ook kunnen meerdere huisnummers aan eenzelfde adresseerbaar object worden toegekend. Huisnummerbereiken zijn in het CRAB niet toegelaten.
In bepaalde gevallen kent de gemeente huisnummers toe van het type 'bisnummer'. Bisnummers worden toegevoegd om een extra huisnummer te creëren indien dat niet meer voorhanden is. In het CRAB vormen huisnummer en bisnummer één geheel. Begint het bisnummer met een cijfer, dan wordt als scheidingsteken een _ (underscore) gebruikt.
1.4. Subadres
Een subadres, over het algemeen een busnummer of appartementnummer, identificeert een onderdeel van een adresseerbaar object waaraan een huisnummer is toegekend. Het vormt een verdere verfijning van het adres om een sublocatie aan te geven. Overeenkomstig artikel 10 en 11 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand is alleen de gemeente bevoegd voor de vaststelling en toekenning van subadressen op haar grondgebied.
Een eventueel subadres wordt afzonderlijk van het huisnummer vermeld.
1.5. Postkantoncode
Om de bruikbaarheid van de adressen voor postdoeleinden te garanderen, wordt bij een huisnummer steeds de code vermeld van het postkanton waartoe het huisnummer behoort.
2. De opname van adrescomponenten in het CRAB
2.1. Opname door middel van online geografische diensten als vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen.
Een eerste systeem waarmee de gemeente via het internet de CRAB-databank rechtstreeks kan bevragen en bijwerken, is het gebruik van een verzameling van online geografische diensten.
Het agentschap stelt hiervoor aan de gemeenten een gratis online referentieapplicatie ter beschikking waarin die geografische diensten in een gebruiksvriendelijke interface worden aangeboden. Een gemeente kan er echter ook voor opteren om die online geografische diensten zelf of door een softwareleverancier te laten inbouwen binnen haar huidige softwareomgeving, wat het voordeel biedt dat het gemeentelijk adressenbeheer geïntegreerd verloopt met overige gerelateerde administratieve processen (beheer van bevolkingsgegevens, vergunningenbeheer, ...). Door het uitvoeren van een conformiteittoets waakt het agentschap als beheerder van het CRAB erover dat de online geografische diensten correct worden geïmplementeerd in geïntegreerde adresbeheerapplicaties.
2.2. Opname door uitwisseling
Een tweede systeem stelt gemeenten in staat om vanuit een lokaal adressenbestand adresgegevens volgens het CRAB-uitwisselingsformaat uit te wisselen met de CRAB-databank. Gemeenten die een lokale adressendatabank onderhouden en geen gebruik wensen te maken van het eerste systeem, vermeld in 2.1., kunnen op deze manier toch hun rol in de decentrale bijhouding van het CRAB opnemen.
Het CRAB-datamodel wordt door middel van technische voorschriften, vastgesteld door de stuurgroep GDI-Vlaanderen op voorstel van het agentschap, verfijnd en vertaald naar een uitwisselingsformaat. Hierbij wordt, om de structuur van het CRAB-datamodel inzichtelijk voor te stellen, gebruik gemaakt van de UML-systematiek (Unified Modelling Language). Om de eigenlijke uitwisseling en/of overdracht van adressen mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van de internationale standaardtaal XML (eXtensible Markup Language).
2.3 Beëindiging van de eerste fase van de aanmaak
Overeenkomstig artikel 16 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand, start de bijhouding van het CRAB door een gemeente zodra deze de eerste fase van de aanmaak, als vermeld in artikel 15, 1°, van het voornoemde, heeft beëindigd. Het agentschap zal bij de beëindiging nagaan of aan de technische voorschriften, vermeld in 2.2., is voldaan opdat de bijhouding kan aanvangen.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 maart 2011 tot vaststelling van de CRAB-specificaties.
Brussel, 25 maart 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
Art. N2. Bijlage 2. - De CRAB-specificaties over het bijhouden van adrescomponenten
1. Objecthistoriek
Historiekinformatie laat toe om verouderde adresdatabanken bij te werken. Omgekeerd stelt het een gebruiker beter in staat om een historische administratieve situatie te reconstrueren, wat heel wat voordelen biedt naar dossierbeheer toe.
De historiek van objecten, attributen en relaties wordt bijgehouden door er de geldigheidsperiode van op te slaan. Deze geldigheidsperiode wordt weergegeven door de velden begindatum en einddatum. De begindatum is altijd ingevuld, desnoods met de standaardwaarde 1/1/1830, de einddatum wordt enkel ingevuld wanneer een object is afgeschaft. De begindatum is de datum waarop het object, het attribuut of de relatie in de realiteit is ontstaan, niet de datum waarop het overeenstemmend record in de databank is ingevoerd. Toegepast op een straatnaam is dit de dagtekening van het gemeenteraadsbesluit dat aan de toekenning ervan ten grondslag ligt. De einddatum is optioneel en kan worden ingevuld om aan te geven dat het object of de attribuutwaarde of de relatie is afgeschaft.
2. Recordhistoriek
De combinatie begin- en eindtijd geeft de geldigheidsperiode weer van het record dat het object vertegenwoordigt. Dit is het tijdstip waarop een record in de databank is ingevoerd respectievelijk verwijderd. Begin- en eindtijd geven de geldigheidsperiode weer van het met het object overeenstemmende record en laten dus toe om correcties aan adresgegevens uit te wisselen.
3. Bewerkingen
Begin- en eindbewerking in de databank geven aan welke bewerking aanleiding heeft gegeven tot de opname of beëindiging van een record in de databank.
De toegelaten bewerkingen in het CRAB zijn :
3.1. invoeren wanneer een nieuw record wordt gecreëerd;
3.2. historiseren, wanneer van een object de einddatum wordt ingevuld;
3.3. corrigeren wanneer een andere waarde aan een attribuut wordt toegekend;
3.4. verwijderen. wanneer het record definitief wordt verwijderd.
Begin- en eindorganisatie duiden de organisatie aan die inhoudelijk verantwoordelijk is voor de doorgevoerde bewerking. Na de decentrale aanmaak van het CRAB is dit de gemeente voor de adrescomponenten straatnaam, huisnummer en subadres.
De stuurgroep GDI-Vlaanderen stelt, op voorstel van het agentschap, de technische voorschriften van de in het CRAB toegelaten bewerkingen vast.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 maart 2011 tot vaststelling van de CRAB-specificaties.
Brussel, 25 maart 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
Art. N3. Bijlage 3. - De CRAB-specificaties over het meedelen van adrescomponenten
1. Metagegevens als vermeld in artikel 3, 7°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
Metagegevens zijn noodzakelijk bij het aanbieden van geografische gegevensbronnen en diensten. Ze beschrijven de geografische gegevensbron en/of dienst (identificatie, inhoud, geografische begrenzing, kwaliteit, distributiegegevens, ...) en zijn er 100 % mee consistent en up-to-date.
De CRAB-metagegevens, met inbegrip van de objectencatalogus, worden opgesteld volgens de betreffende gangbare voorschriften van de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen.
2. CRAB-producten
Het CRAB wordt, in functie van de toegangs- en gebruiksrechten van de gebruiker en het type bevraging die deze wenst te verrichten, in verschillende types van CRAB-producten toegankelijk gemaakt. CRAB-producten zijn digitale extracten van de in het CRAB opgenomen adresgegevens en toegankelijk in een gestandaardiseerde vorm overeenkomstig de CRAB-specificaties, vermeld in deze bijlage.
Meerbepaald wordt het CRAB door het agentschap via het Vlaams geoportaal, vermeld in artikel 29 van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen, toegankelijk gemaakt door een verzameling van geografische diensten, nl. zoekdiensten, raadpleegdiensten, overdrachtdiensten en verwerkingsdiensten.
2.1. zoekdiensten als vermeld in artikel 3, 17°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
De zoekdiensten maken het mogelijk om het CRAB en de gerelateerde geografische diensten op te zoeken en de inhoud van de metagegevens weer te geven
2.2. raadpleegdiensten als vermeld in artikel 3, 18°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
De raadpleegdiensten maken het mogelijk om het CRAB weer te geven en te bevragen;
2.3. overdrachtdiensten als vermeld in artikel 3, 19°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
De overdrachtdiensten maken het mogelijk om het CRAB geheel of gedeeltelijk te downloaden en uploaden en, als dat praktisch mogelijk is, rechtstreeks ter beschikking te hebben;
2.4. verwerkingsdiensten als vermeld in artikel 3, 20°, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
De verwerkingsdiensten maken het mogelijk adresgegevens te transformeren om tot interoperabiliteit te komen
De CRAB-producten kunnen door de gebruikers worden aangewend voor onder meer het uitwisselen van adressen, het opmaken van de eigen databank, het standaardiseren van de eigen databank, het koppelen van de eigen databank met andere databanken op basis van adressen en het uitvoeren van ruimtelijke analyses.
De stuurgroep GDI-Vlaanderen stelt, op voorstel van het agentschap, de technische voorschriften van de CRAB-producten en de CRAB-diensten vast
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 maart 2011 tot vaststelling van de CRAB-specificaties.
Brussel, 25 maart 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS